li 1971 staat gepubliceerd een circulaire van de mi
nisters van binnenlandse zaken en van financiën, d.d.
6 juni 1971, welke circulaire een belangrijke invloed
op de investeringsnota kan hebben In deze circulaire
worden bepaalde suggesties gedaan ten aanzien van
de samenstelling van de begrotingen voor het jaar
1972, De raad zal over de consequenties van deze cir
culaire maar eens goed van gedachten moeten wisse
len, doch dan als totale raad, samenwerkend, brain
storming, in het belang van de gemeente Soest, zoals
het openingsgebed dit ook weergeeft.
Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES
zegt dat haar fractie verheugd is over het verschijnen
van de onderhavige nota Het gaat niet alleen om de
vraag hoe het geld dat verkregen kan worden en dat
de gemeente bezit, kan worden besteed, maar ook om
een stuk beleid. Mede daarom is de fractie het wel
met het voorstel eens om de nota als richtlijn voor
het te voeren beleid te aanvaarden, maar zij behoudt
zich het recht voor om ieder jaar de prioriteiten te
bekijken. Spreekster ziet het voorstel van de heer Geer-
lings helemaal niet als een uitdaging. Iedere fractie
heeft de nota bekeken en vastgesteld of zij het met
de prioriteiten eens kan zijn Over deze kwestie zal de
raad zich ieder jaar weer moeten beraden, eerst afzon
derlijk in de fracties, dan gezamenlijk in het afdelings-
onderzoek en vervolgens in de openbare begrotings
behandeling Het is jammer dat de afdelingsvergade
ringen ook niet openbaar zijn,
Tijdens de informele bijeenkomst is naar voren geko
men, dat er een verschil van mening bestaat tussen de
wethouder Ebbers en spreekster, ten aanzien van het
punt of voorzieningen in de leef-infrastructuur in de
rendabele of onrendabele sfeer moet worden getrok
ken, De nota gaat alleen maar over onrendabele inves
teringen, Men kan van opvatting verschillen of - als de
gemeente zich uitbreidt op de manier zoals men nu
denkt - men van gemeentewege uit gemeenschaps
voorzieningen moet meeplannen in de onrendabele
sfeer of in de rendabele sfeer; wat wil zeggen dat zij
dan op de exploitatie van een nieuwe wijk gaan druk
ken De gehele raad zal zich nog eens en dan mis-,
schien eerder dan de begrotingsbehandeling, over deze
kwestie moeten beraden. Het is een stuk beleidsfilo-
sofie dat dan aan de orde komt.
De heer DE GROOT kan instemmen met het voorstel
om de „proeve van een investeringsnota" i;i beginsel
als richtlijn voor het te voeren beleid te aanvaarden,
Hij heeft waardering voor het stuk werk dat is verzet
om het geheel zwart op wit te krijgen en op een dui
delijke, overzichtelijke wijze weer te geven. Het is wel
eens aardig te lezen wat er in de komende vijftien
jaar in de gemeente Soest nodig zal zijn, maar of het
mogelijk zal zijn het allemaal uit te voeren is een
kwestie waarachter men een groot aantal vraagtekens
kan zetten, Er kan nl nog zoveel gebeuren en er kun
nen nog zoveel factoren hun invloed doen gelden,
dat men op geen stukken na kan zeggen of alles gerea
liseerd kan worden, Hoe zal de bevolkingsgroei zich
bijv. ontwikkelen en hoe zal het uitkeringsbeleid van
de overheid zijn? Men heeft nu twintig jaar welvaart
achter de rug en op het ogenblik is er duidelijk een
kentering zichtbaar. Gaat het hier om een lichte in
zinking en zal de welvaart daarna weer verder toene
men, of gaat de inzinking verder door?
Het is heel belangrijk dat men deze nota steeds, ook
bij het opstellen van de begroting, bij de hand kan
hebben, Er kan dan worden bijgestuurd, aangevuld en
106
weggeschrapt Spreker meent, dat als men over vijf
tien jaar - wanneer men dan nog in leven is en als
raadslid fungeert - nog eens deze nota vergelijkt met
hetgeen er dan bereikt is, men wel eventjes zal kun
nen glimlachen Te hopen valt dat hetgeen de nota
vermeldt ten naaste bij zal kunnen worden uitge
voerd, maar hij betwijfelt sterk of dit zal lukken. Toen
hij het stuk voor het eerst vluchtig doorlas, speelde
een zin uit een gedichtje door zijn hoofd, nl,: „Oh,
als ik rijk was, dan wist ik wat ik deed", Hij is niet zo
erg optimistisch wat de financieringsmiddelen be
treft
De wethouder EBBERS zegt dat de nota als een neer
slag moet worden gezien van de confrontatie met een
aantal wensen, verlangens en mogelijkheden, wanneer
de gemeente in 1985 zal zijn uitgegroeid tot een in
wonertal van ongeveer 62,000, Wanneer men deze
wensen etaleert, dan komt natuurlijk direct de vraag
op, wat een en ander zal gaan kosten en aan lasten
voor de algemene dienst zal veroorzaken. De heer
Geerlings heeft gezegd dat de nota een vrij ambiti
eus stuk is. Spreker weet niet of het ambitieus moet
worden genoemd op grond van de naar voren gebrach
te wensen. De wensen als zodanig lijken hem niet zo
ambitieus toe. Als men de realiseertijd van vijftien
jaar bekijkt tegenover hetgeen de gemeente in de af
gelopen jaren heeft gekregen aan financieringsmidde
len, kan de heer Geerlings wel eens gelijk hebben.
Het college hoopt met de nota in ieder geval te berei
ken, dat de gemeente bij de hogere overheden - bij
gedeputeerde staten en zelfs bij de ministers van fi-
nanciè'n en van binnenlandse zaken kan aankloppen
met wat hardere cijfers dan voorheen, om er de brood
nodige financieringsmiddelen los te krijgen
Aan de andere kant is de nota gereedschap voor het
gemeentebestuur zelf, want het wordt dagelijks ge
confronteerd met de in de nota voorkomende zaken.
Bij iedere opstelling van begrotingen en bij de uitga
ven moet het gemeentebestuur zich steeds weer voor
ogen houden, dat het zich een geweldig brok zelf
discipline moet opleggen met betrekking tot een per
centage van de middelen en met name de additionele
middelen die de gemeente met de groei van de bevol
king krijgt, Deze additionele middelen zullen inder
daad moeten worden bestemd - of worden gereser
veerd wanneer de financieringsmiddelen daarvoor niet
aanwezig zijn - voor de groei van de gemeente
Wat de door de heer Geerlings gestelde vraag over de
haalbaarheid van de 21% betreft, merkt spreker op
dat dit percentage op basis van vijfjaar vrij constant
is gebleken, Hij waagt te betwijfelen of dit percenta
ge hoger zal worden. Hij gelooft zelfs dat, en nu is
hij misschien wat pessimistisch, het een heel moeilijke
trek zal worden om het percentage van 21 te handha
ven. Dit is een kwestie, waarover de raad zich zal
moeten beraden
Het ligt in de bedoeling om de nota jaarlijks aan te
passen aan de dan bestaande realiteit. Wanneer er
volgens het college verschuivingen noodzakelijk zijn,
dan zullen zij aan de raad worden voorgelegd. Het zal
een kwestie van overleg zijn, wat eventueel naar ach
ter geschoven moet worden.
Er zal zonder meer ook een meerjarenplanning moe
ten worden opgesteld, Nu is dit geen zaak die men
een, twee, drie in elkaar zet. Bij de prognoses inzake
de groei van de gemeente - die het belangrijkste uit
gangspunt in deze kwestie vormt - zal het een toets
steen zijn of de 21% ook in de toekomst, in de meer-