Deze nota had het college moeten laten maken vóór
tot aankoop moest worden besloten. Is men niet wat
te lichtzinnig te werk gegaan?
Raadsleden die in hun vrije tijd werken, hebben geen
tijd om aan een zaak als de onderhavige dagen te be
steden, zij gaan voor een groot deel af op de, hun van
gemeentewege verstrekte informatie. Omdat het pro
bleem spreker zo aan het hart gaat, heeft hij er een
vrije dag voor moeten nemen om onderzoekingen te
doen. Dat was bij een goede voorbereiding van het
college niet nodig geweest.
Er is nog een mysterie in de onderwerpelijke zaak. De
gealchte en charmante wethouder mevrouw Walter zei
de vorige week in de commissie openbare werken dat
mocht worden verwacht, dat het politiekorps zich zo
explosief zou uitbreiden en dat daarom bij de aan
koop van het pand niet was te voorzien dat de beschik
bare ruimte teklein was. Spreker wil in dit verband
wederom wijzen op een ernstige onzorgvuldigheid.
Uit een aan de voorzitter gezonden brief, genummerd
EA71/430 d.d. 7 april 1971 blijkt de uitbreiding van
het politiekorps. Met de eerste oogopslag kan men
zien dat deze brief in het bezit van het college was
voordat het bewuste pand was aangekocht.
Spreker wil thans even ingaan op een beleidszaak. De
politie, zo blijkt uit alles, moet en wil gecentraliseerd
zitten. Dat betekent dat men over enige jaren weer
in de knoei zit vanwege een nieuwe uitbreiding.
Want er zijn voldoende prognoses gemaakt over de
groei van Soest. Inherent aan deze groei is de uitbrei
ding van het politiekorps en de rest van het gemeen
telijke apparaat. Er zal derhalve weer een tonnen ver
gende noodoplossing moeten komen, waarvan de ge
meente nimmer een cent zal terugzien, wanneer het
stadscentrum wordt verwezenlijkt. Men dient er na
melijk niet op te rekenen, dat de noodgebouwen nog
een hoge restwaarde zullen hebben. Spreker wenst
dan ook de noodzaak en het nut van een geld ver
slindende centralisatie te betwijfelen. Reeds jaren is
gebleken dat men veel meer rust in een bedrijf krijgt
door een gedeeltelijke decentralisatie, die geen af
breuk behoeft te doen aan efficiency van het, zoals
in het onderhavige geval, politieapparaat. De bevel
voering kan vanuit één punt, dat wil zeggen het hui
dige politiebureau, geschieden naar diverse afdelingen
op verschillende plaatsen, mits men uiteraard over
goede verbindingen beschikt. Goede verbindingen be
hoeven vandaag de dag geen probleem te zijn. Ook is
een decentralisatie minder kostbaar dan men denkt.
De administratieve en vele andere diensten van de
veelomvattende politietaken kunnen gerust ergens an
ders worden ondergebracht. Dat is in vele plaatsen
reeds het geval. Spreker meent met recht over deze
materie te kunnen spreken, daar hij in een soortgelij
ke sector werkzaam is. In het bedrijf waar hij werk
zaam is wordt op zeer efficiënte wijze het beleid ge
voerd vanuit één plaats (zo nodig zelfs uit meer plaat
sen) naar vele afdelingen, hetgeen van een groot stra
tegisch en tactisch belang is. Verbindingslijnen zijn
daarbij belangrijk, maar deze behoeven geen pro
bleem te zijn. Als men dit niet durft te erkennen,
blijkt er weinig tactisch en operationeel inzicht te be
staan, hetgeen anders wel van een vooruitstrevende
gemeente mag worden verwacht.
Reeds jaren geleden had het college, gezien de prog
nose en de daarmede gepaard gaande groei van Soest,
kunnen en moetenonderkennen, dat ook het politie
korps en het gemeentelijke apparaat zouden groeien,
hetgeen betekent dat zij meer ruimte nodig zou heb
ben. Nog onlangs vertelde de hoofdinspecteur dat vol
gens verwachting in de nabije toekomst Soest wel een
commissariaat zou worden. Reeds jaren geleden hadden
er maatregelen moeten worden getroffen. Maar kenne
lijk wil de gemeente niet zo ver vooruitdenken. Er is
derhalve niets gedaan, de ene noodoplossing volgt op
de andere.
Had het college niet een plan kunnen maken voor de
bouw van een mooi, strak en doeltreffend kantoorge
bouw waarin een gedeelte van het politiekorps (en
desnoods afdelingen van het apparaat) kon worden
gehuisvest? Zo'n gebouw zou vele tonnen hebben ge
kost, maar nu gooit de gemeente er ook een half mil
joen tegen aan. Samen met de trouwtent (de volks
naam van één der noodgebouwen achter het stadhuis)
en alle andere noodgebouwen is de gemeente mis
schien zelfs reeds meer kwijt dan voor de bouw van
een goed gebouw nodig was geweest. Wanneer men
geld investeert in een goed en permanent gebouw, kan
er worden gesproken van goed gei'nvesteerd geld. Te
hopen zij, dat binnen tien jaar aan de bouw van een
stadscentrum kan worden begonnen. Dan brengen al
die dure noodgebouwen alleen nog schrootwaarde op,
omdat ze, gezien hun bouw een aardig permanent ka
rakter hebben gekregen. Een gedegen opgezet kantoor
gebouw kan echter worden verkocht voor een goede
prijs. Gezien de inflatie kan een dergelijk gebouw zelfs
winst, maar zeker geen groot verlies opleveren. Er zul
len mettertijd genoeg gegadigden zijn om een derge
lijk gebouw over te nemen. Mocht dat niet het geval
zijn, dan kan het gebouw worden verbouwd en wor
den aangewend voor de gemeenschap Er is nog
steeds een tekort aan dorpshuizen etc.
Thans echter worden steeds nieuwe en kostbare nood
gebouwen geplaatst. Deze gebouwen komen de werk
sfeer en de taakuitvoering niet ten goede.
Vorig jaar gaf spreker burgemeester en wethouders te
kennen dat een en ander nog veel geld zou gaan kos
ten. Hij garandeert het college thans dat Soest op de
ze manier nog wel een miljoen over de balk zal gaan
gooien, terwijl van dat geld weer betrekkelijk weinig
zal terugkomen. Een nuttige investering, zoals zojuist
geschetst, kan ook thans nog steeds haar vruchten af
werpen.
Ook wordt door het college steeds vaker het argument
aangevoerd, dat het pand toch weg moet in verband
met de verkeerssituatie Ook dit argument lijkt voor
lopig nog niet juist. De laatste tijd wordt namelijk
vaak gesteld, dat het verkeer eerder een andere weg
zal zoeken, wanneer er meer stoplichten en knooppun
ten zijn. Volgens spreker zijn er nog wel grotere knel
punten dan bij café Verkerk. Wanneer de gemeente
het pand niet had aangekocht, had zij het waarschijn
lijk over enkele jaren voor een veel gunstiger prijs kun
nen krijgen. Het college weet zelf dat er voldoende ar
gumenten zijn om deze bewering te staven. Op de de
tails daarvan wil hij liever niet ingaan. Maar zijn gevoel
zegt hem dat ook het college moet erkennen hoe waar
deze bewering is.
Hij vreest dat er in het onderhavige geval te lichtvaar
dig met gemeenschapsgelden wordt omgesprongen.
Dit feit heeft hem de laatste week op een zodanige
wijze beinvloed, dat hij prikkelbaar is geworden. Het
zij te hopen dat zijn betoog de raad (maar vooral het
college) aan het denken zal zetten om gezamenlijk een
32