de commissie. Het is bijv. mogelijk dat de door de com
missie voorgestelde wijziging wordt overgenomen. Het
lijkt wel eens dat de commissies hun advies achteraf ge
ven. De adviezen van de commissies zijn echter beslist
een integrerend deel van de collegevoorstellen.
Men zou kunnen stellen dat het niet zo heel veel voor
komt dat voorstellen worden veranderd. Dat is naar spre
kers wijze van zien een gevolg van het feit dat de com
missies ook nog een heel andere taak hebben dan het al
leen maar doornemen van de raadsvoorstellen. De raads
voorstellen zijn in hun algemeenheid de uitwerking van
een bepaald beleid; zij vormen kleine onderdeeltjes die
passen in dat beleid. Het beleid wordt gevormd door
raad en college samen. Het beleid wordt gevormd en het
vormt zich voortdurend'om. Voor een belangrijk deel
wordt het beleid gevormd in besprekingen van kleine
groepen mensen. Deze mensen kunnen in die kleine groe
pen vrijuit praten over de problemen. De heer Pieren
heeft in dit verband terecht gesproken over brainstor
ming. De mensen die aan deze besprekingen deelnemen
moeten het zich kunnen permitteren om iets te zeggen
dat zij een minuut later weer kunnen intrekken, omdat
zij het probleem weer wat anders zien. Men moet vrijuit
kunnen praten. Dat is zeer belangrijk. Het is van zeer
veel belang dat men in de commissies voor de belangrij
ke punten langzamerhand komt tot een zekere beleids
vorming. Belangrijke raadsstukken zijn echt niet in een
commissievergadering behandeld. In een reeks vooraf
gaande commissievergaderingen is het beleid gevormd.
De uiteindelijK.e vorm van dat beleid komt te voorschijn
in een bepaald voorstel, waarover dan niet zoveel meer te
zeggen valt, omdat het onderwerp reeds maanden, zo
niet jaren, is bestudeerd.
Het werken in de commissies moet in alle rust en in alle
vrijheid en ongebondenheid kunnen gebeuren, wanneer
men wil dat de besprekingen voldoende open kunnen
zijn. Het grote belang van besloten commissievergaderin
gen wordt gevormd door het feit dat de aan het overleg
deelnemende leden vrijuit kunnen spreken. Een com
missielid mag gerust van mening veranderen, er is in de
commissies geen plaats voor prestigekwesties. De com
missieleden moeten de gelegenheid hebben om op een
heel lenige manier te denken over de te behandelen za
ken.
Spreker zou niet weten waarom de Baarnse zienswijze van
enige invloed zou moeten zijn op de zelfstandige opinie
vorming van de Soester raad.
Het college is mevrouw Polet dankbaar voor de door haar
aangebrachte redactionele verbeteringen. Wanneer de
raad met de strekking van de brief akkoord gaat, zal het
college de tekst nog eens goed doornemen om zo nodig
verbeteringen aan te brengen en onduidelijkheden weg te
nemen.
Terecht is erop gewezen dat openbaarheid (in de zin van
voorlichting aan de bevolking) niet iets is dat voldoende
van zelf tot stand komt door het openzetten van de deu
ren van de raadzaal en het aanbrengen van een publieke
tribune. Voor openbaarheid is nodig de medewerking van
de raad (of welk college dan ook dat in het openbaar ver
gadert) die ervoor moet zorgen dat hetgeen wordt gezegd
ook kan worden begrepen door hen die op de publieke
tribune zitten. Dat betekent niet dat men voor de publie
ke tribune moet spreken, want dat zou onjuist zijn.
Maar het is wel zo dat de raadsleden eraan moeten den
ken dat hun betogen niet alleen voor het college duide
lijk zijn (het college begrijpt meestal wel heel gauw wat
wordt bedoeld, omdat de leden van het college ingewij
den zijn), maar ook voor de niet-ingewijden. Iedereen
zal de moeite moeten nemen om ervoor te zorgen dat
hetgeen in de raad wordt behandeld ook begrijpelijk is
voor degene die niet alle „ins" en „outs" van een pro
bleem kent.
Mevrouw Polet heeft het college terecht het verwijt ge
maakt dat het na de laatste begrotingsbehandeling nog
niet zo slagvaardig reageert op fouten die er in de kran
ten verschijnen Op het ogenblik wordt bekeken op wel
ke manier de voorlichting moet worden georganiseerd en
wie met deze voorlichting moet worden belast. De voor
lichting heeft niet alleen betrekking op hetgeen in het
gemeentehuis gebeurt, maar ook op hetgeen bij de
diensten plaatsvindt. Er is inmiddels overleg geweest met
de diensthoofden. De organisatie van deze kwestie, die
niet aan de aandacht van het college is ontsnapt, vergt
enige tijd. Burgemeester en wethouders voelen zelf ook
heel duidelijk dat het noodzakelijk is om wat te doen aan
het begrijpelijk maken van het bestuur Maar het begrij
pelijk maken van het bestuur is natuurlijk heel iets an
ders dan het openbaar maken van commissievergaderin
gen Spreker meent dat het openbaar maken van com
missievergaderingen de verwarring alleen maar zou ver
groten.
Het ligt in de bedoeling van het college om voor de film
vertoning van de volgende week ook enige organisaties
die zich bemoeien met typische jeugdzaken, uit te nodi
gen. Ook de wijkraad van Soesterberg zal worden uitge
nodigd.
De heer Van Poppelen zij eraan herinnerd dat het colle
ge reeds tijdens de begrotingsbehandeling heeft opge
merkt dat het aanstellen van een voorlichtingsambtenaar
voor Soest niet juist is. De gedachten van burgemeester
en wethouders gaan op het ogenblik in een andere rich
ting. Het is misschien wel goed om over deze gedachten,
wanneer zij wat meer geconcretiseerd zijn, te praten met
het seniorenconvent.
De heer Van Poppelen heeft de goede suggestie gedaan
om bij de behandeling van ingewikkelde technische pro
blemen het betrokken diensthoofd aanwezig te doen
zijn. Men kan niet verwachten dat een wethouder of een
burgemeester bij het steeds ingewikkelder en moeilijker
worden van de problemen alle details van een bepaald
probleem kent. Het zal dan ook heel goed zijn wanneer
het betrokken diensthoofd aanwezig is. Deze zorgt dan
niet alleen voor voorlichting aan de publieke tribune,
maar ook voor de raad en het college. De raad bestaat
immers evenals het college uit leken. Men kan zich wel
inwerken in bepaalde problemen, maar toch zal het heel
nuttig kunnen zijn om tijdens de behandeling van een
onderwerp in de raad het woord te geven aan een typisch
deskundige Deze voorlichting kan worden gegeven door
een hoofd van dienst, maar ook wel door iemand die bui
ten de gehele gemeentelijke organisatie staat.
Terecht heeft de heer De Bruin opgemerkt dat hetgeen
burgemeester en wethouders bedoelen op een veel korte
re wijze had kunnen worden gezegd. Burgemeester en
wethouders wilden echter niet alleen met conclusies ko
men, zij wilden ook in het kort aangeven waarom zij tot
bepaalde conclusies zijn gekomen.
Aan het begin van zijn betoog heeft spreker, mede naar
aanleiding van opmerkingen van de heer Berkelbach van
der Sprenkel, reeds geprobeerd in te gaan op het verlan
gen naar openbaarheid. De gevoelens van het zich buiten
gesloten voelen en het niet meer begrijpen en het ondui
delijk zijn van het beleid kunnen wel eens worden wegge
nomen door een openbare vergadering. Spreker gelooft
echter dat een bewuste en gerichte voorlichting eigen
lijk nog belangrijker is.
6