Nr, 1 20 januari 1972.
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 20 januari 1972 te 19.30
uur.
VOORZITTER de burgemeester, de heer mr. S.P. Ba
ron Bentinck.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius,
W.A. Blaauw, L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, M.A. van Ee, J.W.H,
Geerlings, P. Grift, M. de Groot, K. de Haan, D. Hoekstra,
H.M. Jonker (later), J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion,
K. Levinga, R.A. van Logtenstein, G.H. Oldenboom, me
vrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, J.R. van Poppelen,
A.H.F. Smit, J.C. Smits, C. Verheus, mevrouw T.R. Walma
van der Molen-De Vries en mevrouw M.C.P. Walter-Van der
Togt.
Afwezig met kennisgeving is het lid: P.L.J.M. Storimans.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
Vervolgens deelt hij mede, dat de heer Jonker later ter ver
gadering zal komen en dat de kans bestaat, dat de heer Sto
rimans, die ook is opgehouden, niet ter vergadering zal ko
men.
Hierna spreekt hij de volgende nieuwjaarsrede uit.
Dames en heren.
Hoewel het nieuwe jaar reeds iets van zijn prilheid verloren
heeft en wij gewend zijn in het jaar 1972 te leven, wens ik u
toch van harte veel goeds in dit jaar toe. Daarnevens wens ik
u naast kennis van en inzicht in de vraagstukken, die ons dit
jaar zullen bezig houden, ook de onmisbare wijsheid toe,
die van een andere orde, een andere dimensie is.
Het ziet er naar uit, dat wij geen gemakkelijk jaar ingetreden
zijn. De centrale financiering zal nog strakker gehanteerd
worden. Te verwachten is dat, evenals dit in vroegere perio
des van een stagnerende economische ontwikkeling het geval
was, een gedeelte van de schaarse financieringsmiddelen ge
dirigeerd zal wordenmaar gebieden met een duidelijk tekort
aan werkgelegenheid; het zal aldus onttrokken worden aan
die streken waar een grotere achterstand is op het terrein
der openbare voorzieningen.
De toename van de reeds bestaande achterstand in gemeen
ten als de onze, die als gevolg van het macro-planologisch
beleid van de Rijks- en Provinciale overheid een snelle ont
wikkeling doormaken, zou hierdoor tot ernstige spanningen
leiden.
Het moment waarop het niet meer verantwoord is in een
versneld tempo woningen te bouwen zonder dat voorzien
kan worden in de primair daarmede verband houdende be
hoeften als scholenbouw en werken van infra-structurele aard,
dreigt gevaarlijk dichtbij te komen.
Het zou een tragische ontwikkeling zijn, indien deze ge
meente, die een bestuurlijk en technisch apparaat ontwik
keld, opgebouwd en getraind heeft om aan een snelle, doel
treffende en efficiënte ontwikkeling leiding te geven, die
kan beschikken over de noodzakelijke grond, die financieel
gezond is en bij dekomende expansie blijkens de investe
ringsnota 1971 - 1985 ook financieel gezond kan blijven, dat
juist deze gemeente tot een bewuste afremming van de
bouwactiviteit zou moeten overgaan.
De problematiek rond de gewestvorming zal dit jaar onze
aandacht vragen.
Allereerst is er aanleiding om na een praktijk van enige jaren
de gemeenschappelijke regeling van het Samenwerkingsor
gaan Eemland nader te bezien.
Er is een onmiskenbare ontwikkeling aan de gang, zowel in
de breedte als in de diepte van gemeenschappelijk beraad en
beleidsvoering.
Daarnaast is er in den lande een uitvoerige discussie gaande
omtrent de gewestvorming en taak en functie van de gewes
ten in het algemeen. Deze heeft nog allerminst tot een com
munis opinio geleid. Wel wil de minister van Binnelandse Za
ken thans snel tot een structuurschets voor een bestuurlijke
indeling komen.
In Eemland-verband zullen wij ons over deze, voor onze ge
meente van groot belang zijnde, materie een oordeel moeten
vormen.
Het is verheugend dat thans ook de gemeenten Baarn, Bun
schoten, Eemnes en Nijkerk deel van het Samenwerkingsor
gaan uitmaken en dat het mogelijk blijkt in onderlinge samen
werking voor onze regio nuttig werkzaam te zijn.
Onmiskenbaar hierbij is een ontwikkeling in het regionaal
denken en in het zich bewust zijn van verantwoordelijkheid,
niet alleen voor de eigen gemeenten, doch ook in groter ver
band voor de streek, waarvan men deel uitmaakt, waarvan
men de invloed ondergaat en die door de eigen gemeenten
belhvloed wordt.
Juist deze ruime en positieve benadering van de vraagstukken
is voor een vruchtbaar, gezamenlijk beraad van eminent be
lang.
Dames en heren, ik wil u thans enige droge cijfers over het
afgelopen jaar geven, die op zich zelf niet zoveel zeggen,
maar in hun relatie tot die van het voorafgaande jaar soms
enige indicatie kunnen geven van de ontwikkeling onzer ge
meente.
In 1971 vonden 676 (693) geboorten plaats en overleden
251 (301) personen, derhalve een geboortenoverschot ople
verende van 425 (392).
Er vestigden zich 3.055 (3.813) personen, terwijl er 2.847
(2.451) vertrokken, derhalve een vestigingsoverschot ople
verende van 208 (1.362).
Als resultaat van een en ander vermeerderde de bevolking
met 633 (1.754) zielen van 37.469 tot 38.102. Dit is 48 in
woners minder dan het aantal van de een jaar geleden opge
stelde prognose.
In deze cijfers zijn die van Soesterberg begrepen. Hier vonden
93 (97) geboorten plaats en overleden 26 (36) personen, een
geboortenoverschot opleverende van 67 (61). Tegenover de
vestiging van 407 (378) personen, stond het vertrek van 584
(580) personen, een vertrekoverschot opleverende van 177
(202).
(De heer Jonker komt ter vergadering.)
Het resultaat in 1971 was een afname van de bevolking met
110 (141) zielen van 6.092 tot 5.982. In de gemeente wer
den 259 (316) huwelijken voltrokken.
Het aantal verhuizingen binnen de gemeente van gezinnen
bedroeg 396 (478) en van alleenstaande personen 485
(545), in totaal dus 881 (1.023).
De vertraagde toename van de bevolking, zoals deze uit de
even genoemde aantallen blijkt, staat in nauw verband met
soort en aantal aan de woningvoorraad toegevoegde en
hiervan afgevoerde woningen.
De bevolking zal, afhankelijk van het tempo waarin de nieuw
bouwwoningen, in de eerste plaats in het plan Klaarwater,
gereedkomen, toenemen.
De tussen haakjes vermelde cijfers betreffen het voor
gaande jaar.