Nr. 13 24 november 1971. NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op woensdag 24 november 1971 te 9.00 uur. VOORZITTER: de burgemeester, de heer mr. S P. Baron Bentinck. SECRETARIS de heer H Borreman. Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A, Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, L.J. Dijkstra, J.J Ebbers, M.A. van Ee, J.W.H.Geerlings, P Grift, M. de Groot, K. de Haan, D. Hoek stra, H.M Jonker, J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion, K. Levinga (later), R.A. van Logtenstein, G.H Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, J.R. van Poppelen, A.H.F. Smit, J.C. Smits, P L.J.M. Storimans, C. Verheus, mevrouw T.R. Walma van der Molen-De Vries en mevrouw M.C.P, Walter-Van der Togt. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met gebed te beginnen Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter plaats. Vervolgens deelt hij mede, dat de heer Levinga wat later ter vergadering zal komen Hierna stelt hij aan de orde: Beantwoording door het college van burgemeester en wet houders van de maandagavond 22 november 1971 gehouden algemene beschouwingen. De VOORZITTER: Dames en heren! Wij zijn bijzonder dankbaar voor de bepaald zeer opbouwende geest waarin u maandagavond de algemene beschouwingen heeft gehou den. U heeft de moeite genomen zich te verdiepen in de verschillende algemene problemen waarmede wij te maken hebben en u heeft uw visie daarop gegeven, op deze manier er met ons over meedenkende hoe wij de beste omstandig heden en voorwaarden voor de gemeente in het komende jaar kunnen scheppen en verkrijgen. Er is in de algemene beschouwingen waardering geuit voor veel dat in het afgelopen jaar tot stand is gebracht. Bij een begrotingsbehandeling kijken wij vooruit naar het jaar waarop de begroting betrekking heeft; wij kijken dan niet in het bijzonder terug naar het afgelopen jaar. Niettemin is het prettig te ervaren, dat er begrip is voor de moeite die er is gedaan om te trachten wat vooruit te komen op de on derscheidene gebieden. Met betrekking tot het feit dat er toch wel kan worden ge sproken van bepaalde verbeteringen en verworvenheden, heeft u gelukkig ook dank gebracht aan de ambtenaren, on ze naaste medewerkers, met wie wij dagelijks ten aanzien van de problemen die zich voordoen en de beslissingen die genomen moeten worden, samenwerken ten einde tot de best mogelijke besluitvorming te komen. Er zijn natuurlijk ambtenaren, die veel nauwer dan andere ambtenaren betrokken zijn bij de beleidsvorming en die ook door de nieuwe organisatie van de beleidsvorming daarbij meer betrokken zijn. ik denk hierbij aan de verschil lende werkgroepen die gevormd zijn. Ook denk ik hierbij aan de adviesgroep die het college in het bijzonder over be leidszaken adviseert. Daarmede zijn wij nu een tijd aan de gang en wij kunnen gelukkig zeggen, dat dat toch wel blijkt goed te functioneren, hoewel er hier en daar ongetwijfeld nog wel aan bijgeschaafd moet worden. Behalve de ambtenaren die in deze groepen intern het col lege adviseren en helpen, zijn er ambtenaren die meer naar buiten optreden, die met een boodschap naar buiten ge stuurd worden om te proberen naar buiten te realiseren het geen het gemeentebestuur wenst. Daarbij hebben wij o.a. te maken met het facet van gemeentelijke activiteit dat door de grondaankopen wordt gevormd. Maandagavond heeft een uwer gezegd: Niets dan lof voor de zakelijke aanpak van de grondaankopen door de gemeente. Wij zijn erg blij met deze opmerking. De grondaankopen zijn natuurlijk al tijd een moeilijke zaak. Wij hebben voor het realiseren van onze plannen grond nodig. Die grond moeten wij van ande ren kopen. Het verkopen van grond levert voor de een ge heel andersoortige en speciale problemen op dan voor de ander. Daar zijn allerlei privébelangen mee gemoeid. Het is een gevoelige zaak, die heel veel eist van degenen die de ge meentelijke taak op dit gebied uitvoeren. Het is verheugend dat er waardering is uitgesproken voor de wijze waarop dit moeilijke werk wordt gedaan. De manier waarop de gemeen te de grondeigenaars benadert is heel belangrijk, is als het ware een visitekaartje van de gemeente. De waarderende op merking van een uwer wil ik plaatsen tegenover opmerkingen die gemaakt zijn door iemand in de gemeente, die benaderd is in verband met de verkoop van grond en die heeft gemeend zijn gramschap over het gemeentebeleid te moeten ontlas ten op het hoofd van de betrokken ambtenaar, te weten de heer Westdijk Ik stel er prijs op hier te zeggen, dat zonder uitzondering met grote tact en met een grote mate van ob jectiviteit en geduld de aankopen gedaan worden en dat wij bijzonder veel waardering hebben voor het werk van de heer Westdijk, die dit doet op een heel goede manier, waar in het college het volle vertrouwen heeft Wij hebben het bijzonder betreurd dat in het bedoelde geval zonder enige reden en zonder enige aanleiding een goede naam is aange tast omdat men het niet eens is met het gemeentebeleid. Als men het niet eens is met het gemeentebeleid, dan moet men dat het gemeentebestuur verwijten; dan moet men dat niet verwijten aan een toevallige ambtenaar die met de uit voering is belast. Wij zijn er dankbaar voor, dat wij zoveel goede steun van de ambtenaren krijgen en dat zij met ons meedenken en met groot enthousiasme medewerken om het werk gedaan te krijgen en om de problematiek de baas te blijven. Er zijn in de algemene beschouwingen telkens weer gelijk soortige zaken naar voren gekomen. Daaruit blijkt wel, dat bepaalde zaken in het bijzonder bij u leven. Een van die zaken is de openbaarheid, in het bijzonder de openbaar heid van de commissievergaderingen. De openbaarheid is een groot goed De democratie kan niet functioneren zon der de openbaarheid. Wij hielden onze commissievergade ringen niet in het openbaar, omdat wij van mening waren dat het vergaderingen in een voorbereidend stadium waren en dat er geen aanleiding was, ze openbaar te maken. Maar verleden jaar hebben wij besloten om bij wijze van proef enige commissievergaderingen openbaar te maken voor een gedeelte Naar aanleiding van die proef en de daarmede op gedane ervaringen hebben verschillenden uwer hier opmer kingen gemaakt. Ik geloof, dat wanneer wij hiermede door gaan, wij ons moeten realiseren wat de openbaarheid van commissievergaderingen betekent, maar dan in de eerste plaats wat een commissievergadering is en wat daarin ge beurt. Dat zijn - de heer Oldenboom heeft daarop in zijn algeme ne beschouwingen reeds gewezen - verschillende zaken. In een commissievergadering worden de agendapunten van de raad behandeld. De leden krijgen daar nadere informatie en aan de hand daarvan kunnen zij zich een mening over de te behandelen agendapunten vormen. (De heer Levinga komt ter vergadering). Daarnaast dient de commissievergadering ook, om meer in algemene zin de opinie van de raadsleden te peilen en te vormen. Dan gaat het meer om brain-storming, om vrijblij vend praten, om het poneren van iets om het poneren zel ve, om te zien hoe hierop wordt gereageerd en om zodoen de tot een oordeel te komen De pers zal zich moeten rea liseren dat hetgeen op deze wijze in een commissievergade ring speelt, niet in de krant dient te komen, omdat het ge- 173

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 180