spreker dat hij al vaker heeft gemerkt, dat de heer Ol- denboom graag afgeeft op openbare nutsbedrijven. Dat de heer Oldenboom dat in de raad doet, vindt spreker wat vervelend, aangezien de betrokken direc ties dan niets kunnen terugzeggen. Hij meent dat men het wat genuanceerder moet bekijken. Hij heeft in dertijd niet medegewerkt aan de beslissing tot de bouw van het W.M.N.-kantoor. Die beslissing is geno men ver voordat hij raadslid van Soest en als zodanig vertegenwoordiger van Soest in het W.M.N.-bestuur werd. Toen zaten er ook vertegenwoordigers van de gemeenteraad van Soest in het W.M.N.-bestuur en zij zijn voor zover spreker weet met die bouw akkoord gegaan. Op een gegeven moment is het zinnig om te gaan samenvoegen. Voorheen was het W.M.N. gehuis vest in krotten. De bedrijfsvoering is inefficiënt en lastig als er in verspreide kantoorgebouwen, laborato riumruimten en werkplaatsen moet worden gewerkt. Als men een en ander bijeengebracht heeft, moet dat op een gegeven moment tot een efficiënte werkwijze gaan leiden. Naar sprekers mening zullen in de toekomst de tarief stijgingen wel beperkt blijven. Hij gelooft anderzijds dat het een illusie is dat de tarieven in de toekomst gelijk zullen blijven. Door de vrij forse inflatie waarmede men in Nederland te maken heeft, lijkt het alsof men veel meer gaat be talen, maar als men terugrekent tot guldens van een bepaald jaar, gaat er heel veel van de stijgingen af. Openbare nutsbedrijven zijn over het algemeen vrij arbeidsintensief, en zij moeten de loonkostenstijging op de een of andere manier doorberekenen. Als men er met zijn allen in het land niet in slaagt de inflatie onder de knie te krijgen, staat het voor spre ker als een paal boven water, dat men ook in de toe komst met tariefstijgingen te maken krijgt. Hij meent dat, hoe vervelend het ook is, men daaraan zal moe ten wennen. Wethouder EBBERS zegt dat door de Soester verte genwoordiging in het W.M.N.-bestuur elk jaar op nieuw is gevraagd wanneer Hilversum wordt beme- terd. In de laatste W.M.N.-vergadering naar aanleiding van de begroting is de toezegging gedaan, dat het gaat gebeuren. Het zal echter ongeveer vijfjaren vergen al vorens deze bemetering afgerond zal zijn. Het lijkt spreker voor de raad interessant om de rede die de directeur van het W.M.N, een paar maanden geleden voor de bestuursleden van het W.M.N. heeft gehouden en die een hele tijd in de leeskamer ter in zage heeft gelegen, door te lezen. Daarin kan men zien met welke problematiek het W.M.N. wordt ge confronteerd ook met betrekking tot de naaste toe komst en de zeer grote hoeveelheden water die in U- trecht nodig zijn. Daaruit blijkt ook dat het W.M.N. onherroepelijk nog moet investeren ten einde aan de behoefte aan water te kunnen blijven voldoen. De bedrijven die door het W.M.N. zijn overgenomen, hadden inderdaad bijzonder slecht onderhouden in stallaties. Op het ogenblik worden er geweldig grote bedragen geinvesteerd om het grote pompstation Soestduinen aan te passen aan de moderne eisen van dit moment. Men zal er, ook afgezien van de inflatie en van de loonkostenstijging, niet aan ontkomen dat het water, dat een bijzonder schaars goed gaat worden, steeds duurder zal worden. Het is gewoon een beroerde economische wet dat alles wat schaars is, duur is. De heer OLDENBOOM zegt dat de heer Jonker hem en passant nogal wat in de schoenen heeft geschoven. Hij meent dat hij de heer Jonker daar geen aanleiding toe heeft gegeven. Hij kan het zich voorstellen dat de heer Jonker persoonlijk emotioneel betrokken is als het gaat over openbare nutsbedrijven. Niettemin meent hij dat de zaak objectief moet worden beschouwd. Hij is er zich niet van bewust dat hij een antipathie tegen openbare nutsbedrijven heeft. Wel vindt hij dat openbare nutsbedrijven van enige omvang voortdurend goed moeten worden bewaakt, omdat ze de neiging hebben als bedrijven ten aanzien waarvan de spanning tussen kosten en opbrengsten niet aanwezig is en een faillissement niet mogelijk is, een wat onbeperkte en ongenuanceerde groei van kosten te bewerkstelligen. Het is zeker niet zo, dat hij altijd de openbare nutsbe drijven afkamt. Integendeel. Hij heeft het volste ver trouwen in de openbare nutsbedrijven in Soest. De heer LEVINGA wijst erop dat de P.U.E.M.-tarie- ven in de laatste vijf jaar nauwelijks gestegen zijn, ter wijl de P.U.E.M. toch ook met hogere lonen enz. heeft te maken. Hij meent dat de P.U.E.M. er een compli ment voor verdient dat ze de prijzen behoorlijk laag weet te houden. De directie van het W.M.N. bestaat uit vier personen die gezamenlijk f. 225.324,— aan salaris genieten. Spreker dacht dan ook dat men met hen niet erg veel medelijden behoeft te hebben. Dat zij zich niet in de gemeenteraad kunnen verdedigen, is zijns inziens een normale gang van zaken. De heer JONKER merkt op dat de heer Oldenboom de vorige keer heeft zitten hakken op de palen van de P.U.E.M.. De hele raad vond die palen lelijk, maar het betrof toen eigenlijk een oude zaak. Vanavond heeft spreker er eigenlijk op zitten wachten, dat de heer Ol denboom over het W.M.N.-gebouw zou beginnen. Van daar zijn reactie, waartoe zijns inziens de heer Olden boom hem wel aanleiding heeft gegeven. De opmerking van de heer Oldenboom over de ten aanzien van openbare nutsbedrijven niet aanwezige spanning tussen opbrengsten en kosten is natuurlijk volkomen juist. Er moet bij dergelijke bedrijven inder daad wat aan de bewaking op dat punt worden gedaan. Het algemeen bestuur van het W.M.N. zit daar dan ook bovenop. Er is een opdracht gegeven aan de orga nisatie-afdeling van het verificatiebureau van de Ver eniging van Nederlandse Gemeenten en in dat verband is op het ogenblik een accountant bezig om de hele zaak door te spitten en te vergelijken met soortgelijke bedrijven in den lande. Dat is een van de weinige mo gelijkheden om de zaak te bewaken. Sprekers eerste indrukken op grond van de ter zake reeds uitgebrachte rapporten zijn niet zo slecht. Die rapporten geven niet de indruk dat het W.M.N. in ongunstige zin afsteekt. Het tegendeel is eerder waar. De VOORZITTER meent dat kan worden geconsta teerd, dat de „watermannen" van Soest bijzonder di ligent zijn. De stukken worden voor kennisgeving aangenomen. 221 Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het nemen van een beslissing op het door de heer H.A. Fugers ingestelde beroep tegen de weigering van een bouwvergunning. De VOORZITTER wijst erop dat volgens de verorde ning op de commissie voor de beroepschriften een lid van de commissie een toelichting kan geven op het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 119