Nr. 4 22 april 1971
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 22 april 1971 te 19.30 uur
VOORZITTER: de burgemeester, de heer mr. S.P Baron
Bentinck.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: mevrouw G G A, Alting-Ambrosius,
ir. W.A. Blaauw, drs. L.J. Dijkstra, M A. van Ee, J,J. Ebbers,
J.W.H, Geerlings, P. Grift, M, de Groot, K de Haan, D.
Hoekstra, H.M. Jonker, J.C. Korte, mevrouw mr, E, Kort-
huis-Elion, K. Levinga, R,A, van Logtenstein, drs. G.H, Ol-
denboom, mevrouw P.J, Oranje-Entink, P,C. Pieren, J.R
van Poppelen, A.H.F. Smit, J.C. Smits, P.L.J.M Storimans,
C- Verheus, mevrouw T.R. Walma van der Molen-De Vries
en mevrouw M.C.P. Walter-Van der Togt.
De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing
van de gebedsformule.
68 Notulen van de raadsvergadering d,d. 18 februari 1971.
Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
69 Ingekomen stukken,
a. Brief van burgemeester en wethouders van de gemeen
te Ooststellingwerf d.d. 5 maart 1971, met verzoek ad
hesie te betuigen aan de motie van de raad van deze ge
meente inzake de huidige vorm en organisatie van de Be
scherming Bevolking met voorstel te handelen overeen
komstig het advies van burgemeester en wethouders,
De heer PIEREN zegt, dat zijn fractie de raad wil voor
stellen om toch adhesie te betuigen aan de motie van de
raad van de gemeente Ooststellingwerf, Verschillende
gemeenteraden, waaronder de gemeenteraad van Baarn,
hebben inmiddels reeds adhesie betuigd aan bedoelde
motie.
De B.B. heeft in den lande niet die weerslag gekregen die
de organisatoren hadden gedacht. Op alle mogelijke ma
nieren wordt geprobeerd de B.B. om te vormen tot een
soort van vredesorganisatie, die kan optreden tijdens
ernstige rampen e.d,
Het is reeds enkele jaren bekend dat regionale werkgroe
pen bezig zijn de materie te bestuderen De PAK-fractie
meent dat het betuigen van adhesie aan de motie op zijn
plaats is, want op deze wijze is het wellicht mogelijk de
studies van de regionale werkgroepen wat te versnellen.
Is het mogelijk de raad regelmatig op de hoogte te hou
den van de inhoud van interimrapporten, zodat de raad
weet in welke richting de studies van de diverse werk
groepen gaan?
De VOORZITTER merkt op dat er op regionaal en op
landelijk niveau hard wordt gewerkt aan het organiseren
van de hulpverlening, Door het ministerie van binnenland
se zaken is een werkgroep ingesteld die zich bezig moet
houden met de gedachtenvorming met betrekking tot de
coördinatie en regionalisatie van de algemene hulpverle-
ning.Deze werkgroep heeft de uitdrukkelijke opdracht
op korte termijn rapport uit te brengen, Er is inmiddels
een interimrapport verschenen. Daarop zijn reacties ge
komen. De ingestelde werkgroep werkt bijzonder hard,
want het interimrapport is reeds kort na instelling van
de werkgroep gereed gekomen.
Het is duidelijk dat er hard wordt gewerkt aan de studie
met betrekking tot de onderhavige moeilijke materie.
De algemene overtuiging is dat de organisatie van de B.B,
en het opgeslagen materiaal in vredestijd op de een of an
dere manier een functie moeten krijgen en moeten kun
nen worden ingeschakeld. Ongetwijfeld zal de werk-
f:oep naar een oplossing zoeken, waarbij die inschakeling
an plaatsvinden. Het is dan ook een beetje overbodig
om, terwijl bekend is dat er hard op de materie wordt ge
studeerd, nog eens te zeggen dat er een onderzoek dient
plaats te vinden. (Dat Baarn wel adhesie heeft betuigd
moet Baarn zelf weten, gelukkig doen niet alle gemeen
ten hetzelfde). Een besluit om adhesie te betuigen is na
tuurlijk een totaal onschuldig besluit, maar gelet op de
studie die reeds plaatsvindt is het betuigen van adhesie
niet juist. Bovendien is het bekend dat de minister van
binnenlandse zaken erop aandringt dat de studie, die zo
wel landelijk als regionaal ter hand is genomen, wordt af
gerond
Er is sprake van een aantal ongelijksoortige zaken die
moeten samenwerken; de B.B is een organisatie van een
totaal andere aard dan de brandweer, maar niettemin
probeert men op de een of andere manier een zekere
eenheid te bereiken, waarbij ook de geneeskundige hulp
verlening (ambulancedienst) en de politie een rol spelen.
De materie is niet eenvoudig. De ingestelde werkgroep
kan beslist niet worden verweten dat de zaak niet voort
varend is aangepakt, want dat heeft zij wel gedaan.
De heer PIEREN vraagt of het college reeds interimrap
porten heeft ontvangen. Zo ja, is het dan, afhankelijk
van het onderwerp, mogelijk zo'n interimrapport bijv.
in de commissie voor de brandweer te behandelen?
De VOORZITTER zegt er geen enkel bezwaar tegen te
hebben om een reeds ontvangen interimrapport, dat z.i.
niet vertrouwelijk is, voor de raadsleden ter inzage te
leggen. Het betrokken interimrapport kan ook worden
besproken in de commissie voor de brandweer. Burge
meester en wethouders hebben reeds op bedoeld rap
port gereageerd.
De heer PIEREN: Gehoord de commissie voor de brand
weer?
De VOORZITTER. Nee.
Voortgaande zegt spreker te menen dat er inmiddels een
tweede interimrapport is verschenen. Hij heeft dat rap
port nog niet gelezen Het is heel goed mogelijk om dat
tweede rapport ook te bespreken in de commissie voor
de brandweer
De brandweer vormt slechts een van de delen van de te
bestuderen materie. Er is niet uitsluitend sprake van een
brandweerzaak. Ongetwijfeld zal er een beroep worden
gedaan op de brandweer, maar het is juist de bedoeling
dat er ook een beroep wordt gedaan op de B.B.
Het lijkt ook mogelijk dat zo'n interimrapport wordt
behandeld in de commissie die zich met volksgezondheids
zaken bezig houdt.
De heer PIEREN zegt dat er gemeenten zijn die beschik
ken over een uit raadsleden bestaande commissie voor
algemene en bestuurlijke zaken. Het is hem zelfs bekend
dat er gemeenten zijn die een commissie ad hoe hebben
ingesteld met de opdracht de onderhavige materie te be
studeren, zodat de raad kan worden geinformeerd over
de totale gang van zaken. De fractie heeft er echter vrede
mee, wanneer de interimrapporten kunnen worden behan
deld in de geëigende commissies, bijv. de commissie voor
sociale zaken, de commissie openbare werken en de com
missie voor de brandweer.
De VOORZITTER merkt op dat het een heel goede ge
dachte lijkt om de verschillende rapporten te behandelen
in de geëigende commissies. Van het Samenwerkingsor
gaan Eemland is een deelrapportje ontvangen over de re
gionale samenwerking van de brandweer, In dat rapport-
55