De VOORZITTER: Hebt u er behoefte aan dat uw vragen worden beantwoord voordat u de vergadering zo meteen moet verlaten? De heer VAN EE: U moet proberen een aantal vragen te combineren. De heer VAN POPPELEN: Tenzij anderen het willen, heb ik er geen behoefte aan. De heer VAN EE merkt op dat hij de gevoelens van de heer Van Poppelen enigszins deelt, want ook hij vindt dat het antwoord van het college weinig inhoud had. Misschien was dit niet zo bedoeld, en daarom zal hij thans nog op een aantal punten nader ingaan. Het verheugt hem bijzonder dat de heer Van Poppelen en de andere heren aan die kant van de tafel zo positief hebben gereageerd op het alternatief dat de V. V.D.-fractie met be trekking tot de weg over de Eng heeft gegeven. Dat alterna tief maakt het mogelijk door te gaan, ook met de bestem mingsplannen. Als de heer Van Poppelen voorstelt in plaats van de Julianalaan de Wilhelminalaan te nemen, zegt spre ker niet direct ja, maar ook niet direct neen, want hij kan zich best voorstellen dat beide lanen in dit alternatief een functie krijgen, nl. door ze beide eenrichtingsverkeer te ge ven. In ieder geval wil hij de handschoen opnemen, en hij zou graag zien dat ook het college dit zou doen en zeggen: Laten wij doorgaan met de reconstructie van de weg over de Eng. (De heer Van Poppelen verlaat de vergadering). De regionale weg moet in de eerste plaats vanuit regionaal oogpunt worden bekeken. Spreker heeft daarom ook ge zegd dat hij het alternatief vooralsnog in het computermo del van de regio Eemland zou willen stoppen. Het plan moet zichzelf eerst bewijzen; het moet op zijn merites wor den getoetst. Een volgend onderwerp is het personeelsbestand. Spreker heeft niet willen zeggen dat het personeel van de gemeente niet goed werkt, integendeel, hij vindt dat het kader en het overige personeel bijzonder goed werkt. Hij doelde ook meer op het kader dan op bijv. de mensen die bij de plant soenendienst werken. Waar het hem om gaat is dat Soest in een proces van schaalvergroting verkeert. In dat verband heeft hij op meer intergemeentelijke samenwerking aange drongen, omdat zijn fractie vindt dat het nu al de tijd is een model op te stellen voor wat er gebeurt als men in de regio meer taken gaat combineren. Als daaruit zou blijken dat er op een gegeven moment een aantal mensen zal overschieten, moet men trachten reeds thans een aantal mensen door te schuiven naar de taken die men straks in groter verband moet gaan doen. Men moet dus voor een nieuwe organisa tie niet allerlei nieuwe mensen gaan aantrekken, maar men moet trachten de plaatsen in die organisatie te doen inne men door leden van het goede kader dat er al is Daardoor zal men als gemeente ook een betere inbreng hebben in de totaliteit van de regio. Nu is die regio eigenlijk een zaak van de lange termijn. Waar het spreker direct om gaat, is de intergemeentelijke samenwerking. Hij vindt het jammer dat de voorzitter zijn vraag dienaangaande in het politieke vlak heeft getrokken. Het gaat niet om politiek, maar om het praktische punt dat men te weinig geld heeft en dat men moet proberen een gul den verder te laten rollen. Daarom heeft hij gezegd: Zoek het in een samenwerking met Baarn, want Baarn wil dat ook. Ten aanzien van riolering en compostering wórdt al met Baarn samengewerkt. Die intergemeentelijke samenwerking moet op het praktische vlak worden verdiept en moet niet beschouwd worden als een politieke zaak. Spreker kan zich voorstellen dat het college van Soest eens per maand met het college van Baarn zou vergaderen om te bekijken op welke punten nog meer kan worden samengewerkt Vervolgens komt spreker aan het punt van de begeleidings commissie. Zijn fractie heeft het gevoel dat op bepaalde af delingen en in bepaalde bedrijven wellicht een reorganisatie op haar plaats is. Die reorganisatie zal - ook de heer De Groot is die mening toegedaan - door externe mensen ter hand moeten worden genomen. Een objectieve buitenstaan der kan nl, beter dan een van de eigen mensen de zwakke plekken aanwijzen. Men zou hiervoor iemand van het Sa menwerkingsorgaan Eemland kunnen nemen, die ook al in een groter verband met organisatieproblemen wordt gecon fronteerd In iedei geval dient in de begeleidingscommissie een element van objectiviteit te worden opgenomen: een man die zich vrijelijk kan uitspreken en niemand behoeft te ontzien. Ook grote bedrijven halen er externe adviseurs bij, omdat zij inzien dat zij zelf zachte heelmeesters zijn. Spreker vond het vreemd dat de voorzitter met betrekking tot de bouw van een nieuw politiebureau zei dat eerst naar een plaats daarvoor zal worden gezocht en dat daarna met een architect zal worden gepraat. Hij meent dat dit het paard achter de wagen spannen is. Men moet eerst een ar chitect hebben, die een voorlopig plan opstelt aan de hand waarvan kan worden gezegd hoe veel grond er nodig is. De architect moet er vanaf het eerste moment bij betrokken worden, en pas dan moet men naar een plaats gaan zoeken. Wat de heer Pieren over de straatterreur heeft gezegd, is juist. Met name in de grote steden is daarvan sprake. De vrees van de heer Pieren dat het naar Soest zal overslaan, kan spreker begrijpen. Hij moet er echter tegenover stellen dat de jeugd van Soest zich bijzonder positief opstelt. Als hij ziet hoe een actie als „Kom over de brug" is uitgevoerd en hoe vandaag aan de dag bijv. een hockeyclub floreert, heeft hij nog geloof in de jeugd Het is zaak voor de jeugd meer mogelijkheden te scheppen en haar beter te begelei den, zodat zij niet tot straatterreur vervalt. Met betrekking tot de bouwstromen wijst spreker er op dat een aannemer om goedkoop te kunnen bouwen, in de eerste plaats continu moet kunnen werken. In de tweede plaats moet die aannemer een omzet hebben. Als aan beide voorwaarden wordt voldaan, is gelukkig een variatie in de bouw mogelijk en worden de kosten per eenheid verlaagd. Door middel van bouwstromen kunnen dus wel degelijk ge varieerde, aantrekkelijke woningen worden gebouwd. Bij de behandeling van de hoofdstukken van de begroting komt sprekers fractie nog op verschillende andere punten terug. De VOORZITTER: Heb ik goed begrepen dat dit de aan merkingen waren die u op het antwoord van het college had? De heer VAN EE: Ja. De heer PIEREN heeft niet direct aanmerkingen op het antwoord van het college. Als men als fractievoorzitters uitvoerige algemene beschouwingen houdt en het college daaruit bij de beantwootding wat punten moet lichten, bestaat nu eenmaal het gevaar dat er hier en daar wat blijft liggen. Nu hij de heren Van Poppelen en Van Ee heeft be luisterd, vraagt hij zich af of het niet beter zou zijn als de fractievoorzitters de volgende keer met elkaar zouden af spreken wde welk onderwerp gaat behandelen. Men zou dan efficiënter kunnen werken, maar dit zal wel nooit echt ge beuren. Toen spreker maandagavond de tekening van de V. V.D.- fractie met betrekking tot de weg over de Eng voor zich kreeg, vond hij dat een mooi stukje werk. Hij heeft er be wondering voor, maar is het er niet mee eens. Als men zo iets gaat uitwerken, moet men het goed doen en moet men niet verkeerde straatnamen hanteren, zoals Julianaweg en

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 170