voordat men een uitspraak over de gewestvorming kan doen, moet weten wat de functie van de provincie gaat worden, Gedeputeerde staten van Zuid-Holland hebben zich dan ook nadrukkelijk van adviezen aangaande de gewest vorming onthouden, zulks in tegenstelling tot het driftige initiatief van de provincie Utrecht. Hoe staat het college hier tegenover? De VOORZITTER mag thans beginnen met de beantwoor ding van de vragen die maandagavond zijn overgebleven; het is niet de bedoeling van het college om in te gaan op alle nieuwe zaken die thans aan de orde zijn gesteld. Ten aanzien van het gewest Eemland heeft de heer Van Pop- pelen gevraagd wat het coördinatieteam tot nu toe heeft ge daan en welke kredieten nog zullen moeten worden ver leend. Het coördinatieteam is een paar jaar geleden begon nen met de uitvoering van de opdracht om een structuur schets voor Eemland te maken. Het is daarmee nog niet ge reed, want een en ander schijnt allemaal moeilijker te zijn dan het op het eerste gezicht leek. Het vorig jaar is een werkgroep ingesteld ter begeleiding van het coördinatieteam, omdat het Samenwerkingsorgaan Eemland er een beetje vaart achter wilde zetten. Er wordt op het ogenblik druk over deze zaak vergaderd. Het geld dat beschikbaar was ge steld, nl. f. 150.000,-, is echter op. Zeer binnenkort zal een bespreking met enkele leden van het dagelijks bestuur van Eemland en met het coördinatieteam plaatsvinden, waarbij zal worden bekeken hoe een en ander nu verder moet, ook in financieel opzicht. Op dit moment kan spreek ster hierover dus geen concrete mededelingen doen. Wan neer er echter weer geld beschikbaar moet worden gesteld, komt dit uiteraard in de raad aan de orde. Zij neemt aan dat men dan exact zal willen weten wat er met die anderhalve ton is gebeurd en wat voor het dan beschikbaar te stellen geld nog zal moeten gebeuren. De heer Oldenboom zei in de krant te hebben gelezen - ook het college weet dit uit de krant - dat gedeputeerde staten van Utrecht bij monde van mejuffrouw Haars op een pers conferentie hebben medegedeeld dat zij een bestuurlijke berindeling van de provincie Utrecht hebben ontworpen. Spreekster heeft het gevoel dat daarbij enigszins rekening is gehouden met hetgeen de gemeentebesturen met betrek king tot de schets „Utrecht, provincie in gewesten" naar voren hebben gebracht. Haar eerste indruk was dat dit niet helemaal is gebeurd. Wat het gewest Eemland betreft, heeft zij begrepen - het college heeft gisteren bericht ontvangen dat men eind februari nog eens met gedeputeerde staten zal kunnen gaan praten - dat het oostelijke gewest voorlopig toch uit twee delen zal bestaan, nl. het gewest Eemland en het gewest dat wordt gevormd door de valleigemeenten. Over de omvang van Eemland is op het ogenblik binnen Eemland een discussie gaande, omdat de gemeente Barne- veld op een gegeven moment het raadsbesluit heeft geno men dat men zich bij Eemland wilde aansluiten. Spreek ster gelooft dat men er als samenwerkingsorgaan voor moet oppassen dat men geen elementen in het gewest krijgt die daarin een vreemde eend in de bijt zouden zijn. Voordat een gemeente als Barneveld tot Eemland kan toetreden, moet dit echt diepgaand worden bekeken. Men moet nagaan op welke gemeenten Barneveld betrokken is. Zij kan zich voorstellen dat bepaalde delen bij Eemland zouden kunnen horen, zoals bijvoorbeeld Terschuur, maar als men de gehe le gemeente Barneveld bij Eemland zou trekken, zou men tot aan Apeldoorn komen. Anderzijds zal het uitermate moeilijk zijn om een bepaalde gemeente in tweeën te delen en het ene deel te voegen bij een samenwerkingsverband in het Utrechtse en het andere deel bij een samenwerkingsver band in het Gelderse. Als men nog verder doorredeneert, komt men misschien tot de overtuiging dat de provincie grenzen niet voor eeuwig moeten blijven zoals zij thans zijn. Spreekster ziet nu nog af van het feit dat men zich ook moet afvragen wat de provincies nog moeten doen, wat even tuele gewesten moeten doen en wat de gemeenten moeten doen. In haar persconferentie heeft mejuffrouw Haars al ge zegd - de gemeentebesturen delen dat standpunt - dat het uitermate moeilijk is om een gewestelijke structuur te ma ken terwijl niemand van de verschillende aspecten daarvan voldoende op de hoogte is. Ook de hoogste overheidsinstan ties weten nog niet - de memorie van antwoord op de wet op de gewestvorming is nog altijd niet uit - wat de taak, de be voegdheden en de financiële opzet van een gewest zouden moeten zijn. Het college tast wat dit aangaat dus nog een beetje in het duister. Overigens meent spreekster te weten dat deze structuurschets niet naar Den Haag gaat voordat de gemeentebesturen de gelegenheid hebben gekregen er opmerkingen over te maken. Tot en met gisteren had het college die structuurschets echter nog niet ontvangen. De pers is natuurlijk uitermate belangrijk, maar spreekster vraagt zich wel af of het, als men een structuurschets de wereld instuurt waarover men eerst de gemeentebesturen heeft gehoord, niet beter en in ieder geval eleganter zou zijn geweest die schets althans op hetzelfde moment waar op men ermee in de openbaarheid kwam aan die gemeente besturen te verzenden. Aan het adres van de heer De Groot merkt spreekster op te menen dat er toch niet veel verschil van mening bestaat over de mogelijkheden inzake het productief maken van de bossen. Eerlijk gezegd spreekt zij na wat deskundigen haar hebben verteld, maar zij heeft wel begrepen dat er in het bos heel wat magere stukken zijn, waar het hout niet goed groeit. Misschien kan het volgend jaar op een brainstorming- avond van de raad eens door iemand iets meer over de bos sen worden verteld, terwijl eventueel ook een excursie voor de raadsleden naar de bossen zou kunnen worden gehouden. De heer De Groot noemde voorts de Heidemaatschappij en zei dat het best mogelijk is om mensen van de plantsoenen dienst in de wintertijd in de bossen in te schakelen. Spreek ster herinnert eraan dat de raad ongeveer tien jaar geleden het beheer en het onderhoud van de bossen heeft opgedra gen aan de Heidemaatschappij, zodat de plantsoenendienst zich daarmee niet bemoeit. Het is echter zeker te overwe gen of een en ander in de toekomst anders zou kunnen worden geregeld. Spreekster zal hierover nog eens spreken met wethouder mevrouw Walter. De heer Van Ee heeft met betrekking tot het personeelsbe stand verduidelijkt dat hij bedoelt dat men langzamerhand in een proces van schaalvergroting terecht komt en dat daarom ook in het verband van de regio moet worden beke ken of bepaalde taken gezamenlijk kunnen worden uitge voerd. Als dat zou kunnen, zou dat een besparing op het personeelsbestand betekenen. In dit opzicht bestaat er geen enkel verschil van mening tussen de heer Van Ee en het col lege. In de regio zijn momenteel enkele, in het algemeen ambtelijke, werkgroepen bezig met het op elkaar afstellen van de werkzaamheden die in de verschillende gemeenten gebeuren. Wanneer men nu over enige tijd zo ver gevorderd is dat kan worden gezegd dat de gemeenten een en ander op precies dezelfde manier doen, kan misschien worden overwogen of die werkzaamheden ook gezamenlijk kunnen worden uitgevoerd. Men moet dan echter wel een paar stapjes verder zijn dan men thans is. Het groeien naar een samenwerkingsverband is nl. een proces van lange duur. Er wordt hierover al veel vergaderd. Het dagelijks bestuur van Eemland komt maandelijks bijeen, en uit eigen ervaring kan spreekster al zeggen dat er zinnige zaken aan de orde komen 170

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 175