bij beto- n lijst eerder n bij rr- tal en ïbruik s, m dat /ille- tg met edig em- te we- ntal de ook teker- het Hoewel het een apart ingekomen stuk betreft, is spreker verheugd over de brief van de heren Hil- horst en V d. Heuvel Deze brief heeft spreker ver sterkt in zijn reserve jegens het onderhavige ingeko men stuk De eerstgenoemde brief is ondertekend door mensen die voor 100% uit de bedoelde omgeving komen; van de ondertekenaars van de brief van de heer Roest c.s, komt slechts 34% uit de directe omge ving, 7% uit andere delen van Soest, 9% uit Soest- Zuid en zijn er, nota bene, 50% nieuwkomers uit Soesterveen Natuurlijk zijn de laatsten ook inwoners van Soest en hebben zij gelijke rechten, maar als men de belangen van beide brieven tegen elkaar afweegt, dan hecht spreker meer waarde aan de brief die on dertekend is door mensen die allen voor 100% uit de desbetreffende omgeving komen. Spreker staat niet achter het voorstel van de heer Geer- lings, of het college kan aangeven wanneer het bestem mingsplan-Lange Brinkweg klaar zal zijn. Spreker zou ten deze tot de grootste voorzichtigheid willen manen. Het bestemmingsplan zal pas dan in de raad moeten worden gebracht, wanneer het tot en met is voorbe reid Er moet niet overhaast te werk worden gegaan, met het gevaar dat van alle kanten opmerkingen wor den gemaakt, dat het bestemmingsplan niet deugt. Het college zal met de medewerkers uitgebreid te werk moeten gaan, opdat er een goed bestemmings plan komt. Het gehele voorbereidingsbesluit dat genomen is voor gronden ten zuiden van de spoorlijn tot aan het Kerk- pad, is voor het college een zeer moeilijke aangelegen heid, Men kan weten dat - en vele ondertekenaars zou den hiervan op de hoogte moeten zijn - de grootste problemen juist verband houden met het Kerkpad en met de Lange Brinkweg Men vindt daar een variatie van agrarische bestemming en bebouwing. Het gedeel te waarop de heer Roest c.s. doelen en het Kerkpad zijn praktisch zelfs volgebouwd Wanneer hier over haaste besluiten zouden worden genomen, worden twee partijen gedupeerd, de mensen die daar willen bouwen en de agrariërs die dan maar moeten zien, waar ze blijven. In het verleden is door prettige samen werking en door goede oplossingen getracht een ver antwoorde bebouwing aan het Kerkpad en langs de Lange Brinkweg te krijgen De hier bedoelde nieuw bouw heeft niet alleen tijdens de oude raad plaatsge vonden, maar ook tijdens de nieuwe raad is hier nieuwbouw gepleegd Het is voor spreker een wat duistere zaak, waarom juist over dit geval zoveel ge schreven moet worden Wanneer het college ervoor zorgt, dat bij het verlenen van een bouwvergunning de betrokken woningen in overeenstemming zijn met de omgeving, dan heeft sprekers fractie daarin het volste vertrouwen. De VOORZITTER zegt, dat het college is verweten dat de brief van de heer Roest c.s door hen is beant woord, voordat dit stuk in de raad aan de orde is ge steld. Dit zou verwarring hebben veroorzaakt. Spreker maakt erop attent dat de verwarring is teweegge bracht door de schrijvers van de brief. In hun brief hebben zij aan twee colleges met twee totaal verschil lende verantwoordelijkheden en bevoegdheden over verschillende zaken geschreven Daardoor moest de brief door twee verschillende colleges worden beant woord en moest ieder college de beantwoording van dat stuk van de brief voor zijn rekening nemen, dat betrekking had op zijn bevoegdheden. De beslissing voor het verlenen van een bouwvergun ning overeenkomstig artikel 19 van de Wet op de Ruim telijke Ordening berust bij burgemeester en wethou ders. Het college van gedeputeerde staten heeft daar bij nog de opdracht, daarover al of niet zijn goedkeu ring uit te spreken. Dit is een zaak waar de raad hele maal buiten staat Omdat bij een bouwvergunning ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt vooruitgelopen op een bestemmingsplan, dat dan te zijner tijd door de raad zal moeten worden vastgesteld, is de raad bij zo'n bouwvergunning toch betrokken voor zover het betreft zijn oordeel over dat toekomstige bestemmingsplan. Voor dit vooruitlopen op een bestemmingsplan is een zeker contact met de raad nodig. Daarom is afgesproken dat dergelijke ver gunningen besproken zullen worden in de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan. Maar dit staat hele maal los van het verlenen of weigeren van de bouw vergunning door burgemeester en wethouders. Van daar dat het college niet heeft gewacht op een reactie uit de raad, maar dat het heeft gemeend deze beide zaken uit elkaar te moeten trekken en de schrijvers duidelijk te maken dat het hier twee heel verschillen de zaken betreft. De onduidelijkheid is dus ontstaan doordat men tegelijk aan twee verschillende colleges heeft geschreven. Het is dan erg moeilijk deze eenmaal ontstane onduidelijkheid er weer uit te krijgen. De enige manier om dit te doen is, duidelijk twee ant woorden te geven. Men heeft gehoord dat het college zijn aanvankelijke voorstel, de onderhavige brief voor kennisgeving aan te nemen, heeft gewijzigd in het aannemen van het advies van de commissie grondbedrijf en uitbreidings plan, dat het bedoelde bouwplan past in het toe komstige uitbreidingsplan aan de Lange Brinkweg. Door de heer Geerlings is de beduchtheid uitgespro ken dat het gemeentebestuur steeds meer de weg zal opgaan van het verlenen van vergunningen volgens ar tikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in plaats van het verstrekken van normale bouwvergun ningen op grond van een bestaand, vastgesteld be stemmingsplan De manier waarop het de laatste ja ren is gegaan, nl. het veelvuldig gebruik maken van genoemd artikel 19, is uit nood geboren door de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening die op een heleboel punten nader geïnterpreteerd moet worden. Het gaat hier niet om een wet, waarin men duidelijk, tot in details kan aflezen, hoe alles geregeld moet worden. Men denke aan de voorschriften. Er moet heel veel geïnterpreteerd worden. In de beginjaren van de wet is er zeer verschillend geïnterpreteerd. Er moest zich door de uitspraken van de Kroon, ten aan zien van al deze te interpreteren kwesties, langzamer hand een jurisprudentie vormen. Wanneer er wat meer duidelijkheid is gekomen in de bedoelingen van de wet, zal het veel eenvoudiger zijn om bestemmings plannen vast te stellen die aan de geconcretiseerde eisen voldoen. Na de zeer ernstige kinderziekten in de eerste jaren van de wet, kan men nu tot een duidelijker beleid komen. De vertragingen die in de beginjaren zijn opgetreden, zullen langzamerhand verminderen. Het is bepaald niet de bedoeling, te blijven doorgaan op de oude manier, door plannen in voorbereiding te verklaren en door middel van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bouwvergunningen te geven. Dit is maar een noodmaatregel die beslist moet bestaan om - daarom is hij ook in de wet opgenomen - de voortgang van de bouw te verzekeren. Deze maat regel moet echter zo weinig mogelijk worden toege- 125

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 126