de aanhef en de samenvatting in de door het college geconcipieerde brief en waaraan ter informatie de brief aan de heer De Hoog als bijlage wordt toege voegd. Zij meent dat de antwoordbrief dan met meer animo gelezen zal worden, aangezien men dan meteen kan zien wat er aan de hand is; degenen van de "De Soester Vogelvrienden" die geïnteresseerd zijn, kunnen dan bovendien het deskundige stuk lezen. Dat lijkt mij gewoon wat leesbaarder, aldus spreekster, en an ders bestaat de kans dat zij het misschien gewoon een beetje naast zich neer leggen. De VOORZITTER zegt, dat het hem eigenlijk wel een goed idee van mevrouw Korthuis lijkt om aan "De Soester Vogelvrienden"in eenvoudige woorden een korte samenvatting van de brief aan de heer De Hoog te zenden en daar een kopie van de brief aan de heer De Hoog bij te voegen. De heer OLDENBOOM vindt, dat er nu sprake is van toch wel een beetje onderschatting van het intellect van de gemiddelde eenvoudige vogelvriend. Mevrouw KORTHUIS-ELION zegt, dat het geen kwestie van onderschatting is. Iedereen is tot in zeke re mate bekend met verschillende kwesties. De eerste brief over de onkruidbestrijding is uitgegaan van de heer De Hoog, die daarin als specialist over deze kwestie schreef. De raadsleden die daarover hebben gediscus sieerd, hebben zich afgevraagd waarover zij eigenlijk spraken en zij hebben gezegd: Niemand van ons heeft er goed verstand van, wij nemen maar over wat er in de kranten staat. Voor de meeste raadsleden is de onderhavige materie moeilijk en onbegrijpelijk. Dit geldt niet alleen voor vogelvrienden, maar voor iedereen die geen specialist in deze materie is. De VOORZITTER merkt op dat hij zich wel kan aan sluiten bij de woorden van mevrouw Korthuis. Ten slotte moet de brief van de raad aan "De Soester Vo gelvrienden" begrijpelijk zijn. Degenen die wat dieper willen spitten, kunnen kennis nemen van de corres pondentie met de heer De Hoog. Hierna wordt besloten te antwoorden conform het voorstel van mevrouw Korthuis. g. Brief d.d. 31 maart 1972 van de Soester Gemeen schap inzake de beantwoording van de brieven d.d. 7 januari 1972 en 29 februari 1972. Besloten wordt te antwoorden conform de concept brief van burgemeester en wethouders. De VOORZITTER deelt mede, dat er is binnengeko men een aan de voorzitter van de gemeenteraad van Soest gerichte brief van mevrouw Walma van der Molen en de heer Grift, welke brief een voorstel, vreemd aan de orde van de dag, bevat. Dit voorstel heeft niet de behandeling gekregen die hethad moe ten krijgen. In het reglement van orde staat dat het in afschrift moet worden rondgestuurd aan de leden van de raad. Dat is niet gebeurd. Spreker biedt hier voor excuses aan. Hij vermoedt dat dit te wijten is aan het feit dat er niet zoveel voorstellen, vreemd aan de orde van de dag, binnenkomen. De brief luidt aldus: "Door middel van dit schrijven doen twee leden uit uw gemeenteraad, te weten P. Grift en T.R. Walma van der Molen-De Vries u toekomen een voorstel, vreemd aan de orde van de dag, te behandelen op de gemeenteraadsvergadering van donderdag 20 april a.s. Het voorstel luidt aldus: Het toevoegen aan de ingekomen stukken van deze raadsvergadering van een telegram van de bewoners commissie van de Molenstraat en het behandelen en ter discussie stellen van het in dit telegram gestelde probleem. Gaarne zullen ondertekenaars ter vergadering dit voor stel toelichten." Daags na de ontvangst van het voorstel, vreemd aan de orde van de dag, is binnengekomen het in dit voorstel bedoelde telegram, dat luidt als volgt: "Aan de raad der gemeente Soest, Protesteren fel te gen onbewoonbaar maken woning Soester Engweg 50. Verzoeken deze woning in oude staat te herstellen. Ondergetekenden bewoners Molenstraat. Secretaris Soester Engweg 44." Spreker deelt mede dat het college geen enkel bezwaar heeft tegen aanneming van het voorstel, vreemd aan de orde van de dag. Het voorstel, vreemd aan de orde van de dag, wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, zodat het telegram is toegevoegd aan de ingekomen stukken en het hierin gestelde probleem nu ter behandeling en ter discussie staat. Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES zegt dat zij gaarne de procedure heeft gevolgd om dit punt aan de agenda van vanavond te doen toevoegen. Een groep inwoners van Soest vraagt namelijk van het gemeentebestuur om begrip op te brengen voor haar standpunt. Om tot begrip te kunnen komen acht spreeksters fractie het nodig, dat de gemeenteraad de ze kwestie in het openbaar bespreekt. Voorbijgaande aan veten en oud zeer die ongetwijfeld bij alle betrok ken partijen bestaan en die, strikt genomen, discussie punten tussen die partijen zijn, wil zij komen tot een bespreking van de kwestie die nu de aandacht van de raad vraagt. De bewoners van de Molenstraat en de Soester Eng weg zijn geschokt door het feit dat er middenin hun buurt een huis is dichtgespijkerd en onbewoonbaar gemaakt, een huis dat volgens hen alleszins bewoon baar was en dat menige woningzoekende graag in huur had willen ontvangen. Als men zich nu afvraagt hoe het in deze tijd van wo ningnood mogelijk is, dat een college van B W zulks goedvindt, is voor die handelwijze wel enig begrip op te brengen. Immers: deze huizen liggen in een be stemmingsplan, ze moeten te zijner tijd weg. Het be stemmingsplan is nog wel niet goedgekeurd, maar dat zal zeker gebeuren. Bovendien zijn deze huizen oud (hetgeen niet hetzelfde wil zeggen als slecht) en bren gen ze praktisch geen huur op. Het is al met al een weinig aantrekkelijk idee voor een woningbouwvereni ging om nog geld aan het onderhoud van deze wonin gen te besteden. De huizen moeten volgens het bestemmingsplan weg, de bewoners eruit. Iedereen weet dat het tegenwoor dig een bijna onmogelijke zaak is voor al die bewo ners tegelijk vervangende woonruimte te vinden. Wat zou men dan voor zinnigers kunnen bedenken dan een natuurlijke afvloeiingsregeling (als er een huis leeg komt, wordt het niet meer verhuurd)? Laten leeg staan kan niet. Want o wee, die krakersDan maar slopen. Dat mag van het ministerie van volkshuisves ting en ruimtelijke ordening. Een hoogst begrijpelijke en ook legale handelwijze van B W. Maar ook een hoogst ambtelijke en in spreeksters visie een niet zo menselijke. Want het dichtspijkeren en onbewoonbaar maken komen hard aan bij de toch al zo getergde be- 46

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 47