een groepspraktijk groeiende is, dan kan de suggestie van de heer Pieren worden overgenomen door op ba sis van materiaal over dit onderwerp eens met elkaar te gaan discussiëren. Op dit moment is dit nog weinig zinvol. De heer Smits vroeg of het college protest heeft aan getekend tegen de intrekking van de provinciale subsi die. Er hebben enige informele besprekingen in rayon- verband plaatsgevonden tussen het provinciaal be stuur en de gemeentebesturen. Daarbij is de slachting onder de provinciale subsidies aangekondigd en is daarvoor een.motivering gegeven. De rijksoverheid heeft de provincies nl. tamelijk sterk aangepakt, het geen de provincies nu weer moeten doorgeven aan de gemeenten, want anders komen zij zelf in de knel. De provincie meent nu dat zij alles wat zij op redelijke of onredelijke wijze - vaker onredelijk dan redelijk - naar de gemeenten kan afschuiven, inderdaad moet afschui ven. In de bijeenkomst met de gemeentebesturen is tot de provincie duidelijk gezegd dat dit geen werk is, maar anderzijds valt niet zo veel in te brengen tegen het argument dat de provincie met de rug tegen de muur staat en daarom probeert de niet specifiek pro vinciale taken af te stoten. De provincies hebben op hun beurt bij het rijk geprotesteerd, maar dat heeft nog geen gevolg gehad. Wethouder DIJKSTRA kan de heer Smits mededelen dat het dagelijks bestuur van de schoolartsendienst bijzonder scherp heeft geprotesteerd, zowel schrifte lijk als mondeling. De betrokken gedeputeerde heeft inderdaad gezegd dat de provincie met de rug tegen de muur staat, omdat het rijk de provincie onder druk zet. Daarom moet zij op haar beurt de gemeenten onder druk zetten. Zij zou er graag op terugkomen, maar kan dat eenvoudig niet. De schoolartsendienst heeft overwogen of de dienst nu maar geheel moest worden afgeschaft, maar men vond de voordelen van handhaving toch verre de nadelen overtreffen. Wel is een geplande uitbreiding in de ijskast gelegd. Mevrouw ORANJE-ENTINK meent uit het antwoord van wethouder De Haan te hebben begrepen dat het bevolkingsonderzoek de gemeente wordt opgelegd. Heeft de gemeente hierin dan geen enkele andere zeg genschap dan alleen het aanwijzen van de plaats waar de onderzoekwagen kan staan? Zou het dan mis schien niet beter zijn te protesteren tegen deze manier van bevolkingsonderzoek? Spreekster kan het zo nauwelijks een bevolkingsonderzoek noemen. Mis schien is het mogelijk een en ander beter gedocumen teerd aan de bevolking te tracteren, want wie begrijpt nu - zij zelf nog altijd niet - waarom het onderzoek alleen zal plaatsvinden onder mannen van 41 jaar en ouder en niet onder vrouwen? Wethouder DE HAAN wil de term „opgelegd" graag even wegnemen. De gemeente krijgt de mogelijkheid aangeboden en zij kan dan beslissen of zij wel of niet meedoet. De gemeente is niet verplicht dit on derzoek te laten doen. Het college ging van de eenvou dige redenering uit: Beter een half ei dan een lege dop, laten wij dit nemen om eventueel in de volgende ron de meer te krijgen. Spreker hoopt de raad binnen af zienbare tijd van nadere informatie te kunnen voor zien. Het hoofdstuk wordt hierna zonder hoofdelijke stem ming voorlopig vastgesteld. HOOFDSTUK V, VOLKSHUISVESTING. De heer VERHEUS constateert dat bij de bewoners van de woningen in Soesterberg van „Ons Belang" nogal wat onrust is ontstaan met betrekking tot de vraag wat er met die woningen gaat gebeuren. Aanvan kelijk deed zelfs het wilde gerucht de ronde dat die woningen zouden worden gesloopt. Later meende men dat de woningen zouden worden verbeterd, en een derde gerucht was dat men de woningen zou kun nen kopen. Daarna kwam het rapport over de Kosten eenheden uit, dat toen ook een rol scheen te gaan spelen. Is het college nu al iets definitiefs bekend over wat de woningbouwvereniging „Ons Belang" met haar woningen gaat doen Met betrekking tot de houtarme woningwetwoningen in de Generaal Spoorstraat en in de Generaal Winkel manstraat hebben plannen bestaan om die woningen wat meer comfort te geven. Als spreker het goed heeft begrepen waren er twee plannen, waarvan het ene nauwelijks enige woningverbetering tot gevolg zou hebben, maar financieel redelijk haalbaar was. Het tweede plan zou een daadwerkelijke woningverbete ring inhouden, o.a. doordat men een zolder beschik baar zou krijgen. Die plannen zijn nu ongeveer een paar jaar oud, maar de betrokkenen weten nog steeds niet wat er met hun huizen zal gaan gebeuren en wan neer. Spreker zal dit thans graag van het college verne men. De heer SMIT zou naar aanleiding van volgnr. 5.24, Bouw- en woningtoezicht, een opmerking willen ma ken over herstellingskosten en waarborgsommen. Hoewel in vele gevallen de waarborgsommen de kos ten van het in de oorspronkelijke staat terugbrengen niet dekken, en derhalve in het kader van de financië le consequenties navorderingen zullen blijven voorko men, vraagt hij zich toch af of men niet te perfectio nistisch te werk gaat. Geen enkele particuliere huisbaas zal een „volledige" opknapbeurt geven aan een vrij komende woning. Hoogstens zal die huisbaas een bij drage in de kosten verstrekken. Wat doet de overheid echter? Die verwijdert vijftig krammen, werkt muren bij en berekent daarvoor f. 113,-. Als de nieuwe bewo ner er in trekt, loopt men grote kans dat hij op pre cies dezelfde plaatsen nieuwe krammen in de muur drijft. Spreker vraagt of het college het met hem eens is dat er soms te rigoureus met nijptang etc. wordt omgesprongen. Is overleg met de met de uitvoering van de werkzaamheden belaste personen niet drin gend noodzakelijk? De heer VAN POPPELEN is het maandagavond op gevallen dat een groot aantal raadsleden het tegen het einde van de algemene beschouwingen moeilijk kreeg, doordat de ventilatie niet zo perfect was. Hij heeft vanmorgen een heel grote vergadering bijgewoond, en daar kwam hij fris uit. Thans vergadert men hier net een uur en alweer hebben verschillende mensen het moeilijk. Kan hieraan eens iets worden gedaan? Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT vindt het zelf zo afschuwelijk dat men in deze zaal geen daglicht ziet. De VOORZITTER: Ik moet wel even stellen dat dit lokaal is gebouwd als instructielokaal voor de brand weer en niet als vergaderzaal voor de gemeenteraad. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT geeft te kennen dat de woningbouwvereniging „Ons Belang" inderdaad heeft ingezien dat er wat aan haar woningen zal moeten gebeuren. De heer Ebbers en spreekster zijn daartoe bij de provinciale directie ge weest om te kijken wat de mogelijkheden zijn, o.m. 187

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 194