theek is echter gebonden aan het navolgen van trendverho
gingen. Zou men besluiten het personeel van de bibliotheek
die trendverhogingen niet te geven, dan zou men de subsi
dies van gemeentewege onmiddellijk gaan derven. Er komt
nog bij dat het bibliotheekbestuur gebonden is aan een maxi
maal bedrag van f. 10,- voor het lidmaatschap. Bij 6.000
leden, wat veel is, betekent dit f. 60.000,- aan inkomsten.
Men kan wel stellen dat het 25,- moet worden, al is dat
nog te weinig, maar als dat gebeurt, zal men alle subsidies
van het rijk en dus ook van de gemeente derven. Men is dus
aan handen en voeten gebonden. Het personeelsbestand is
al beduidend teruggebracht; veel verder zal niet kunnen
zonder dat dit ten koste gaat van de dienstverlening.
De heer Pieren is teruggekomen op de kwestie van v.w.o. en
h.a.v.o. door te vragen hoe het met de schoolbesturen staat.
Met die schoolbesturen is al enige jaren overleg gepleegd;
sprekers voorganger, de heer De Haan, is ermee begonnen.
De voorlopige conclusie is dat de protestants-christelijke
schoolbesturen niets voelen voor het tot stand brengen van
een tertiumschool, een samenwerkingsschool. Spreker kan
ze hiertoe niet dwingen. Het katholieke schoolbestuur staat
niet zo afwijzend tegenover een samenwerkingsschool als
de andere confessionele schoolbesturen, maar het staat be
paald ook niet te dringen, omdat in Amersfoort en in ande
re plaatsen al zeer royale voorzieningen bestaan. Hij weet
dat van de kant van de Vereniging voor Openbaar Onder
wijs grote druk wordt uitgeoefend - eigenlijk in het lucht
ledige - om toch tot een scholengemeenschap te komen.
De geringe mogelijkheden die er zijn, worden tot het
uiterste aangeboord, maar het ziet er bepaald niet rooskleu
rig uit. De strenge bijstelling van de normen van het depar
tement geven weinig hoop.
De heer Jonker is teruggekomen op de scholenplanning
voor nieuwe wijken. Men heeft leergeld betaald met het
plannen van scholen voor nieuwe wijken op basis van gege
vens van oude wijken. Er zijn geen twee wijken in Soest
die een gelijke bevolkingsopbouw hebben en een gelijke
schoolbezetting. Vroeger was in oud-Soest 40% van de kin
deren katholiek, ongeveer 28% protestant en de rest
„openbaar". Dit is nu anders geworden. In Smitsveen is
ongeveer 40% „openbaar", 30% katholiék en een kleine
30% protestant. Die verhouding is ook voor de wijk Klaar-
water aangehouden. Dit is niet geheel gelukt, omdat een
van de schoolbesturen er geen heil in zag. Dat is jammer,
want daardoor is een christelijke basis- en kleuterschool
achterwege gebleven die er toch beter wel had kunnen ko
men. Spreker heeft het betrokken bestuur indertijd echter
niet kunnen overtuigen.
De heer JONKER: Ik heb niet gesuggereerd dat u in nieuwe
wijken op dezelfde wijze als in oude wijken zoudt moeten
plannen, maar dat juist een vergelijking met andere nieuwe
wijken moet worden gemaakt. Als u daar de tendens tot
deconfessionalisering bij betrekt, is mij dat wel. Ik juich
dat toe.
Wethouder DIJKSTRA vervolgt dat men dit inderdaad
heeft gedaan. Voor de wijk Klaarwater, de tweede nieuwe
wijk, heeft men zich laten leiden door de verhoudingen in
de wijk Smitsveen. Men zal dit ook op zeer voorzichtige
wijze moeten doen met betrekking tot Soesterveen-Zuid.
De opmerking van de heer Hoekstra over de huisvesting
van jonge leerkrachten is spreker uit het hart gegrepen. Het
kost de grootste moeite om voor jonge leerkrachten met
een beginsalaris adequate huisvesting te vinden. Dank zij de
hulp van collega De Haan is het hem tot dusverre wel gelukt,
maar wel ten koste van bijzonder veel tijd. Het ziet er soms
naar uit dat men zijn toevlucht moet nemen tot leerkrach
ten zonder kinderen of met een eigen inkomen, omdat men
anderen niet hierheen kan krijgen.
Wethouder EBBERS wil alleen nog even ingaan op een op
merking van de heer Pieren over andere verfijningsregelin
gen en diens vraag of daarover in de open brief van de Vere
niging van Nederlandse Gemeenten wordt gesproken. Deze
brief heeft kennelijk zo veel bijval gevonden, dat men al
besloten heeft tot herdruk van een zodanig aantal exempla
ren dat alle raadsleden een exemplaar kan worden toege
stuurd. Binnen een week zal de verzending plaatsvinden.
Met betrekking tot de verfijningen wordt in de open brief
op bladz. 10 gezegd dat de toestand niet in alle opzichten
is verslechterd, omdat een aantal nieuwe verfijningen is in
gevoerd. Alleen wijst men er wel nadrukkelijk op dat de
wet in 1961 op een bepaald punt is gefixeerd en dat het tijd
wordt eens een fundamenteel onderzoek in te stellen met
betrekking tot de vraag of geen belangrijke wijzigingen
moeten worden aangebracht.
De VOORZITTER constateert dat hiermede de algemene
beschouwingen zijn geëindigd.
Vervolgens stelt zij aan de orde:
Voorstel tot vaststelling van de begroting der gemeente en
die van de bedrijven en tot goedkeuring van de begrotingen
van het openluchttheater en de sportstichting voor het
jaar 1973, inclusief de le wijziging.
269 De begroting van het openbaar slachthuis.
De heer SMITS stelt vast dat ten aanzien van het
slachthuis sprake is van een moeilijke affaire met be
trekking tot artikel 8. Daardoor is het voor de com
missie slachthuis vrijwel onmogelijk een beleid uit te
stippelen. In de commissie bestaat, door alle fracties
heen, een eensgezinde mening. Sprekers fractie is,
dank zij een goede informatie van de directeur en van
de betrokken wethouder, bijzonder tevreden over de
gang van zaken aldaar.
De VOORZITTER zal dit compliment overbrengen
aan de betrokken wethouder, aan de directeur en aan
degenen die zich verder nog met het slachthuis bezig
houden.
De heer DE GROOT wijst erop dat zeer binnenkort
valt te verwachten dat de eisen, die in verband met ex
port binnen de E.E.G. al lang voor slachthuizen gol
den, ook zullen gaan gelden voor slachthuizen die uit
sluitend voor binnenlands gebruik slachten. Een van
die eisen houdt in dat runderen en varkens niet meer
in eenzelfde ruimte mogen worden geslacht. In de
aanbiedingsbrief zegt het college dat daarvan vermoe
delijk een tijdelijke ontheffing kan worden verkregen.
Zijn vraag is nu of het college die tijdelijke ontheffing
al heeft aangevraagd, en zo ja, wat daarvan het resul
taat is.
Wethouder EBBERS merkt op dat eerst nog enkele
wijzigingen moeten worden aangebracht naar aanlei
ding van een onderzoek dat heeft plaatsgevonden. De
ontheffing als zodanig is nog niet aangevraagd. Op
grond van de E.E.G.-eisen moeten echter toch al een
paar punten worden aangepast, hetgeen ongeveer een
bedrag van f. 6.000,- zal vergen. Daarna zal gevraagd
worden of een ontheffing kan worden verkregen van
de voorwaarde dat runderen en varkens niet in dezelf
de ruimte mogen worden geslacht.
De begroting van het openbaar slachthuis wordt hier
na zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De begroting van het woningbedrijf.
De heer PIEREN wil een vraag stellen waarop niet
direct behoeft te worden geantwoord, omdat het zo
175