De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Er staat alleen in artikel 2 dat toestemming moet wor den gevraagd. De VOORZITTER zegt dat ook in het onderhavige geval is geprobeerd het tennispark te realiseren in een lande lijke omgeving. In zo'n omgeving werken reclameborden bijzonder ontsierend. De betrokkene kan echter onthef fing van het bepaalde vragen. Er moet voor worden ge waakt dat het aantrekkelijke van het geheel wordt ver stoord door reclameborden. De gemeente geeft erg veel geld uit voor een zo goed mogelijke entourage. Het zou zonde zijn om hetgeen is bereikt ongedaan te maken voor enkele tientjes verdiensten van de heer van Harskamp. Vandaar de bepaling dat schriftelijke toestemming moet worden gevraagd voor het aanbrengen van reclames. Het maken van reclame moet aan strenge banden worden ge- legd. De heer GEERLINGS verheugt zich over het feit dat de voorzitter heeft gezegd dat het college de landelijke omge ving zoveel mogelijk in stand wil houden. Vroeger liep op de plaats waar thans het midden van het tennispark ligt een bospaadje. Het restant van het bospaadje is thans volledig onbegaanbaar. Het verdient aanbeveling dat dit paadje weer in oude luister wordt hersteld. De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT neemt aan dat het publiek er wel voor zal zorgen dat er ter plaatse weer een loopweggetje ontstaat dat te zijner tijd door de gemeente kan worden gehonoreerd door het aanbrengen van een zekere verharding. De heer GEERLINGS: Dat lijkt mij een wat moeizame weg. De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Zo is het vorige weggetje ook ontstaan, het is de natuur lijke weg. De heer VAN POPPELEN: Dat is de inspraak van de wan delaars. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. 21 Voorstel tot vaststelling van de volgende verordeningen: a. Verordening regelende de subsidiëring in de kosten van het houden van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. De heer VERHEUS merkt op geen tegenstander te zijn van de inrichting van kinderdagverblijven of peuterspeel zalen. Het gaat hem echter wat al te ver dat ook hier voor een bijdrage komt uit de overheidspot. In de voor dracht wordt uiteengezet waarom de kinderdagverblijven en de peuterspeelzalen hoofdzakelijk bestemd zullen zijn voor kinderen die in de hoge flatgebouwen over onvol doende speelmogelijkheden beschikken en voor kinderen die over onvoldoende contactmogelijkheden beschikken met leeftijdgenootjes. Dit zijn belangrijke argumenten. In de voordracht wordt er echter ook terecht op gewe zen dat de rijksoverheid, die de materie reeds geruime tijd in studie heeft, nog geen beslissing heeft genomen om trent het al dan niet verlenen van een subsidie. Ongetwijfeld zullen de in Soest te realiseren kinderdag verblijven en peuterspeelzalen voldoen in een behoefte. Te betwijfelen valt echter of de gemeente moet over gaan tot het verlenen van een subsidie, omdat de onder te brengen kinderen voor een groot deel afkomstig zul len zijn uit gezinnen waarvan de man én de vrouw zijn opgenomen in het arbeidsproces. (In dit verband zij op gemerkt dat spreker niets heeft tegen de gehuwde wer kende vrouw.) Het werken van man én vrouw heeft con sequenties voor het gezin, zeker wanneer er in dat gezin kinderen zijn beneden de leeftijd van vier jaar. Hij is geen deskundige en hij kan dan ook niet beoorde len of het voor het kind dat jonger is dan vier jaar in ver band met zijn harmonische ontplooiing erg bevorderlijk zal zijn dat het tijdelijk wordt ondergebracht in een kin derdagverblijf of peuterspeelzaal Met zijn lekenverstand waagt hij echter de juistheid van een dergelijke gang van zaken te betwijfelen In artikel 2 van de verordening, regelende de subsidiëring in de kosten van het houden van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen, wordt geregeld wie er voor subsidië ring in aanmerking komen, Uit dat artikel blijkt dat de kinderdagverblijven en peuterspeelzalen alleen subsidie krijgen, wanneer er uitsluitend kinderen beneden de leef tijd van vier jaar worden opgenomen. Er wordt een uit zondering gemaakt voor kinderen ouder dan vier jaar, wanneer de ouders kunnen aantonen dat hun kinderen niet te plaatsen zijn op een naar de keuze van de ouders in aanmerking komende kleuterschool. Het is natuurlijk de wens van de gehuwde werkende vrouw dat het kind gedurende de werkuren of althans gedurende een groot deel van de werkuren - kan worden ondergebracht in een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal. Het is mogelijk dat een bepaald gezin een kind geplaatst kan krijgen op een bepaalde kleuterschool, maar de voorkeur geeft aan plaatsing op een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal. Er zal altijd wel een of andere kleuterschool in de gemeen te zijn die met een wachtlijst zit. Dan is het een vrij sim pele zaak om van die kleuterschool een verklaring te krijgen dat er geen plaats is en dat het desbetreffende kind als nummer 87 op de wachtlijst staat, hoewel er misschien op een andere kleuterschool wel plaats is. Een verblijf van het kind in een kinderdagverblijf of peu terspeelzaal is voor het gezin, in het bijzonder voor de moeder, veel en veel voordeliger Spreker gaat akkoord met de inrichting van kleuterdag verblijven en peuterspeelzalen, maar hij is tegen subsidië ring door de gemeente Bovendien kan hij zich niet voor stellen dat een kindjonger dan driejaar zo hoog nodig uit het gezin moet, zeker niet wanneer het gaat om het eerste kind. De door het college in de voordracht naar voren gebrachte motivering is bijzonder zwak. Hij wil dan ook beslist geen medewerking verlenen aan het on derhavige voorstel. De heer PIEREN verheugt zich over het feit dat het col lege zo spoedig heeft gereageerd op een brief van 3 decem ber 1970 van de PAK.-fractie Er heeft zeer prettig over leg plaatsgevonden met de Stichting peuterspeelzalen Soest over de concept-verordening. De heer Hengeveld heeft met groot enthousiasme aan de zaak gewerkt. Spreker is de heer Hengeveld daarvoor zeer erkentelijk en dankbaar. De wethouder DE HAAN zegt dat men het huidige tijd stip kan vergelijken met de tijd toen er nog geen Kleu teronderwijswet was. Ook op dat moment had men de keuze tussen „laat het een rotzooi worden" of „doe er wat aan." Toen er geen Kleuteronderwijswet was, werd er ook in allerhande ruimten op de een of andere manier bewaarschool gepleegd. Dat was toen niet best. De ge meente is daarop met haar zeer bescheiden middelen be gonnen met het treffen van maatregelen. Naarmate de ge meente meer subsidie ging geven, werden de eisen strak ker. Wanneer er geen stringente maatregelen worden getrof fen, krijgt men ten aanzien van de kinderdagverblijven en de peuterspeelzalen dezelfde situatie als thans reeds he laas bestaat met betrekking tot de huisvesting van de buitenlandse arbeiders; zij zijn ergens en overal onderge bracht, zonder enige controle. Met betrekking tot de huisvesting van de buitenlandse arbeiders kan er worden nveel k. misc zig 1 oms zijn. won hooi ner 1 huui toev 18

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 19