Aan welk stukje heeft zijn fractie dan wél gedacht? Zij
heeft gedacht aan de Koningsweg, die aan de kant van de
Biltseweg een vrije kruising zou moeten krijgen en waaraan
aan de kant van het centrum een stukje centrum weg zou
moeten worden aangebreid. Daarnaast zou er een verbin
ding in de richting Amersfoort moeten komen, waarvoor het
tracé van de Engweg zou kunnen worden gekozen. Dat ge
deelte stuit bij sprekers fractie dus niet op bezwaren. Overi
gens gelooft hij dat het goed zal zijn de gehele verkeerssitua
tie aan de hand van de uitslag van de tellingen grondig te
gaan bekijken. Hij hoopt dat dit op niet al te lange termijn
zal kunnen gebeuren.
De heer VAN EE: U bent dus voor de blauwe lijn.
De heer JONKER bevestigt dit; maandagavond heeft hij dit
ook gezegd. Die blauwe lijn is de lijn die hij in september jl.
als een mogelijkheid heeft genoemd.
De heer Pieren was het niet duidelijk wat spreker met de
Koekoeksklok had bedoeld. Hetgeen de heer Pieren maan
dagavond aan het slot van diens betoog heeft gezegd, kwam
bij spreker over als een schildering van New Yorkse toestan
den, die in Nederland nog maar nauwelijks voorkomen en
hopelijk ook niet op grote schaal zullen gaan voorkomen.
Als men zo'n betoog houdt - hij is ervan overtuigd dat de
heer Pieren het goed bedoelt -, komt men, als men de vraag
stelt wat daaraan te doen valt, zo gauw bij een soort rechtse
politiestaat uit. Wat wethouder De Haan hierover heeft ge
zegd, vindt spreker een veel zinniger en constructiever bena
dering. Men moet inderdaad niet zeggen dat alles de schuld
is van de televisie en zo, maar men moet een reëel onderzoek
naar de oorzaken instellen en bekijken wat men voor de
jeugd kan doen. Wat dat betreft is men in Soest, nadat men
dit jarenlang enigszins had laten sloffen, bepaald op de goe
de weg. Die Koekoeksklok sloeg op een bepaald Kamerlid,
dat ook wel eens allerlei kreten in de ruimte slaakt.
De heer PIEREN: O, was het dat! U bent dan wel erg slecht
geinformeerd; u moet maar eens gaan praten met mensen in
de binnenstad van Amersfoort, waar men door de brieven
bussen urineert en de ruiten ingooit. De mensen durven niet
eens meer klagen, omdat zij anders op straat nog een pak
slaag krijgen. Ook in Utrecht komt het voor dat men, zon
der dat men iets heeft gedaan, in elkaar wordt geslagen. Ik
vraag niet om een politiestaat, maar om een opvang van de
jeugd en om een streng politietoezicht.
De heer JONKER begrijpt de problemen van de heer Pieren
wel en gelooft ook wel dat de door hem gesignaleerde zaken
voorkomen, maar meent toch dat men moet oppassen met
het oproepen van een schrikbeeld, want het betreft niet een
algemeen verschijnsel.
Met betrekking tot het door de ouders meebetalen in de
kosten van het schoolzwemmen, vond de heer Pieren het
standpunt van D'66 niet progressief genoeg. In februari heeft
de raad over deze zaak een bewuste beslissing genomen.
Natuurlijk is spreker van mening dat het landelijk zodanig
moet worden geregeld dat het schoolzwemmen onderdeel
van het lesprogramma gaat uitmaken. Zo lang dit echter nog
niet het geval is, moet hieraan in Soest wat worden gedaan.
Het mooie instructiebad is er naar ieders wens gekomen.
Hij vindt nog steeds dat een bijdrage van f. 17,- per jaar niet
te veel gevraagd is; bovendien is er een vrijstelling voor de
genen die dit niet kunnen betalen. Als men deze regeling
niet toepast, is daarvan de consequentie dat iedereen voor
deze voorziening voor de kinderen moet meebetalen. Of de
zaak juridisch geheel rond is en of het innen van de bijdra
gen werkelijk kan worden gerealiseerd, is een ander chapiter.
Hij verwacht dat het college hierop nader zal ingaan. Hij is
er evenwel geen voorstander van om op deze regeling terug
te komen wanneer blijkt dat het innen van de bijdragen wat
moeilijk gaat verlopen.
De heer Pieren noemde voorts de naam van de heer Nypels,
die in het kader van de renovatie van de woningen aan de
Molenstraat actief is geweest. De heer Nypels is samen met
de partijgenoot van de heer Pieren de heer Schaefer en het
lid van de K.V.P.-fractie, de heer Van Zeil bezig te helpen
bij het samenstellen van een onafhankelijke commissie van
deskundigen, die de betrokken woningen zal gaan beoor
delen. Spreker is bijzonder benieuwd naar de resultaten van
dit onderzoek en naar die van het onderzoek dat is inge
steld door gedeputeerde staten.
De heer DE GROOT merkt op dat hij eerst enkele woorden
wil wijden aan het gevoel van onbehagen dat bij een paar
fractievoorzitters aanwezig is over de wijze van beantwoor
ding van de algemene beschouwingen. Hij wil niet zo ver
gaan het college te verwijten dat het maandagavond niet
breedvoeriger op de beschouwingen is ingegaan. Wel meent
hij dat het uit een oogpunt van vergadertechniek minder
juist is geweest te besluiten dat het college op dat late uur
nog geheel op de algemene beschouwingen zou reageren.
Het zou beter zijn geweest als het college even in het kort
had gereageerd en de uitvoeriger beantwoording tot heden
morgen had uitgesteld.
Het is nu maandagavond twaalf uur geworden en dat acht
hij een te laat tijdstip om een om half acht begonnen verga
dering te besluiten. Een en ander heeft ook tot gevolg dat
thans wat breedvoeriger op allerlei zaken wordt ingegaan,
zodat de tijdwinst van maandagavond voor een deel weer
verloren gaat.
Spreker is niet geheel tevreden gesteld door het antwoord
op zijn suggestie eens na te gaan of het mogelijk zou zijn
op een andere vorm van bosbouw over te gaan, die minder
geld zou kosten en die het totaal wat minder onrendabel
zou maken. Hij is blij dat de voorzitter hier niet geheel af
wijzend tegenover staat en dat zij deze zaak in een bespre
king met deskundigen aan de orde wil stellen. Wel moet
hij bezwaar maken tegen de benadering door de voorzitter
van het tekort dat de Soester bossen opleveren. Het is een
bedrag van ruim f. 63.000,— per jaar. De voorzitter heeft
dit uitgesplitst op een bedrag per jaar per inwoner, waarbij
zij uitkwam op nog geen f. 2,—. Dat zegt inderdaad niet zo
veel meer; men kan het nog verder uitsplitsen en gaan uitre
kenen hoeveel het per inwoner per dag is. Dan is het nog
geen halve cent, en dan zal niemand zich er nog druk over
maken. Voor spreker blijft het echter nog altijd ruim
f. 63.000,-, een bedrag waarmee echt nog wel wat te doen
is. Zijn suggestie behoeft beslist niet ten koste van de recrea
tiemogelijkheid te gaan, integendeel. Behalve dat zij het
tekort wat minder groot kan maken, kan zij de bossen voor
recreatie wat aantrekkelijker maken en de wildstand bevor
deren. Men moet zich niet laten afschrikken door het feit
dat de grond in de Soester bossen niet zo best is, want
kerstsparren vragen geen beste grond, integendeel. Als een
kerstspar op vruchtbare grond wordt geplaatst, groeit hij
te snel op en wordt het een smalle, spichtige boom. De
boom moet een langere groeitijd hebben om kort en breed
te kunnen worden. Voorts wil spreker ervoor waarschuwen
deze zaak niet in handen van de Heidemaatschappij te ge
ven, maar in eigen beheer te houden. Een gelukkige om
standigheid bij de kerstsparrenteelt is dat de arbeidstop valt
in een tijd waarin vooral het personeel van de gemeentelijke
plantsoenendienst niet erg bezet is. Die tijd valt nl. eind
november, begin december, wanneer het grasmaaien achter
de rug is, aan de onkruidbestrijding niet veel behoeft te ge
beuren en het bladruimen voor het merendeel is geschied.
Het moet mogelijk zijn voor de teelt van kerstsparren uit het
eigen personeelsbestand mankracht vrij te maken. Als dit ge-
geschiedt, zal het tekort op den duur enigszins kunnen wor
den teruggebracht.
168