beslissing in deze vergadering, dan met een medede ling waaruit blijkt dat er pas in een volgende raads vergadering zal worden beslist. Hij meent dus dat er nu inderdaad een beslissing moet komen. Spreker zou zich willen conformeren aan de wijkraad, die er misschien geen diepgaande studie over heeft ge maakt, maar die er in ieder geval over heeft gespro ken en er een reactie over heeft gegeven, die beter dan de gemeenteraad weet, althans behoort te weten wat er onder de bewoners van Soesterberg leeft en welke naam daar zou aanslaan. Als de wijkraad in de zen onzeker was, had hij niet tot een stemming moe ten overgaan, want dan heeft het geen zin om te stemmen. Maar men heeft gestemd en is tot een be paalde meningsvorming gekomen. Het lijkt spreker het beste dat de raad daarop vertrouwt en daarvan ge bruik maakt en de betrokken bewoners niet nog eens een maand in het ongewisse laat. Daarom stelt hij voor dat, in het belang van de bewoners, de raad thans toch maar een besluit neemt. (De heren Korte en Pieren verlaten de vergadering). Hierna vindt een stemming plaats waarbij 14 leden, (te weten: Hoekstra, Geerlings, Van Logtenstein, De Groot, Grift, Verheus, Smit, Blaauw, mevrouw Wal- ma van der Molen-De Vries, Van Poppelen, mevrouw Walter-Van der Togt, Storimans, mevrouw Oranje- Entink en mevrouw Korthuis-Elion) zich voor de naam Van Maarenplein en 6 leden (Oldenboom, Le- vinga, Dijkstra, De Haan, Ebbers en Van Ee) zich voor de naam Van Maarenplantsoen uitspreken. (De heren Korte en Pieren komen wederom ter verga dering). De VOORZITTER stelt vast dat de raad heeft beslo ten de naam Van Maarenstraat te wijzigen in Van Maarenplein. De heer DE GROOT merkt op dat het tweede gedeel te van het voorstel van het college bij hem een paar vragen heeft doen rijzen. Hij twijfelt geen moment aan de juistheid van de korte informatie die het col lege in het pre-advies geeft en die het college heeft ge leid tot dit voorstel. Niettemin zou hij graag verne men waar het college deze informatie vandaan heeft. Het spijt hem dat hij daarvan bij de ter inzage gelegde stukken niets heeft aangetroffen. Hij neemt aan dat het college ter zake het Rijksbureau voor Oorlogsdo cumentatie heeft ingeschakeld, maar hij zou hierover toch wel graag iets meer zekerheid hebben. Bij een vorige straatnaamgeving in Klaarwater heeft spreker gepleit voor het geven van een bepaalde naam die ook in het verzet bijzondere bekendheid heeft ge kregen, namelijk de naam van wijlen mevrouw Kuy- pers-Rietberg, in verzetskringen beter bekend onder de naam "Tante Riek". De voorzitter heeft toen toe gezegd, dat in volgende voorkomende gevallen van straatnaamgeving daar zeker aan gedacht en rekening mee gehouden zou worden. Dit is nu niet gebeurd. In verband hiermede vraagt spreker of het de bedoe ling is om voor de naam Kuypers-Rietberg iets an ders, bijv. een mooi plein of een plantsoen of iets der gelijks, te reserveren. De VOORZITTER merkt op dat men in het plan Klaarwater nog niet is uitgeput met de wegen. Daar is vooreerst nog sectie 7, ten aanzien waarvan nog niet bekend is hoeveel en wat voor wegen er zullen komen. Er is ook nog steeds geen naam voor het middenpark je of -plantsoen aldaar. Spreker neemt dan ook aan, dat aan het verzoek van de heer De Groot nog wel kan worden tegemoet gekomen. Wethouder DIJKSTRA merkt op dat in het voorstel staat, dat de naam Van Hamelstraat'ls afgeleid van de broers Gerard Anton en Lodewijk Rinse Jetse van Ha mel, die beiden tijdens de oorlog in verband met spio- nage-activiteiten het leven verloren". Spreker vindt het aardig om te hunner nagedachtenis in het publiek te zeggen, dat deze beide broers beroepsofficieren bij de marine waren en niet zozeer door spionage-activi- teiten, maar bij de vervulling van militaire opdrachten het leven hebben verloren. Hij beseft dat hij met deze mededeling wel wat laat voor de draad is gekomen, maar hij zou wat dit betreft willen zeggen: Beter laat dan nooit. Het voorstel wordt, met inachtneming van hetgeen de raad via stemming met betrekking tot de Van Maaren straat heeft besloten, zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 101 Voorstel tot het aangaan van een vaste geldlening met de N. V. Bank voor Nederlandse Gemeenten. De heer BLAAUW zegt dat het hem bijzonder veel ge noegen doet, dat er nu geld voor een nieuwe brand weerkazerne in Soesterberg vrijgekomen is. Hij meent dat de hele raad hiermede blij zal zijn, omdat er wat de brandweerkazerne in Soesterberg betreft op het ogenblik van een weinig rooskleurige situatie sprake is. Spreker zal graag vernemen of er nog aandacht is be steed aan het indertijd door de heer Van Ee gedane voorstel betreffende een zodanige wijziging van de bouwconstructie, dat het geheel waarschijnlijk niet alleen sterker en beter,maar misschien zelfs ook nog goedkoper zou worden. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT merkt op dat het de bedoeling i$, dat bij de aanbeste ding de mogelijkheid wordt opengelaten om offertes voor staalconstructies zowel als voor betonconstruc ties te doen. Vervolgens zal er dan een keuze kunnen worden gemaakt. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 102 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het aanschaffen van meubilair ten behoeve van de Ludgerusschool voor g.l.o. te Soest-Zuid. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming aangenomen. 103 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het aanleggen van een trimbaan. Mevrouw ORANJE-ENTINK zegt dat zij het zeker wel eens is met de aanleg van een trimbaan. In een landelijk avondblad heeft spreekster gelezen, dat er zaterdag a.s. een geweldige trimactie zal zijn, dat de deelnemers daaraan elk f. 1,— moeten betalen en dat van elke aldus verkregen gulden f. 0,75 be stemd zou zijn voor de aanleg van trimbanen. Zij zal graag vernemen of uit de desbetreffende gelden ook de onderhavige trimbaan zal worden gekostigd. Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES juicht de aanleg van deze trimbaan bijzonder toe, want zij gelooft dat trimmen heel gezond is. Op het gevaar af dat de heer Van Os zich na deze raadsvergadering, waarin voortdurend een beroep wordt gedaan op de goede voorlichting, een bijzonder geplaagd man zal voelen, vraagt spreekster om goede voorlichting met betrekking tot deze trimbaan. Zij denkt hierbij met name aan voorlichting waarin duide-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 61