heeft dus een verloop gekregen, zoals het departement zich dat voorstelde. De kosten van de onderhavige school zijn niet hoog. Het is zo, dat de ouders een hoog schoolgeld betaalden; de leerkrachten berekenden een laag uurtarief voor hun me dewerking en de gemeente Hilversum subsidieerde het nadelige saldo, met huisvesting en verdere kosten. Het volgen van dit onderwijs is steeds behoorlijk duur ge weest. Naast de kosten van schoolgeld komen er ook reiskosten en kosten van materiaal bij, die in deze cursus vrij hoog liggen. De gemeente Hilversum heeft de buiten gemeenten verzocht de kosten per leerling, al naar ge lang er leerlingen uit de buitengemeenten de cursus vol gen, bij te dragen. Dit is gewoon een rechtvaardigheids principe. Waarom zou Soest de gemeente Hilversum voor de leerlingen uit Soest laten betalen? De heer VERHEUS merkt op dat het hospiteren van kwe kelingen aan de opleidingsscholen voor kleuterleidster op wens van de inspectrice juist bij voorkeur geschiedt op scholen, gevestigd in of in de onmiddellijke nabijheid van de woonplaats van de leerling. Dat is dus iets geheel anders dan praktijk opdoen in een school in of nabij de plaats van de opleidingsschool, zoals de wethouder heeft gezegd. Wat de school van Rens en Rens betreft, merkt spreker op dat men in deze branche in deze omgeving drie moge lijkheden heeft: de school van Rens en Rens in Hilver sum, de E.T.S. in Amsterdam en het Instituut Steehou wer. Geografisch gezien gaat de vergelijking tussen de school van Rens en Rens en de onderhavige opleidings school wel op. De heer WESTRA is de wethouder zeer erkentelijk voor diens uiteenzettingen, maar hij zou het zeer op prijs hebben gesteld, indien het voorstel op dit punt duidelij ker was geweest. Voorgesteld wordt om f. 150,- per leerling subsidie te verlenen, maar wat de kosten per dag per leerling voor de gemeente Hilversum zijn, wordt niet vermeld. Dat de school een aflopende zaak is en dat er een ver volgopleiding aan verbonden was, had spreker ook graag geweten. Spreker is een tegenstander van het heffen van school gelden. Hij had liever gezien, dat de overheid de oplei ding gratis had gegeven en dat de ouders geen schoolgeld behoefden te betalen. Dat schijnt hier niet mogelijk te zijn. In ieder geval zal de fractie van de V.V.D. aan het voorstel haar medewerking verlenen. De wethouder DE HAAN merkt op dat inderdaad zoals de heer Verheus heeft medegedeeld, dat streven bestaat om de kleuterleidsters praktijk te laten opdoen in de plaats van of dicht bij de plaats hunner inwoning. Maar daarbij komt weer hetzelfde probleem naar voren: 's mor gens gaat men stage lopen bijv. in Nunspeet en dan moet men 's middags om 2 uur in Amsterdam zijn om de cur sus te volgen. Dan is men ook lek. Daarom heeft men dus bepaald dat de praktijk in de plaats of bij de plaats van de opleiding zou moeten geschieden. Vandaar dat de spreiding van deze scholen zo belangrijk is en dat de op leidingsmogelijkheden per regio beter geregeld dienen te zijn. Spreker maakt de heer Westra er opmerkzaam op, dat wanneer de school in Hilversum een rijksschool was, van schoolgelden geen sprake zou zijn geweest. Omdat men met een niet door het rijk gesubsidieerde instelling te doen heeft, was er een tekort. Daarom was het streven van een deel van de Kamer erop gericht, om de rijkssub sidie ook over deze scholen uit te spreiden Dan hadden deze schoolgelden niet opgebracht behoeven te worden. De heer WESTRA: Ik heb gezegd, dat ik er een princi pieel voorstander van ben dat er geen schoolgelden behoe ven te worden betaald. Mevrouw POLET-MUSLER: Jammer, dat u tijdens de be handeling van dit onderwerp geen Kamerlid was. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. 70 Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur van de stichting Katholiek Basis- en Kleuteron derwijs voor het tweede leerjaar van de St. Theresia- school. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelij ke stemming aangenomen. 71 Voorstel tot het nemen van een beslissing op een vanwe ge Keiler Nederland N.V. ingesteld beroep tegen de wei gering van een door haar gevraagde bouwvergunning. De heer EBBERS merkt op dat hem de onderhavige kwestie niet erg duidelijk is. Op het bedoelde terrein rij gen de bedrijven zich min of meer aaneen. Spreker had het eigenlijk plezieriger gevonden, als bij de stukken die ter inzage hebben gelegen, wat nadere gegevens waren verstrekt met betrekking tot het terrein zelf en ten aan zien van de eventueel te projecteren weg, die dwars door een garage zou heenlopen. Wanneer men daar op straat loopt, is de situatie niet te overzien. Het is jammer dat een oordeel moet worden geveld over een zaak, waar van men niet het juiste weet. Kan dit punt daarom niet worden aangehouden, opdat de raad beter inge licht kan worden? De heer VERHEUS vindt het onderhavige agendapunt een toppunt van onduidelijkheid. Spreker meent dat het pand van Keiler Nederland N.V. vrij blijft van het tracé van de aan te leggen weg. Bovendien zegt het college in de toelichting zelf, dat de aanleg van deze weg nooit een weigeringsgrond kan zijn ten aanzien van het verlenen van een bouwvergunning aan genoemd bedrijf. Het is triest dat een plan dat al 16 jaar op uitvoering wacht, reden kan zijn om de gevraagde bouwvergunning te weigeren. De vergunning is nl. geweigerd in verband met het geldende bestemmingsplan, regelende de bestem ming in hoofdzaak van grond gelegen ten zuiden van de spoorlijn Utrecht-Amersfoort. Het te bebouwen terrein is bestemd voor stelselmatige bebouwing, waarvoor de bestemming in onderdelen nader zal worden geregeld. In de toelichting wordt een weinig heldere definitie gegeven van „een bestemming in onderdelen, die nader te rege len valt". Spreker wijst erop dat aan dezelfde weg als waaraan Keiler Nederland N.V. wil uitbreiden, diverse be drijven binnen de termijn van de genoemde 16 jaar ver bouwingen hebben gepleegd. Het college zegt, dat men niet altijd het een met het ander kan vergelijken; wan neer de een vergunning krijgt om te gaan verbouwen of om uit te breiden, dan wil dit nog helemaal niet zeggen dat de ander dan ook vergunning krijgt. Een juiste ver gelijkingsmogelijkheid is er pas, aldus het college, wan neer het om eenzelfde object op hetzelfde terrein gaat. Wanneer dit zo zou zijn, moet het toch wel om een zeer eentonig gebied gaan. Spreker vindt het verweer van het college in deze toch wel enigermate zwak. Niet vergeten mag worden dat het onderhavige bedrijf al het mogelijke heeft gedaan, om stankverspreiding tot een uiterste mi nimum te beperken. En nu zou het college dit bedrijf in de mogelijkheid tot expansie willen beperken. Hij merkt op dat het in dat gedeelte van de gemeente toch wel een trieste zaak is. Hij zou het voorstel van de heer Ebbers om het punt aan te houden, willen steunen, waarbij

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 58