je wordt niet gesproken over de B.B,
Burgemeester en wethouders zullen zich beraden over
de vraag of het mogelijk is de zaak, wanneer zij overzich
telijker is dan thans het geval is, te bespreken in de ver
schillende commissies of in een gecombineerde commis
sievergadering.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten over
eenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en
wethouders is voorgesteld.
b. Brief van de minister van verkeer en waterstaat d.d.
15 maart 1971 inzake aanleg gedeelte rijksweg 28 ten
zuiden van Soesterberg met voorstel deze brief voor ken
nisgeving aan te nemen.
De VOORZITTER deelt mede dat van de commissie
grondbedrijf en uitbreidingsplan de volgende opmerking
is ingekomen: „De commissie grondbedrijf en uitbrei
dingsplan stelt voor correspondentie alsnog te zenden aan
de Kamercommissie voor verkeer en waterstaat en de
fractievoorzitters van de politieke partijen in de Tweede
Kamer."
Spreker zegt dat het college geen enkel bezwaar heeft
om tegemoet te komen aan de wens van de commissie
grondbedrijf en uitbreidingsplan. De correspondentie is
niet erg uitgebreid. Het lijkt hem het beste om het ver
slag van de bijeenkomst in Soesterberg - bijgewoond door
raadsleden, actiecomité en vertegenwoordigers van rijks
waterstaat in verschillende geledingen - toe te sturen,
want dat is eigenlijk het belangrijkste stuk ten aanzien
van het standpunt van de gemeente. Ook dit verslag
dient als correspondentie te worden gezien.
De heer GEERLINGS vraagt of het mogelijk is het ver
slag van bedoelde bijeenkomst tenminste toe te sturen
aan de leden van de commissie grondbedrijf en uitbrei
dingsplan. Ongetwijfeld zullen de leden van deze com
missie nog eens goed willen nalezen wat er allemaal is
gebeurd tijdens deze bijeenkomst.
Zijn er inmiddels nog verdere ontwikkelingen te mel
den?
De VOORZITTER zegt er geen bezwaar tegen te hebben
de samenvatting van het in Soesterberg besprokene toe te
sturen aan de leden van de commissie grondbedrijf en
uitbreidingsplan.
Voor zover bekend zijn er geen nieuwe feiten te melden.
De heer VERHEUS zegt uit de brief van de minister van
verkeer en waterstaat sterk de indruk te krijgen dat de
minister in feite zegt: Beste mensen, luister nu eens,
waarom komen jullie pas nu - nu de zaak in een zo verge
vorderd stadium is en het tracé en alles wat daarmede
samenhangt reeds vaststaat - bij mij met het verzoek om
een andere werkwijze voor te stellen?
Uit deze reactie van de minister zou men de indruk kun
nen krijgen dat de gemeente wat laat heeft gereageerd.
Spreker heeft echter altijd in de veronderstelling geleefd
dat het gemeentebestuur zo laat op de hoogte is gebracht
van de loop van het tracé en de werkwijze.
Feitelijk deelt de minister mede dat er nog nauwelijks een
mogelijkheid bestaat om het plan thans nog te herzien.
Het verdient dan ook aanbeveling dat nog alles wordt ge
daan om te voorkomen dat dat rare tracé wordt verwezen
lijkt.
Er is sprake van een heel nare zaak, wanneer het werke
lijk aa is, dat er niets meer kan worden veranderd.
De VOORZITTER zegt dat er aanwijzingen zijn dat men
bij rijkswaterstaat serieus nagaat of het mogelijk is tege
moet te komen aan de wensen van het gemeentebestuur
van Soest. De praktische mogelijkheden lijken ook be
paald aanwezig. Het kan natuurlijk nog tegenlopen, maar
spreker is helemaal niet zo vreselijk somber.
Het verwijt van de minister - de gemeente Soest is laat
met het naar voren brengen van haar bezwaren - is te
recht. Toen het gemeentebestuur kennis nam van de plan
nen van rijkswaterstaat (er is sprake van een heel oude
zaak), is de aandacht geconcentreerd geweest op de ver
bindingsmogelijkheid tussen het dorp en de daarachter
gelegen natuurterreinen met o.a. de begraafplaats en de
rioolwaterzuivering. In de eerste opzet was die verbin
dingsmogelijkheid niet aanwezig, maar thans is er een
tunnel in het plan opgenomen.
Het tweede belangrijke punt betrof het verkrijgen van een
aansluiting voor Soesterberg aan de geprojecteerde weg.
Ook aan deze wens van de gemeente zal worden voldaan.
De kwestie van de geluidshinder en de verontreiniging
speelde tot kort geleden helemaal nog niet zo'n belangrij
ke rol. Ongeveer twee jaar geleden is de bevolking in
staat gesteld haar bezwaren naar voren te brengen. Op
die zitting verscheen niemand. Dat is in het licht van de
huidige situatie onbegrijpelijk, maar uit dit voorval kan
men zien hoe snel de aandacht zich heeft gewijzigd. Des
tijds was men tevreden met het bereikte resultaat, er is
toen onvoldoende aandacht besteed aan de thans naar
voren gebrachte punten. Hetgeen de minister van verkeer
en waterstaat zegt is dan ook terecht. Spreker heeft tegen
de vertegenwoordigers van rijkswaterstaat dan ook eer
lijk gezegd dat men de gemeente terecht kan verwijten,
dat zij niet eerder aan de noodklok heeft getrokken. Het
gebeurde dient men echter te zien in het licht van de toen
tertijd heersende opvattingen.
Het stuk wordt aangenomen voor kennisgeving.
c. Brief van de heer A.F. IJsselstijn d.d. 23 februari 1971,
inhoudende mededeling dat schrijver de uitvoering van
de optie-overeenkomst niet tot een rechtsgeding wil la
ten komen, met voorstel hiermee te handelen overeen
komstig het advies van burgemeester en wethouders.
Met betrekking tot dit stuk wordt besloten overeen
komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wet
houders is voorgesteld.
d. Overzicht van per 22 maart 1971 gratis in gebruik ge
geven panden in exploitatie zijnde bij het grondbedrijf
met voorstel dit voor kennisgeving aan te nemen.
De VOORZITTER deelt mede dat van de financiële
commissie de volgende opmerking is ingekomen: „De fi
nanciële commissie kan zich met het voorstel verenigen,
dit overzicht voor kennisgeving aan te nemen. Opge
merkt wordt, dat van vele percelen de gratis-ingebruikge-
ving krachtens overeenkomst is geschied.
De heer VAN POPPELEN dankt het college voor het
spoedig beantwoorden van een tijdens de vorige raads
vergadering gestelde vraag. Men heeft thans een heel an
dere kijk op de materie.
Het overzicht geeft aan dat er in de gemeente Soest 88
woningen vrij van huur in gebruik zijn gegeven. Uit de
toelichting blijkt dat men blij mag zijn met de gang van
zaken. Het is een goede zaak dat er geen woningen wor
den afgebroken zolang dat nog niet noodzakelijk is. Het
getal 88 heeft spreker wel gefrappeerd.
Het stuk wordt aangenomen voor kennisgeving.
e. Brief van de besturen van de Bond van Kermisbedrijf-
houders BOVAK en de Nederlandse Kermisbond N.K.B.
d.d. 24 februari 1971 inzake de enorme lasten van de in
sociaal en economisch opzicht achtergebleven toestand
van het kermisbedrijf.
Dit stuk wordt gesteld in handen van burgemeester en
wethouders ter afdoening.
56