de woningschaarste zijn te dien aanzien de mogelijk heden zeer beperkt. Als men vreest voortijdig zijn wo ning te moeten verlaten, is dat dus niet reëel. Aan de andere kant is het niet mogelijk de leeggeko men woningen weer te laten bewonen. De kwaliteit van deze woningen is slecht, ook al zal de één wat be ter zijn dan de ander; de klachten van bewoners van de woningen vóór 1966 zijn er aanleiding toe geweest dat een renovatieplan is opgemaakt. Als men deze slechte, eigenlijk onbewoonbare woningen opnieuw zou laten bewonen, zou men handelen in strijd met het doel waarvoor indertijd de Woningwet tot stand is gekomen, namelijk het zorgen voor een behoorlijke gezonde volkshuisvesting. Reeds drie a vier jaar geleden is er door de maatschap pelijke werksters van de gemeente in de Molenstraat huis aan huis geënquêteerd om aan de weet te komen wat de wensen van de betrokken bewoners zijn. Die wensen zijn bekend en worden bijgehouden door de maatschappelijke werksters. Sprekers ervaringen in Soesterberg zijn, dat men in het algemeen dolblij is met de gang van zaken aldaar. Er komen daar nogal wat ruilingen tot stand, waarbij mensen die in woningen van de gemeente wonen, naar de nieuwe woningen van St. Joseph gaan en waarbij vooral de ouderen uit de woningen van St. Joseph in een flatje van de gemeente komen. Een en ander komt daar vrijwillig tot stand en daar worden door stromingspremies voor gegeven. Er zijn zoals altijd na tuurlijk wel uitzonderingen, mensen die er niet zo ge lukkig mee zijn en eigenlijk liever in hun oude huis hadden willen blijven wonen. Men kan in de wereld het werkelijk niet iedereen naar de zin maken. Men kan daar niet in de oude woningen blijven wonen, want de realisering van het nieuwbouwplan moet een bepaalde voortgang hebben. Men kan zo'n heel plan niet laten afhangen van de wensen van twee of drie bewoners. Wat de Molenstraat betreft is het wat gemakkelijker. Als er mensen zijn die daar nog vijf of zes jaar willen blijven wonen, zullen zij niet worden gedwongen toch te verhuizen, Daar is helemaal geen sprake van drang, eventueel afgezien van het tracé van de Engweg, en als er toch desbetreffende onrust is, dan is dat ten on rechte het geval. In juli 1971 heeft de minister zijn standpunt ingeno men. Dat is besproken met de bewonerscommissie. Dan gaat het niet aan om na een halfjaar te zeggen: Nu gaan wij toch maar weer veranderen. Het beleid is vastgelegd, is heel goed doordacht, is gevormd gedu rende een reeks van jaren; er is ongeveer vijf jaar over gedaan om tot de overtuiging en het inzicht te komen, dat de woningen worden afgebroken c.q. dichtgespij kerd wanneer ze leegkomen. Dan moet dat beleid ook worden uitgevoerd, ten behoeve van de volkshuisves ting in Soest. Iedere sanering brengt altijd tranen mee. Geprobeerd moet worden die tranen zoveel mogelijk te beperken; helemaal wegnemen is nu eenmaal niet mogelijk. Wethouder EBBERS zegt dat er ten aanzien van reno vatie of nieuwbouw van Ons Belang in Soesterberg nog slechts van een beginstadium sprake is. Spreker is recentelijk benaderd door de voorzitter van de vereni ging Ons Belang, die het bij die gelegenheid heeft ge had over een renovatieplan en een nieuwbouwplan. Die plannen liggen nog lang niet vast. De voorzitter van Ons Belang heeft spreker toegezegd, dat hij, nadat de plannen in de ledenvergadering van Ons Belang zijn behandeld, alle bewoners van het betrokken buurtje zal benaderen en hen van de hele gang van zaken in de toekomst op de hoogte zal houden. Spreker neemt aan dat de voorzitter van Ons Belang zich aan deze duide lijke toezegging zal houden. Wethouder DE HAAN merkt op dat, als men een brief van enige bewoners ontvangt, het maar de vraag is wat de intentie is geweest toen men de brief opmaakte. Ten aanzien van Soesterberg heeft spreker voor zich zelf deze vraag zo geformuleerd: Waren dat de laats- ten, die het langste de achterhoedegevechten hebben geleverd en daardoor hebben veroorzaakt dat de bouw een halfjaar later is begonnen dan had kunnen gebeu ren, of zijn het de mensen die van het begin af aan meegedaan hebben, maar zich bekocht voelen? Spre ker heeft de indruk dat de eerste categorie in Soester berg vooral aan het woord is geweest; dat daar vooral aan het woord zijn geweest mensen die vaak meer pe cuniaire dan menselijke overwegingen hadden. Dat is bijzonder betreurenswaardig. Want op het moment waarop de bouw in Soesterberg had kunnen beginnen is, doordat er nog een paar mensen bezwaren (niet al tijd reële bezwaren) hadden, eerst in Soest begonnen, terwijl Soesterberg het eerst aan de beurt was. Hieruit blijkt wat het gevolg kan zijn van een telang pogen om verloren posities te handhaven. Spreker heeft niet de indruk dat degenen die in Soesterberg nog actie voeren, zich door andere dan emotionele gevoelens laten lei den; hij heeft nog geen argumenten uit die hoek ver nomen. Als men op een gegeven moment theoretisch een wat ruimere mogelijkheid zou kunnen scheppen bijv. door de grondprijs hoger te stellen en daaruit een wat rui mere vergoeding bij het verlaten van de woningen te distilleren, pleegtmen onrecht tegenover de toekoms tige huurder. Want dan gaat de huur omhoog. Degene die toevallig op dit moment profiteert en na vier of vijfjaar door welke omstandigheid dan ook het huis verlaat, is dan degene geweest die geprofiteerd heeft van dat voordeel en de nieuwe huurder mag dan eigen lijk de schade betalen. Het departement heeft zich daartegen verzet en heeft gezegd: Dat doen wij niet, wij trekken de lijn recht door. De gemeente heeft zich daaraan geconformeerd. Maar er is wel degelijk ook in Soesterberg veel overleg ge weest tussen maatschappelijk werk, de bewoners en de gemeente en spreker dacht, dat de problemen echt niet zo diep liggen als wel wordt gesuggereerd. Een bewonerscommissie die is samengesteld uit men sen die min of meer zijn gekozen als vertrouwensmen sen van de bewoners, zit in de knel wanneer er op een gegeven moment bepaalde resultaten uit de bus ko men die voor de bewoners niet prettig zijn. Dan is het maar de vraag naar welke kant de commissie zich op stelt. Ais zij zich opstelt aan de kant van de bewoners en volledig met hen in zee gaat, bestaat de kans dat inderdaad de indruk ontstaat, dat er een communicatie stoornis is. Maar de informatie naar de kant van de be wonerscommissie is vrij ruim geweest. Als dat niet vol doende is overgekomen, is dat misschien niet eens de schuld van de bewonerscommissie, maar veeleer van een wens die de vader van de gedachte is, namelijk de wens: Wij hebben nogal wat aan het huis gedaan, la ten wij hier nu alsjeblieft nog zo lang mogelijk blijven zitten, dan profiteren wij bovendien van het geld dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 51