182 Voorstel tot vaststelling van het plan tot onteigening
van gronden, gelegen in het bestemmingsplan „Indus
trieterrein".
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
183 Voorstel tot wijziging van de „A.P.V. Soest".
De heer HOEKSTRA zegt dat burgemeester en wet
houders onder II in het pre-advies schrijven:
„Het is in deze gemeente voorgekomen, dat op parti
culier terrein een draad werd gespannen, waarop een
gevaarlijke elektrische spanning was aangebracht, die
tot doel moest hebben onbevoegden van het terrein
te weren."
en:
„De jarenlange, vrij consequente, jurisprudentie van
de Kroon en de rechterlijke macht geeft echter aan,
dat het stellen van een dergelijk verbod niet tot de
competentie van de gemeente behoort".
Toch wordt voorgesteld de A.P.V. aan te vullen met
een artikel 41a, waarin wordt bepaald dat het verbo
den is niet deugdelijk geïsoleerde draden langs wegen
aan te brengen of te hebben. Het gaat in dit geval niet
om draden die op particulier terrein zijn aangebracht.
In het pre-advies merkt het college nog op dat de
P.U.E.M. op basis van het burgerlijk recht kan ingrij
pen, omdat de afnemer van elektriciteit niet voldoet
aan de leveringsvoorwaarden, wanneer deze een niet
geïsoleerde draad heeft aangebracht.
Het lijkt spreker dat het thans voorgestelde artikel 41a
eigenlijk een beetje overbodig is. De gemeente dient
geen verordeningen in het leven te roepen die niet he
lemaal beantwoorden aan hun doel of die eigenlijk te
veel zijn. Het verdient dan ook aanbeveling de
A.P.V., die in Soest toch reeds vrij dik is, niet uit te
breiden met artikel 41a.
De fractie gaat volkomen akkoord met hetgeen wordt
voorgesteld ten aanzien van het toezicht op cafetaria's.
De heer PIEREN merkt op dat er onder de cafetariahou
ders nogal wat ongerustheid is ontstaan. Wanneer
de nieuwe verordening van kracht wordt, dan hebben
de cafetariahouders geen vergunning meer. Moeten de
cafetariahouders, wanneer de verordening vanavond
door de raad wordt vastgesteld, reeds vanaf morgen
's avonds om elf uur sluiten? Hoelang bestaat de mo
gelijkheid tot het aanvragen van een ontheffing?
Het gebeurt meermalen dat mensen die 's avonds uit
zijn geweest, juist na elf uur trek hebben in een warm
hapje of iets dergelijks. Daarom stelt de PAK-fractie
voor, de voorgestelde sluitingstijd van de cafetaria's van
23.00 uur te wijzigen in 24.00 uur. Wanneer het col
lege deze suggestie niet wil overnemen, dan stelt de
fractie voor het gehele voorstel aan te houden, zodat
alsnog met de cafetariahouders kan worden besproken
welk tijdstip van sluiting het meest wenselijk is.
In de verordening wordt gesteld dat de cafetaria's
's morgens om zes uur open zullen mogen zijn. De
meeste cafetaria's hebben daaraan niet veel. Het ver
dient aanbeveling dat het gehele probleem wordt be
sproken met een afvaardiging van de cafetariahouders.
De heer JONKER zegt, dat hij evenals de heer Pieren
een sluitingstijd van 23.00 uur voor de cafetaria's rij
kelijk vroeg vindt; 24.00 uur zou een aanmerkelijk
betere tijd zijn. De fractie van D'66 meent dat het
aanvangsuur van zes uur best naar zeven uur mag wor
den verschoven. Kan de voorgestelde verordening in
deze zin worden gewijzigd?
In het pre-advies wordt erop gewezen, dat het met het
oog op de openbare orde gewenst is dat er effectief
kan worden opgetreden. Het kan best zijn dat effec
tief optreden in sommige gevallen gewenst is, maar de
vraag rijst of er sprake is geweest van concrete exces
sen. Of is hetgeen wordt voorgesteld zuiver preventief
bedoeld?
Mevrouw ORANJE-ENTINK zegt, dat zij als lid van
de commissie voor de strafverordeningen, heeft voor
gesteld om de cafetaria's om 23.00 uur te doen slui
ten. De cafetaria's worden bezocht door zeer jeugdige
personen, veelal gezeten op, of staande naast, hun
bromfietsen. De omgeving ondervindt nogal wat ru
moerige overlast.
De moeders van de betrokken jeugdige personen zul
len het waarschijnlijk best prettig vinden hun jeugdige
zonen min of meer op tijd weer thuis te krijgen.
Spreekster zou dan ook van harte willen pleiten voor
een sluitingstijd van 23.00 uur.
De heer VAN POPPELEN stemt in grote lijnen in
met de gedachte van mevrouw Oranje. Enkele maan
den geleden heeft de raad, bij de behandeling van een
voorstel tot vestiging van een nieuwe cafetaria aan de
Ossendamweg, slechts een bouwvergunning willen
verstrekken, wanneer zou worden voldaan aan een
vroeger sluitingsuur. Als argument werd aangevoerd
de rust van de buurtbewoners.
De heer LEVINGA herinnert eraan, dat drie a vier
jaar geleden een boer in de Betuwe een niet geïsoleer
de elektriciteitsdraad om zijn boomgaard had gespan
nen. Door het aanraken van deze draad is een jongen
overleden. Het verdient dan ook aanbeveling dat arti
kel 41a zal worden toegevoegd aan de A.P.V.
De heer VERHEUS zegt dat in artikel 63 wordt op
gemerkt wat onder een cafetaria dient te worden ver
staan. Er wordt gesproken over een besloten ruimte.
Hij meent dat er sprake is van een vreemd begrip,
waarmede men alle kanten uit kan. Een open hal die
's nachts kan worden afgesloten door een rolluik,
zou z.i. in de zin van artikel 63 geen cafetaria zijn,
maar hooguit een automatiek. Zou een dergelijke in
richting niet onder artikel 63 vallen?
De VOORZITTER zegt, dat wordt voorgesteld in de
A.P.V. de bepaling op te nemen, dat het verboden is
een stroomdraad aan te brengen langs de openbare
weg. Het is de gemeente niet mogelijk om verder te
gaan. Het gaat wel om particulier terrein, want aan
genomen wordt dat dergelijke stroomdraden wel op
eigen terrein worden aangebracht, zij het langs de
weg, zodat degenen die op een openbare plaats zijn,
met die draad in aanraking kunnen komen.
Men zou kunnen zeggen dat het erg ver gezocht is,
alle dolle dingen die iemand in zijn hoofd kan halen,
verboden te verklaren. Het is eigenlijk heel vreemd,
dat de rijkswetgever geen verbodsbepaling heeft op
gesteld. Het is mogelijk dat de stroomleveringsmaat-
schappij optreedt,maar in dat geval wordt slechts
bepaald, dat de maatschappij besluiten kan, dat de af
nemer geen stroom meer geleverd krijgt. Dat wil he
lemaal nog niet zeggen dat strafrechtelijke sancties
mogelijk zijn. Er doen zich gelukkig niet heel veel
van dergelijke gevallen voor, maar zij vinden zo nu
en dan plaats. In Soest heeft een dergelijk geval zich
reeds op een binnenterrein afgespeeld. Daarom meent
de commissie voor de strafverordeningen dat er iets
moet worden gedaan. Het is de bedoeling dat het arti
kel een preventieve werking heeft. Waarschijnlijk is
het mogelijk nog meer dingen te vinden die niet mo-
112