wingen heeft hij al gezegd dat er, als men hiervan een constant bedrag maakt, in feite sprake is van een achteruitgang, want het geld wordt steeds minder waard. Op het ogenblik zit in dit fonds een bedrag van f. 24.000,-, waar per 1 januari f. 15.000,- bij zal komen, zodat het totaal dan f. 39.000,- zal zijn. Om een indruk te geven van wat met zo'n bedrag aan wijkverfraaiing kan worden gedaan, noemt hij het voorbeeld van de muzikantengroep van Riethoven bij de Albert Cuyplaan-hoek Dalweg. Daarvoor was een krediet van f. 34.000,- uitgetrokken. Spreker wil er op aandringen een andere regeling te gaan hanteren, die is gerelateerd aan de uitbreidingen van Soest. De heer SMITS leest in de aanbiedingsbrief dat de uit gaven buiten de kapitaalsfeer sterker zijn toegenomen dan in feite is toegestaan en dat die toename vooral betrekking heeft op de welzijnssector. Hij is nu erg bang dat bepaalde subsidies toch weer zullen worden overschreden en dat meer subsidies zullen worden toe gestaan. Is het niet wenselijk om de organen die van de gemeente een subsidie krijgen te schrijven dat zij zich aan het bedrag van die subsidie moeten houden en dat zij de gemeente niet achteraf met allerlei pro blemen moeten confronteren doordat zij de subsidie normen hebben overschreden? Het verheugt spreker bijzonder dat men nu kan gaan praten over een stichting welzijnszorg. In de afgelo pen jaren heeft men dank zij het particulier initia tief - door de gemeente op een geweldige wijze opge vangen - allerlei overkoepelende instellingen gekre gen, Dat men nu zo langzamerhand aan een stichting welzijnsbevordering kan denken, is bijzonder verheu gend. Wethouder DIJKSTRA herinnert er aan dat de raad het vorig jaar de subsidie voor het Utrechts Symfonie Orkest heeft afgestemd. Het college vond dat bijzon der spijtig. Uit de begroting blijkt dat het college una niem van mening is dat het belang van het U.S.O. daarmee onrecht was aangedaan. De inwoners van de gemeente Soest maken allemaal gebruik van facilitei ten en voorzieningen van andere gemeenten, met na me van Utrecht en Amersfoort. Dat geldt voor voorzie ningen op het gebied van het verkeer, van recreatie, van cultuur etc., die de grote centrale gemeenten ton nen en tonnen kosten. Met name van de grote culture le voorzieningen van de stad maakt men hier bijna al lemaal van tijd tot tijd gebruik. Dit is de feitelijke re den van het voorstel van het college. De nadelige saldi van het U.S.O. zijn inderdaad ontzagwekkend opgelo pen, hoofdzakelijk door de salarispost. Vijfjaar gele den was er een nadelig saldo van f. 4.700,-, maar nu is het f. 256.000,-. De bijdragen die van het rijk en van de gemeente Utrecht worden verkregen, zijn ech ter ook enorm groot. Het rijk heeft voor het afgelo pen seizoen een subsidie gegeven van f, 1.400.000,— en de gemeente Utrecht f. 1.835.000,-. Er kan dus bepaald niet worden gezegd dat de gemeente Utrecht en de provincie de kosten maar op de schouders van de gemeenten afwentelen, want van de provincie kan nog worden gezegd dat zij voor een bedrag van f. 274.000,- subsidieert. Een en ander is echter niet op deze manier voort te zetten en dit vrijwel uitslui tend door de gestegen personeelskosten. Het U.S.O. heeft nu het plan zich in kleine groepen op te delen om daarmee de boer op te gaan; het lijkt het college nu billijk daaraan een kleine bijdrage te geven. Spreker weet wel dat het U.S.O. met een heel wat verderrei- kend plan rond loopt, maar dat berust geheel op het al dan niet verlenen van medewerking door de ge meenten. De provincie is met deze materie bezig en ge deputeerden hebben het college opgeroepen op 9 janua ri een bespreking te voeren over de provinciale plan nen en de financiële moeilijkheden van het U.S.O. Het college heeft de vrijmoedigheid gevonden om de ze kleine post van f. 4.000,- op de begroting te zet ten, omdat het het U.S.O. beschouwt als een belang rijke culturele voorziening voor de gehele provincie. Met betrekking tot de aankoop van kunstwerken is tot dusverre de regeling toegepast - zij is niet in een verordening vastgelegd - dat daarvoor 1% wordt be steed van het totale bruto bedrag dat wordt uitgege ven voor de bouw van scholen, gymnastieklokalen en sport-spelzalen, dus bepaald niet van huizenbouwob- jecten, maar ook niet van alle bouwwerken. Op het ogenblik is een adres van Artishock over deze kwestie in behandeling bij de culturele commissie. De commis sie is daarmee nog bezig en spreker wil nu voorstellen eerst het advies van de culturele commissie af te wach ten voordat men de bestaande regeling gaat herzien. Die bestaande regeling is dus dat 1% van het totale bedrag voor de bouw van scholen, gymnastieklokalen en dergelijke wordt bestemd voor de aankoop van een kunstwerk. De VOORZITTER: Dat is dus ter verfraaiing van het gebouw zelf. Wethouder DIJKSTRA: Dat de gemeente bouwt. De VOORZITTER meende te hebben beluisterd dat degenen die hierover hebben gesproken een pot willen vormen bestaande uit 1% van de bouwkosten van al lerlei gebouwen om daaruit kunstwerken ter ver fraaiing van de gemeente en niet speciaal van gebou wen te bekostigen. Wethouder DIJKSTRA bevestigt dat er mensen zijn die dit graag willen. Men wil integraal 1% voor dit doel bestemmen, wat per jaar veel meer dan een ton zou betekenen Hij wil afraden de 1%-regeling tot een soort automatisme te maken, want waar is dan het einde. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT deelt met betrekking tot de kinderboerderij mede dat zij direct na de vorige raadsvergadering de architect heeft opgebeld en hem heeft verteld dat de indruk bestond dat men al met de werkzaamheden was be gonnen. Hij heeft toen beloofd dat die werkzaamhe den zouden worden stopgezet in afwachting van het grondonderzoek. Hij heeft hierover contact opgeno men met de dienst van gemeentewerken en spreek ster weet dat heren van de Grontmij ter plaatse zijn geweest. In hoeverre een onderzoek heeft plaatsge vonden, is haar niet bekend. De heer DE GROOT: Het werk ligt op dit moment dus stil? Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Als het goed is wel. De VOORZITTER merkt op dat „Apollo" het col lege een brief heeft geschreven met het verzoek een subsidie van f. 200,- te verlenen. Dit is echter niet op tijd aangevraagd. Het college heeft daarom terug geschreven dat het volgend jaar graag tijdig een aan vrage tegemoet zou zien en enig inzicht wilde hebben in het financiële reilen en zeilen. Wethouder Dijkstra zal nog even zeggen hoe het college tegenover die f. 200,- staat. Wethouder DIJKSTRA mag thans niet namens het 196

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 203