De VOORZITTER- Goed
Wethouder mevrouw WAL TER VAN DER TOGT: Onver
wijld
De VOORZITTER; Ja, dan laten wij het woord onver
wijld" erin staan
De heet VAN POPPELEN; Dit is geen motie meer, mijn
heer de voorzitter Dit ts een aanbeveling.
De heer PIEREN; Mijnheer de voorzitter' Ik krijg, gelet
ook op de vele wijzigingen die u aanbrengt, sterk de indruk
dat het college het standpunt van de raad dat er eerst
even een vooronderzoekje moet worden ingesteld, toch wel
deelt. Als wij dit nu weten en het college inderdaad nagaat
wat de mogelijkheden zijn en hoeveel geld het gaat kosten,
dan behoeven wij mijns inziens de motie niet meer aan te
nemen.
De motie was naar mijn mening alleen maar bedoeld voor
het geval het college zou weigeren om in deze iets te doen.
De VOORZITTER' Zo zijn wij niet
De heer PIEREN; Nu uw college van plan is om wel te doen
wat het wordt gevraagd behoeven wij de motie niet meer
aan te nemen.
De heer VAN EE; Akkoord
De VOORZITTER: Goed, dan hoort u nader van ons.
Dames en heren Het ter kennis brengen van de derde mo
tie aan bepaalde instanties zou ik iets willen concretiseren.
Het lijkt mij het beste, dat een afschrift van deze motie wordt
gezonden aan gedeputeerde staten en aan het Samenwer
kingsorgaan Eemland Dan bereiken wij alle gemeenten
waarmede wij op het ogenblik samenwerken en dan komt
de zaak vanzelf ter sprake in het bestuur van het samenwer
kingsorgaan
De heer VAN EE: Hiermede ga ik graag akkoord, mijnheer
de voorzitter. Ik vind dit een goede aanvulling
De heer DE GROOTIk wens aangetekend te zien, mijnheer
de voorzitter, dat ik tegen deze motie ben
De heer VAN POPPELEN" Mijnheer de voorzitter! Ik wil
wel graag even duidelijk van de heer Van Ee horen, dat het
alleen over een zuiveringschap, over de vervuiling van de
Eem en dus niet over het gebruik van de gronden langs de
Eem of iets anders gaat
De heer VAN EE: In de motie staat niets over iets anders
De heer VAN POPPELEN' Nee maar u heeft wel een voor
beschouwing gegeven en die 's genotuleerd
De heer VAN EE: Ik heb het over bet vormen van een zui
veringschap voor de Eem
De heer VAN POPPELEN: Prima dit wilde ik u graag ho
ren bevestigen
De motie wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aange
nomen, waarbij op verzoek van de heer De Groot wordt
aangetekend, dat hij geacht wenst te worden te hebben te
gengestemd.
De algemene beschouwingen worden gesloten
(De heer Jonker verlaat de vergadering).
Vervolgens is aan de orde:
288 Voorstel tot vaststelling van de begroting der gemeen
te en die van de bedrijven en tot goedkeuring van de
begrotingen van het openluchttheater en de sport
stichting voor het jaar 1972.
De begroting van het openbaar slachthuis wordt zon
der discussie en zonder hoofdelijke stemming vastge
steld.
WONINGBEDRIJF.
De heer Verheus zegt met betrekking tot het woningbedrijf,
dat is opgemerkt dat de stichting samenwerking woning
bouwverenigingen het onderhoud van woningen van de ge
meente en van de woningbouwverenigingen zal verrichten
Er is een plan in wording of het ligt al klaar, om de z.g.
houtarme woningen in de Generaal Spoorstraat te moder
niseren Dit plan is wel eens ter sprake geweest, maar het is
nog steeds niet helemaal uit de verf gekomen Gaat dit plan
nu ter uitvoering over naar de nieuwe stichting, of is het
nog een zaak die de gemeente gaat afhandelen?
Wethouder mevrouw WALTER VAN DER TOGT zegt, dat
het de bedoeling is bij de stichting samenwerkende woning
bouwverenigingen het lopende onderhoud van de woningen
en de huuradministratie onder te brengen. Wat de heer Ver-
heus ter sprake heeft gebracht, betreft geen normaal on
derhoud van de woningen De gemeente heeft de door de
heer Verheus bedoelde kwestie zelf ter hand genomen. Er
zijn drie mogelijkheden uitgewerkt. De daken moeten wor
den vervangen Dit kan op verschillende wijzen geschieden:
er kan alleen een kapel worden gemaakt of ook een toegan
kelijke zolder worden gebouwd Het laatste plan is natuur
lijk aanzienlijk kostbaarder, maar geeft uiteraard veel meer
woongerief In verband met de gelden die daarvoor nodig
zijn, het beschikken over de reserves en het doorberekenen
eventueel van de voorzieningen in de huren, is op het ogen
blik overleg in Utrecht gaande ten aanzien van de vraag,
welk plan zal worden uitgevoerd. Kort geleden heeft de
gemeente nog aan het provinciaal bestuur gevraagd om
spoed te betrachten bij het nemen van een beslissing.
De begroting van het woningbedrijf wordt zonder hoofde
lijke stemming vastgesteld
BEDRIJF GEMEENTEWERKEN
De heer GEERLINGS zegt, dat in het afdelingsonderzoek -
evenals vorig jaar nogal is ingegaan op de telefoonkos
ten, zoals deze onder punt 22 op blz. 65 van de begroting
staan vermeld en op blz. 74 zijn gespecificeerd. De V.V.D.-
fractie heeft zich over deze kwestie nog eens beraden en zij
is tot de mening gekomen, dat hogere ambtenaren - want
het zullen in dit geval in het algemeen de hogere, beter be
taalde ambtenaren zijn uit zichzelf geacht mogen worden
een telefoonabonnement te hebben, zodat zij geen enkele
aanspraak zouden mogen maken op een vergoeding daarvan
door hun werkgever, in casu de gemeente. Het college zegt
in punt 21 van het verslag van het afdelingsonderzoek:
„Wij zijn voorshands van mening, dat de vergoedingen ge
handhaafd moeten blijven. Voor de betreffende functio
narissen brengt het hebben van een telefoonaansluiting veel
ongerief met zich"
Dit ongerief kan eigenlijk alleen maar daarin bestaan, dat
de desbetreffende ambtenaren 's avonds of in het weekein
de, in hun vrije tijd dus, wel eens zullen worden opgebeld
Als men de situatie zo interpreteert, vloeit het gesignaleer
de ongerief evenwel helemaal niet voort uit het hebben van
een telefoon, doch uit het bekleden van een bepaalde func
tie. Dan komt de argumentatie van het college alleen maar
hierop neer, dat de gemeente de betrokken heren een ver
kapte overwerkvergoeding geeft Daaraan heeft de fractie
geen enkele behoefte Deze kwestie behoort geregeld te zijn
in het normale salaris.
De fractie stelt voor om, ten einde het principe duidelijk
te stellen en het college het motief aan de hand te doen in
de bedoelde vergoeding alsnog sterk te wieden, post 22
met f. 1,— te verminderen. Ter wille van de tijd beperkt
spreker zich tot deze ene post, hoewel het duidelijk is, dat
deze soort van posten in de begrotingsboeken nogal rijke
lijk verspreid voorkomen.
Wethouder DE HAAN zegt, dat de heer Geerlings het over
hogere ambtenaren heeft gehad. Waar wil de heer Geerlings
de grens van dat „hogere" leggen?