Nr. 6 20 mei 1970
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op woensdag 20 mei 1970 te 19 30 uur,
VOORZITTER de burgemeester, de heer mr S P Baron
Bentinck
SECRETARIS de heer H Borreman,
Tegenwoordig de leden: J van den Arend, JW D Berkel-
bach van der Sprenkel, J K de Bruin, drs L .J, Dijkstra,
B.H.A. Elbertse, P Grift, M de Groot, K de Haan, J G Hil
horst, J,H, Hom, J,C Korte, G H Oldenboom, mevrouw P.J.
Oranje-Entink, mevrouw S M Polet-Musier, J R van Poppe-
len, D Chr Stam, P L J M Storimans, J H,N Veldhuijsen,
C, Verheus, mevrouw M C P Walter-Van der Togt en A,S
Westra,
Afwezig met kennisgeving de leden: J J Ebbers en P C. Pie
ren.
De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing
van de gebedsformule
Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhinde
ring is ingekomen van de heren Ebbers en Pieren.
115 Beëdiging van het nieuw benoemde raadslid, de heer
J G, Hilhorst
De heer Hilhorst legt in handen van de voorzitter de
in de gemeentewet voorgeschreven eden af.
Hierna spreekt de VOORZITTER als volgt:
Mijnheer Hilhorst! Nu u na uw beëdiging een volwaar
dig lid van de raad bent geworden, heet ik u van harte
welkom Ik hoop dat u in de korte tijd voor de zit
tingsperiode van de nieuwe raad met vrucht zult kun
nen arbeiden Ik prijs het in u dat u de moed hebt ge
had om lid te worden van de raad, hoewel het niet erg
aantrekkelijk is om helemaal aan het einde van een zit
tingsperiode plaats te nemen in de raad Uit uw besluit
blijkt dat u uit het goede hout bent gesneden, hetgeen
wij overigens reeds wisten Uit uw handelen in het ver
leden is het ons bekend, dat u een grote en warme be
langstelling hebt voor onze gemeente Ik hoop dat het
u gegeven zal zijn om als raadslid werkzaam te zijn in
het belang van onze gemeente Hartelijk welkom in
deze kring.
116 Notulen van de vergaderingen d d 10 en 17 decem
ber 1969.
Met betrekking tot deze notulen zijn de volgende voor
stellen tot wijziging ingekomen:
WIJZIGINGEN NOTULEN RAADSVERGADERING
10 DECEMBER 1969
VOORSTELLEN DE HAAN
Op pagina 188, linker kolom, regel 25 v b. dient in
plaats van ,,de bestudering van de scholten" te worden
gelezen „de bestudering van de scholen"
Op pagina 202, linker kolom, regel 37 v b. dient in
plaats van „de gemeente een arbeidsrevalidatie-afde-
ling" te worden gelezen „het schap een arbeidsrevali-
datie-afdeling".
De notulen worden, met inachtneming van deze wijzi
gingen, zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming vastgesteld
117 Ingekomen stukken
a. Brief d d 11 maart 1970 van de heer M-J.A Stalpers
inzake de aanleg van riolering in de Vosseveldlaan en
het advies van het college van burgemeester en wethou
ders d.d. 29 april 1970, met voorstel betrokkene over
eenkomstig genoemd advies te berichten.
De VOORZITTER deelt mede dat van de commissie
openbare werken het volgende advies is ingekomen:
„De commissie openbare werken adviseert aan de heer
Stalpers mede te delen dat de werkzaamheden met
betrekking tot de aanleg van riolering in de Vosseveld
laan niet zijn voorzien in de begroting voor het dienst
jaar 1970. De gemeenteraad zal nog dit jaar een geheel
nieuw prioriteitenschema worden aangeboden. Daarna
kan de heer Stalpers worden medegedeeld in welk jaar
de aanleg van de riolering is te verwachten"
Het college conformeert zich aan het advies van de
commissie openbare werken en stelt derhalve voor de
ontwerp-brief in deze zin te wijzigen.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna, met inacht
neming van de aangebrachte wijziging, besloten over
eenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester
en wethouders is voorgesteld,
b Afschrift van een brief van het college van burge
meester en wethouders d.d, 6 mei 1970, gericht aan de
bond van kermisbedrijfhouders inzake het openstel
len van kermissen op zondag, met voorstel dit voor
kennisgeving aan te nemen
Mevrouw POLET-MUSLER zegt dat burgemeester en
wethouders in de brief opmerken dat het houden van
kermissen op zondag niet juist is in verband met het
lawaai dat wordt veroorzaakt. De kermis veroorzaakt
dat lawaai iedere dag. Wanneer men in de buurt van
een kermis woont, dan ondervindt men hinder, on
verschillig welke dag het is. Het door het college aan
gevoerde argument geldt dan ook niet speciaal voor
de zondag.
De P v.d. A.-fractie verzoekt het college derhalve een
ander standpunt met betrekking tot het houden van
kermissen op zondag in te nemen. Nog slechts een
kleine groep van de bevolking houdt zeer stringent vast
aan de zondagsrust. Door hun voorstel duperen bur
gemeester en wethouders een groot gedeelte van de
bevolking,
De heer DE GROOT merkt op dat zijn fractie vanzelf
sprekend graag akkoord gaat met hetgeen wordt voor
gesteld door burgemeester en wethouders. Hij wil niet
nalaten zijn waardering uit te spreken voor het stand
punt dat wordt ingenomen door het college. Eerlijk
heidshalve zij opgemerkt dat de fractie tijdens de vori
ge raadsvergadering enigszins ongerust was, toen werd
medegedeeld dat een beslissing over het houden van
kermissen op zondag behoort tot de bevoegdheid van
het college van burgemeester en wethouders. Gelukkig
blijkt thans dat de fractie ten onrechte ongerust is
geweest,
De heer OLDENBOOM meent dat het te ver gaat om
ieder onderscheid tussen de zondag en een door de
weekse dag af te wijzen. De protestants-christelijke
fractie kan zich con amore verenigen met hetgeen
wordt voorgesteld.
Het getuigt van een klein tikkeltje onverdraagzaam
heid, wanneer men zegt dat er nog maar een kleine
minderheid is die zeer stringent vasthoudt aan de zon
dagsrust, (In dit verband dient overigens te worden op
gemerkt dat er geen sprake is van een kleine minder
heid). De betrokkenen vinden de zondag een uitzon
derlijke dag. Het is onjuist het karakter van deze dag
door kermislawaai te veranderen. Het gaat naar spre
kers wijze van zien te ver om de gedachten van bedoel
de betrokkenen te negeren.