ook met het oog op de tijd. zijn betoog beperken. Spreker heeft twee stukken gekregen, waarvan hij niet weet, welke de juiste is. Op blz. 2 van een dezer stuk ken staat: „Wij zullen niettemin blijven trachten zoveel moge lijk tot minnelijke overeenstemming met de betrok ken grondeigenaren te geraken." Tegen deze zin heeft spreker enorme bezwaren. De gemeente Soest betaalt voor de grond reeds geduren de elf jaar f. 4,— per vierkante meter aan de agrariërs, wanneer zij deze grond op korte termijn nodig heeft. Deze afspraak is elf jaar geleden gemaakt met de geor ganiseerde landbouw, in casu het landbouwschap. Van deze overeenkomst is geen der agrariërs nadien afgeweken. De grondaankopen zijn altijd heel soepel en heel prettig verlopen. Maar nu, in 1971, met alle prijsstijgingen die hebben plaatsgevonden, komt de gemeente met een voorstel dat erop neer komt, dat er twee kwartjes minder wordt betaald. Spreker heeft, ook tijdens de algemene beschouwingen, er vaak voor gepleit, dat iemand, of hij nu land of huizen verkoopt, volledig schadeloos behoort te worden gesteld. Spre ker zou daarom graag in overweging willen geven om - en dan is er geen vuiltje aan de lucht - de door hem geciteerde zin te vervangen door de volgende: „De overeenstemming is nog niet bereikt, omdat het college in 1971 voor de aan te kopen grond op de Eng f. 0,50 per vierkante meter minder wil betalen dan de prijzen die door de gemeente sedert 1961 zijn betaald. Wij zijn ervan overtuigd dat, wanneer de ge meente de reeds meer dan tien jaar aangehouden norm handhaaft, men nog hedenavond tot overeen stemming komt met de betrokken eigenaars". Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT merkt op dat, hoewel de heer Van Poppelen zijn ver vangende zinnen wat snel heeft voorgelezen, zij be grepen heeft dat, wat hij ervan wil maken hetzelfde is wat er nu staat De heer VAN POPPELEN: Oh, neen. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Het komt op hetzelfde neer. Voortgaande zegt spreekster dat in alle gevallen een minnelijke overeenkomst altijd mogelijk is, wanneer men wil geven wat de betrokkenen vragen. Omdat dit hier niet het geval is, is de gemeente met de betrok kenen niet tot een minnelijke overeenstemming ge raakt. De onteigening dient als een maatregel achter de hand, wanneer een minnelijke overeenstemming niet gelukt. Als de heer Van Poppelen stelt, dat de gemeen te dan maar twee kwartjes meer moet geven, dan zijn er zovele gevallen waarin de gemeente gemakkelijker tot overeenstemming zal komen. De gemeente heeft altijd f. 4,- voor agrarische grond gegeven, wanneer deze voor de woningbouw was be stemd. Voor wegaanleg wordt altijd minder gegeven. Spreekster wil nu niet op de grondprijs ingaan. Zij heeft trouwens beloofd, dat in de commissie grondbe drijf en uitbreidingsplan deze materie nog uitvoerig zal worden besproken, mede aan de hand van het voor het Samenwerkingsorgaan Eemland samengestelde rapport van de werkgroep coördinatie grondbeleid. Uit dit rapport blijkt, dat de gemeente Soest met haar prijzen voor de agrarische grond aan de hoge kant zit. Spreekster kan nu niet ingaan op datgene wat er bij de onderhavige aankopen aan de orde is. Er is voor een groot gedeelte wel degelijk met de, door de heer Van Poppelen genoemde, grondprijs rekening gehou den. Zij voelt er niet voor de door de heer Van Poppe len aangegeven tekstwijziging aan te brengen. Zij neemt graag aan, dat vanavond direct tot overeen stemming met betrokkenen zou kunnen worden ge komen, maar aan de vraag of de gemeente voor het gedeelte waarom het gaat twee kwartjes meer kan ge ven, zit bepaald meer vast. Voor de rest van de grond aankopen zouden de twee kwartjes meer precedenten kunnen scheppen, waarvan de gevolgen niet te over zien zijn. De heer VAN POPPELEN zegt, dat hij nu niet dieper wil ingaan op de onderhavige kwestie. Voor de dui delijkheid zij nog gezegd, dat hij geen twee kwartjes meer voor de grond vraagt, maar de prijs die sedert elf jaar betaald is. De gemeente wil nu twee kwartjes minder betalen. In het rapport van de werkgroep coördinatie grondbe leid wordt de gemeenten in het Eemlandgebied voor gehouden, f. 4,-- per vierkante meter als norm te han teren, Soest gedraagt zich op dit punt heel netjes, want deze prijs wordt al sedert elf jaar aangehouden. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zegt, dat Soest volgens het lijstje in het rapport van de genoemde werkgroep f, 3,50 a f. 4,-- betaalt. Het eerste bedrag heeft betrekking op grond voor wegen en het tweede voor woningbouw. De heer OLDENBOOM vraagt of de brief van 15 de cember 1970 aan de financiële commissie wordt in getrokken, althans gemodificeerd, als de wethouder bij haar standpunt persisteert. De wethouder is op de ze brief niet ingegaan. De VOORZITTER: Ligt deze brief bij het dossier? De heer OLDENBOOM: Neen. De heer VAN POPPELEN: Die krijgen wij nog wel en dan zult u zien dat wij gelijk krijgen. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT merkt op, dat de heer Van Poppelen niet goed wist wat hij met de twee stukken aan moest. Zij maakt hem erop attent, dat de grond van de Dalweg in twee plannen zit, nl. in het plan van de Engweg en in het plan van het park. Vandaar dat er twee raadsvoorstel len zijn. De VOORZITTER zegt, dat het om een plan tot ont eigening gaat. De onderhandelingen gaan echter door, zodat er nog alle gelegenheid is een prijzendebat te houden om tot elkaar te komen. De heer VAN POPPELEN zegt tegen het voorstel te zijn, tenzij het college kan garanderen dat de raad over een maand uit deze materie is. Het zit een hoop mensen hoog. De VOORZITTER: Dat kan niet. De heer VAN POPPELEN: Kan het college niet van zijn standpunt terugkomen? Het lijkt mij dat dit niet zo moeilijk behoeft te zijn. Het kan, nadat elf jaar f. 4,— is betaald, toch zeggen dat de prijs van f. 3,50 wordt losgelaten. Ik ben er zo uit als het aan mij ligt. De VOORZITTER: Het kan niet. Als men stelt, dat men het over een maand eens moet zijn en de andere partij houdt het been stijf, dan wil dit zeggen dat wij moeten toegeven, want anders is er over een maand geen overeenstemming. In zo'n dwangpositie kunnen wij ons niet manoeuvreren. Wij moeten vrij blijven. Anders behoeven de commissies daarvoor ook niet eens bij elkaar te komen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen, waarbij de heer Van Poppelen op zijn ver zoek in de notulen de aantekening krijgt, dat hij ge-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 150