gehele college spreken, maar hij staat hier sympathiek tegenover. De methode bij het behandelen van subsi dieverzoeken is echter dat eerst aan de aanvrager gege vens worden gevraagd over de begroting, de reserves en de pl annen. Die gegevens heeft het college met betrek king tot „Apollo" nog niet. Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES wijst erop dat niet de culturele commissie, maar de subcommissie aankoop kunstwerken van de culturele commissie zich beraad over een advies aan de culture le commissie in verband met het aankoopbeleid. Zij wacht met belangstelling het advies van deze subcom missie af. Bij het afdelingsonderzoek van de begroting is de heer Van Ee gekomen met het voorstel een totale 1%-rege- ling te hanteren. Spreekster denkt dat hij dit heeft gedaan om van de raad een principe-uitspraak uit te lokken over welke procentsregeling dan ook. Wat thans gebeurt, berust op gewoonterecht, naar zij aan neemt, want er is geen raadsbesluit over genomen. Zij vindt het voorstel van de heer Van Ee zeker de moei te van het bekijken waard, vooral omdat ook de post van f. 15.000,- per jaar aan inflatie onderhevig is. Ten aanzien van het U.S.O. kan men twee dingen doen. Het eerste is dat men die f. 4.000,- van verle den jaar weer opvoert als een soort fooi. Het tweede is dat men zegt: Wij gaan serieus bekijken of met de provincie, de gemeente Utrecht, het rijk en het U.S.O. een regeling is te treffen. In het laatste geval gaat het de gemeente misschien nog meer kosten. Spreekster is er voor dat wordt bekeken wat de voor- en nadelen van een regeling zijn. Zij is er tegen om dit jaar die fooi van f. 4.000,- te geven omdat het zo jammer zou zijn dat men het verleden jaar niet heeft gedaan. Men zal nu, net als verleden jaar, een principe-beslis sing moeten nemen en in het achterhoofd moeten houden dat de raad op een gegeven moment een voorstel zal bereiken om in een andere opzet geld voor het U.S.O. te voteren. De heer PIEREN vindt het antwoord van de wethou der ten aanzien van het U.S.O. zeer onduidelijk. Met betrekking tot de f. 200,- voor „Apollo" - sprekers fractie is er voor om dat bedrag toe te ken nen - zegt de wethouder over te weinig gegevens te beschikken. Ten aanzien van die f. 4.000,- beschikt men echter helemaal niet over gegevens. Spreker zou wel eens willen weten hoe veel bewoners van Soest de concerten van het U.S.O. bezoeken en hoe groot de toegangsprijs is. Als hij veronderstelt dat per jaar 4000 Soestenaren naar concerten van het U.S.O. gaan, zou men kunnen zeggen: Laat men de toegangs prijs of de buskosten met een gulden verhogen, dan komt men er misschien ook uit. Gelet op hetgeen de gemeente in 1973 boven het hoofd hangt, was afde ling I minus de voorzitter van mening dat de post voor het U.S.O. pro memorie moest worden geraamd. Spreker hoopt dat de raad deze mening deelt en zal willen afwachten wat het gesprek met gedeputeerde staten zal opleveren. De heer VAN POPPELEN gelooft dat in principe moet worden aangehouden wat in de vorige vergade ring is afgesproken. De heer Blaauw heeft toen met betrekking tot een bepaalde subsidie-aanvrage gezegd dat de aanvrager van een subsidie eerst duidelijke ge gevens op tafel moet leggen. Persoonlijk is spreker er wel voor om aan „Apollo" f. 200,— toe te kennen, maar dit kan ook nog later bij begrotingswijziging gebeuren. De heer DE GROOT acht het zijn plicht tot het col lege een woord van kritiek te richten en het college ernstig in gebreke te stellen met betrekking tot de gang van zaken rondom de kinderboerderij. Wethou der mevrouw Walter heeft nl. gezegd dat de bouw in middels is aangevangen. Spreker neemt aan dat dit zelfs al is gebeurd voordat de raad had besloten het desbetreffende perceel met opstallen aan de stichting kinderboerderij te verhuren. Hopelijk is de bouw nu stilgelegd, maar het feit dat men reeds begonnen was, is voor hem onaanvaardbaar. Hij heeft al een jaar lang gewaarschuwd voor de situatie ter plaatse, waarbij hij van verschillende kanten steun heeft gekregen. Dat het college dit alles in de wind heeft geslagen en toch toestemming heeft gegeven om reeds met de bouw te beginnen, acht spreker onverantwoord. De heer HOEKSTRA brengt naar voren dat vanuit zijn fracties met opzet niet zo veel over de procents regeling voor de aankoop van kunstwerken is gezegd. Hij zit zelf in de subcommissie voor de aankoop van kunstwerken, die maandagavond aanstaande zal pro beren een voorstel voor de culturele commissie op te stellen. De culturele commissie komt dan weer met een advies aan de raad. Omdat men hiermee nog be zig is, is maandagavond alleen gesignaleerd dat een en ander financiële gevolgen zal hebben en dat die in het totaal van de gemeentelijke uitgaven moeten worden bekeken. Er zal natuurlijk de nodige ruimte voor moeten worden gevonden, maar dat er op dit terrein iets moet gebeuren, zal een ieder wel met spreker eens zijn. Wethouder DIJKSTRA moet de heer Pieren zeggen dat het U.S.O. in het verleden voor zich zelf al vol doende publiciteit heeft gemaakt. Het is eigenlijk he lemaal niet nodig om uiteen te zetten waarom een provinciaal symfonie-orkest financiële steun nodig heeft. Wat een symfonie-orkest is en geeft, is voldoen de bekend en dat is de reden waarom spreker niet met allerlei pregnante argumenten is gekomen voor een ondersteuning van het U.S.O. De heer PIEREN: Het nut onderschrijf ik wel. Wethouder DIJKSTRA vervolgt dat nog niet bekend is waar de provincie mee zal komen. Men moet dit rustig afwachten. Als de raad in meerderheid van me ning is dat aan het U.S.O. geen subsidie moet wor den verleend, hoort hij dat wel. De VOORZITTER merkt op dat in het college nog even over de f. 200,— voor „Apollo" is gesproken. Het staat nu op het standpunt dat men ten aanzien van f. 200,- nog wel eens lichtzinnig kan zijn. Toch moet deze zaak nog even worden bekeken, omdat de onder volgnr. 8,70,14 vermelde regeling niet alleen „Apollo" betreft, maar ook de zangvereniging „Euterpe" en de Gospelgroep. Het mag niet gebeuren dat men door één lichtzinnigheid tot meerdere lichtzinnigheden zou moeten overgaan. Met die restrictie meent zij dat men thans wel kan zeggen: Nou ja. Spreekster meent dat in de brief stond dat een en ander verband hield met een jubileumconcert. Daarvoor heeft men al wel sub sidie gekregen, maar achteraf kan zoiets wel wat te genvallen. Wethouder EBBERS: Als wij voor dergelijke zaken subsidie geven, geven wij die subsidie meestal tot een maximum. Het kan zijn dat dit ook hier is gebeurd. De VOORZITTER vervolgt dat het de taak van de wethouder van financiën en van de chef van de af deling financiën is om alle boten af te houden, maar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 204