sen leven, Maar wanneer de raad de motie wil onder steunen, dan zal het college niet zeggen dat het een slecht besluit is De heer LEVINGA is het met de voorzitter eens, dat te veel moties ontkrachtend werken. Maar de onder havige motie betreft toch wel een erg belangrijke zaak. Omdat de nieuwe regering van plan is op het gebied van het onderwijs te gaan bezuinigen, lijkt het niet overbodig om haar nog eens extra duidelijk te maken dat, liefst zoveel mogelijk, gemeenteraden het daar mede niet eens zijn. Spreker stelt daarom voor om de motie te steunen. Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES zegt dat het verzoek van de gemeente Raalte gisteren in de onderwijscommissie is besproken. Het is geluk kig niet meer nodig om het gesprokene allemaal te herhalen. De voorzitter heeft opgemerkt dat door een te groot aantal moties hun uitwerking verloren gaat. Bij de begrotingsbehandeling heeft de Soester raad besloten om over het onderhavige onderwerp nog geen motie te laten uitgaan Spreekster zou willen weten hoeveel moties er over deze aangelegenheid al verstuurd zijn. De heer Levinga had volkomen gelijk, toen hij zei, dat de tijd voor de indiening van deze motie uitstekend is, Er staat, jammer genoeg, geen on waar woord in. De raad doet met het adhesie betui gen ook niet zo'n kwaad als men leest wat er in een stukje in het Handelsblad van 14 juli 1971 onder het kopje „Burgemeester dreigt te gaan staken" staat: „De burgemeester van de Limburgse plaats Eijgelsho- ven, mr. J.G.A. Janssen, heeft gedreigd met een aantal andere burgemeesters van Zuidlimburgse plaatsen te gaan staken, omdat de overheid de financiële kraan voor de gemeenten zodanig heeft dichtgedraaid, dat de bestuurbaarheid van de gemeenten vastloopt." Zo'n daad stelt de voorzitter van de Soester raad nog niet. Spreekster wil adhesie betuigen aan de heel goed in elkaar zittende motie van de gemeente Raalte, die de gemeente Soest en de 900 andere gemeenten ook hadden kunnen doen uitgaan. Het is zaak dat deze motie met steun van zoveel mogelijk gemeenten te be stemder plaatse komt, De heer OLDENBOOM kan het betoog van de voor zitter wel aanvoelen, dat men niet te veel moties moet doen uitgaan; dat men het kruid droog dient te hou den voor zaken die werkelijk nog belangrijker zijn dan deze aangelegenheid. Bovendien gaat het een beet je ver als in de gehele scala van overheidsbestedingen één onderwerp bij de kop wordt genomen. Spreker kan zich voorstellen dat de raad ook een motie zou kunnen aannemen waarin gezegd wordt, dat de de fensie zo nodig uitgebreid moet worden, omdat Ne derland daarmede zo verschrikkelijk achterop loopt. Er zijn vele andere punten die belangrijk zijn, Waar om dan juist nu dit ene punt uit het gehele gamma van overheidsbestedingen op de korrel genomen en er een motie over ingediend? De noodzaak daarvan ontgaat spreker. Naar zijn mening ligt het buiten de mogelijkheden van de raad om een en ander te over zien. Als men gezien heeft met welke moeilijkheden de formatie van dit kabinet gepaard is gegaan, dan is het niet zinvol dat de raad deze motie ondersteunt De heer VAN POPPELEN merkt op dat hij het aan vankelijk eens was met het voorstel van het college om het verzoek van de gemeente Raalte voor kennis geving aan te nemen, omdat men zich beperkingen moet opleggen met het ondersteunen van moties, wanneer een dergelijke steun, in de totaliteit bezien, niet al te zeer noodzakelijk is Hij is het met de heer Oldenboom eens, dat onderwijs wel een belangrijke zaak is, maar dat er andere urgente zaken in de ge meente zijn. De raad zou ten aanzien daarvan ook wel moties kunnen versturen. Wanneer het ook nog gaat om het ondersteunen van moties van andere ge meenten, dan lijkt dit helemaal te ver te gaan. Spreker is het met het betoog van de voorzitter eens dat de raad voorzichtig dient te zijn met het onder steunen van moties. Het moet helemaal de bedoeling niet zijn om de landelijke politiek daarbij te betrek ken. De heer DE GROOT zegt dat, toen bij de behande ling van de laatste begroting problemen, als waarop de onderhavige motie doelt, aan de orde waren, er in de raad is gezegd: „Wij moeten Den Haag bestormen". Het adhesie betuigen aan de motie van de gemeente Raalte is heel wat minder dan Den Haag bestormen. Spreker meent dat de raad van Soest feitelijk al niet minder kan doen dan adhesie betuigen aan deze mo tie. Het is niet zo dat als de raad geen adhesie betuigt, hij niets doet. De motie ligt op tafel. Spreker had niet willen voorstellen om een dergelijke motie van de raad van Soest te doen uitgaan. Geen adhesie be tuigen echter kan de indruk wekken, alsof de raad van Soest het niet zo noodzakelijk acht om de regering op de bedoelde materie te attenderen. Met het adhe sie betuigen wordt, misschien ten overvloede, nog weer eens de aandacht gevestigd op de moeilijke situa tie met betrekking tot de financiering van de scholen bouw. Daarom wil hij graag steun aan de motie verle nen. De wethouder DIJKSTRA zegt dat in de onderwijs commissie de discussie hoofdzakelijk ging over de strekking van de motie en over het effect dat met de motie zou kunnen worden teweeggebracht. De raad is het eens over de strekking van de motie. De toe komst ten aanzien van de scholenbouw ziet er bepaald niet rooskleurig uit. Spreker heeft vanmiddag op de provinciale griffie nog een uitgebreid gesprek gehad. Men is daar op het punt van de scholenbouw zeer somber gestemd. Onenigheid bestaat er in de raad over het effect dat met het ondersteunen van de motie kan worden ver kregen. Spreker is het met de voorzitter eens dat door een veelheid van moties de kracht daarvan natuurlijk sterk wordt afgezwakt. Maar als de raad, zoals de on derwijscommissie, in meerderheid adhesie wil betui gen, dan zal spreker zich daarbij gaarne neerleggen en het besluit opvolgen. Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN DE VRIES zegt dat het betoog van de heer Oldenboom haar aan leiding geeft om nog enige opmerkingen te maken, Zij is er diep van overtuigd dat het stagneren van het on derwijs een van de ergste dingen is die men zou kunnen laten gebeuren. Alle problemen met betrekking tot het gedrag van mensen en vooral van jonge mensen en de huidige maatschappij-filosofieën wijzen allemaal naar éen punt, nl. dat er iets aan het onderwijs moet worden gedaan Het is daarom ontzettend belangrijk dat men het onderwijs goed aanpakt en onderbrengt en dat men er ruimte voor heeft Wanneer dit niet ge beurt, kan men al het andere wel vergeten Het is he lemaal niet zo erg als de wegen een tijdje niet zo goed zijn; het is vervelend, maar er wordt geen mens slech ter van Het is heel vervelend als de verlichting een tijd je niet goed is, maar daarvan wordt ook geen mens slechter 102

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 103