De heer PIEREN stelt vast dat niet alleen de vogel vrienden, maar ook de heer Oldenboom met intelli gentieproblemen zit. Spreker vindt de opmerkingen van mevrouw Oranje, waaruit blijkt dat zij de zaak heeft bestudeerd, te waarderen. Anderzijds wil hij erop wijzen dat de zaak in concept ter bestudering aan de leden van de com missie ad hoe is thuisgestuurd en dat hen daarbij drin gend is verzocht om eventuele opmerkingen schrifte lijk kenbaar te maken. Spreker betreurt het dat dit laatste niet is gebeurd, aangezien het voorstel nu moet worden aangehouden wegens de zoeven door mevrouw Oranje naar voren gebrachte veranderingen, die hij toch wel even rustig op hun merites wil bekij ken alvorens zich er nader over uit te spreken. Het lijkt hem het beste dat met betrekking tot dit laatste de commissie ad hoe nog eens bijeenkomt alvorens de zaak opnieuw in de raad aan de orde komt. De heer VAN POPPELEN zegt naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Oranje betreffende de nood zaak van duidelijkheid, dat er na de nu door de heer Pieren gegeven uitleg sprake is van een onduidelijk heid waarvan hij niets meer snapt. Mevrouw ORANJE-ENTINK wijst erop dat de door haar gedane voorstellen tot stand zijn gekomen nadat de zaken nogmaals zorgvuldig zijn bestudeerd. Zij meent dat nu het nog kan de verordening zo duidelijk mogelijk moet worden gemaakt. Gelet op het feit dat het hier iets betreft dat al lang loopt, is het voor haar de vraag of het nu zo vreselijk erg is dat er nog een maandje bijkomt. De heer HOEKSTRA is een klein beetje verbaasd. Dat er nog een maandje bijkomt, is z.i. wel erg, omdat de voorzitter van de commissie ad hoe zeer graag wilde, dat de zaak in de raadsvergadering van vanavond zou worden afgehandeld. De leden van de commissie ad hoe hebben de stukken thuisgestuurd gekregen, zij hadden hun op- en/of aanmerkingen kunnen terugzen den naar het secretariaat en dan had men als commis sie vóór deze raadsvergadering nog eens kunnen bij eenkomen. Spreker vindt het jammer dat niet kan worden voldaan aan het verzoek van de voorzitter van de commissie ad hoe om de zaak nu af te hande len. De VOORZITTER merkt op dat de door mevrouw Oranje gedane voorstellen te veelomvattend zijn om staande deze vergadering even te kunnen worden be handeld. Het is altijd al erg gevaarlijk om in een raadsvergadering wijzigingen in een voorgelegde ont- werp-verordening aan te brengen, aangezien het ver anderen van een woordje in het ene artikel daarvan dikwijls doorslaat naar andere artikelen, zodat de zaak dan helemaal opnieuw moet worden doorgeno men en bekeken. Dit geldt zeker ook voor de onder havige verordening, die naar de bescheiden mening van de commissie ad hoe goed in elkaar zit. Dit bete kent dat het niet mogelijk is de voorgestelde verande ringen nu te behandelen. Deze veranderingen betref fen ook een kleine principiële zaak, namelijk het open maken van de deliberatievergadering. Spreker zou daartegen zijn. In het openbaar kunnen partijen hun woordje doen. Daarna moet er in de commissie een volkomen vrije, ongeremde brain-storming over het probleem kunnen plaatsvinden; dan moet men fris van de lever kunnen praten. Spreker zegt dit nu, om dat hij beseft dat hij verder aan deze zaak niet meer zal kunnen medewerken. Spreker zou het inderdaad aardig hebben gevonden als de verordening in deze vergadering had kunnen worden vastgesteld, omdat het een verordening be treft waarvan hij wel verwachtingen heeft en omdat hij met de commissie ad hoe aan de voorbereiding er van heeft medegewerkt. Hij vindt het wat jammer dat ze nu niet kan worden vastgesteld, maar hij zou hier bij tegelijkertijd willen zeggen, dat er wel ergere din gen in het leven zijn. De heer PIEREN zegt dat verordeningen dikwijls wor den gewijzigd en dat als de raad de onderhavige veror dening vanavond aanneemt zoals ze nu voorligt, ze over een aantal maanden zou kunnen worden gewij zigd, bijv. nadat de commissie ad hoe de door me vrouw Oranje voorgestelde wijzigingen nog eens op hun merites heeft bekeken. In verband hiermede stelt spreker voor, dat de verordening nu inderdaad wordt vastgesteld zoals ze voorligt. Hij spreekt hierbij de hoop uit dat de V.V.D.-fractie hiermede akkoord kan gaan. De VOORZITTER wil het voorstel van de heer Pieren wel overnemen. Als de raad de verordening nu overeen komstig dat voorstel vaststelt, lijkt het hem gewenst dat men niet te gauw met desbetreffende wijzigingen in de raad komt, maar even gebruik maakt van de er varingen met het werken van deze verordening in de praktijk. Hij acht het namelijk best mogelijk, dat men al werkende met de verordening tot bepaalde wijzigin gen komt; die zouden dan meteen kunnen worden meegenomen. Mevrouw ORANJE-ENTINK zegt dat zij toch wel met de voorzitter en de andere woordvoerders meevoelt. Haar fractie is wel bereid om de verordening aan te nemen zoals deze thans voorligt- Daarbij zal de fractie toch wel in het achterhoofd houden en later in de no tulen wel degelijk kunnen nalezen, dat er in de toe komst waarschijnlijk wel wat veranderingen in de ver ordening kunnen worden aangebracht. De fractie gaat graag akkoord met het nu vaststellen van de verorde ning, want ook zij stelt zich voor dat er door de veror dening een betere relatie kan groeien tussen het ge meentebestuur en degenen die menen dat hen onvol doende recht is gedaan, en vooral de grotere nauwge zetheid en nauwkeurigheid die de desbetreffende com missie kan waarborgen, geeft ook haar grote verwach tingen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De VOORZITTER deelt hierna mede, dat te zijner tijd een nadere redactie van de zoeven vastgestelde verordening in de aandacht wordt aanbevolen. 99 Voorstel tot het benoemen van de leden in de "Com missie voor de beroepschriften". De VOORZITTER verzoekt de heren Hoekstra en Pieren wederom met hem het stembureau te vormen. Uitgebracht worden 22 x 5 stemmen, waarvan 2 blan co, 21 op de heer J.J.J.M. Festen, 21 op mevrouw P.J. Oranje-Entink, 22 op de heer D. Hoekstra, 22 op de heer R.A van Logtenstein en 22 op de heer P.C. Pieren, zodat dezen zijn benoemd. De VOORZITTER dankt de leden van het stembureau voor de verrichte werkzaamheden. 100 Voorstel tot het geven van straatnamen. De VOORZITTER deelt mede dat er bij burgemeester en wethouders een brief van de wijkraad in Soester-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 58