Mijnheer Pieren. Ik dank in u de hele raad voor de aan
merkelijke bijdrage die in het fonds gestort is. Daar ben ik
heel dankbaar voor. U begrijpt dat dat fonds bij mij een gro
te plaats gaat innemen. Ik vind het fijn dat de raad dat op
deze manier ook heeft willen ondersteunen, financieel maar
ook moreel. Ik vind het ook fijn, dat u ook als bewijs van
de vriendschappelijke gevoelens (zo mag ik het toch wel
zeggen, een cadeau geef je alleen maar aan vrienden) mij
een heel mooi boek hebt willen geven. Dat zal voor mij een
duurzame herinnering zijn, een symbool van de goede ver
houdingen die ik hier gevonden heb en van de plezierige
manier van werken. Het was lang niet altijd licht en gemak
kelijk, er werd veel geëist, maar het is altijd goed geweest.
Mijnheer de voorzitter. Ik dank u voor de gelegenheid die
u mij hebt geboden om, misschien op een heel stuntelige
manier, onder woorden te brengen hoezeer ik mij verwarmd
voel door de hartelijke gevoelens van vriendschap, van waar
dering (het doet je natuurlijk toch altijd wel goed als je
merkt, dat je gewaardeerd wordt) en van ondersteuning die
ik in uw midden heb gevonden. Ik dank u daarvoor heel har
telijk. Ik dank u er ook heel hartelijk voor, dat u voor mij
deze bijeenkomst met uitsluitend medewerkers (we zijn hier
eigenlijk helemaal onder elkaar; het is wel een openbare
vergadering, maar wij zijn hier verder helemaal onder el
kaar), deze vergadering van de raad hebt willen organiseren.
Heel hartelijk dank!
(Applaus).
De VOORZITTER sluit hierna, te 15.50 uur, de vergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op 17 februari 1972.
De voorzitter,
216