c. Brief van het Waterleidingbedrijf Midden-Nederland van 9 augustus 1973, waarbij worden toegezonden de herziene begroting 1973, de begroting 1974 en het investeringsplan 1973/1976, met voorstel deze stuk ken voor kennisgeving aan te nemen. De heer LEVINGA merkt op dat in het verleden wel eens is gebleken, dat bij het W.M.N. niet altijd even zuinig met de gelden werd omgesprongen. Is daarin inmiddels verbetering gekomen? Spreker vraagt dit mede gezien de 10% verhoging van de watertarieven die wordt gevraagd. Verder is hij op de begroting een post „schadever goeding aan voormalig directeur" ad f. 229.700,-- tegengekomen. Ook in verband daarmede de vraag: Bestaat de indruk dat er bij het W.M.N. wat zuiniger geleefd wordt? Wethouder EBBERS deelt mede dat er een rapport is uitgebracht inzake de rentabiliteit van het bedrijf. Hij heeft de indruk dat men op het ogenblik bezig is uit voering te geven aan de in dat rapport gedane aanbe velingen. De kwestie van de voormalige directeur heeft zich lange tijd geleden afgespeeld. Via de raad van beroep e.d. is de betrokken schadeclaim door de rechtbank toegekend. De stukken worden aangenomen voor kennisgeving. d. Brief d.d. 25 juli 1973 van de Nederlandse Vereni ging tot Bescherming van Voetgangers inzake gehou den enquete met betrekking tot verkeersveiligheid na bij scholen,met voorstel te antwoorden overeen komstig de ter inzage gelegde ontwerp-brief. De VOORZITTER stelt voor dit punt aan te houden. De ontwerp-brief zal aangevuld worden, nadat bij de hoofden van scholen geinformeerd is naar de enquete van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Voetgangers. Mevrouw ORANJE-ENTINK vraagt of dan ter inzage kunnen worden gelegd de brieven die op 5 juli en 6 september 1972 zijn geschreven door de gemeen schappelijke schoolraad. Deze brieven gaan over de verkeersveiligheid rond de verschillende openbare ba- sis- en kleuterscholen. In deze brieven worden verschil lende maatregelen genoemd ter verbetering van de veiligheid rond de Margrietschool, de Blokkendoos en de Weegbreeschool. Wanneer deze brieven ter inzage worden gelegd, kan men zien dat de schoolraad zich verleden jaar reeds uitgebreid met deze materie, voor zover het de openbare scholen betreft, heeft bezigge houden. De VOORZITTER zegt dat gaarne aan het verzoek van mevrouw Oranje zal worden voldaan. Hierna wordt het punt aangehouden. e. Brieven d.d. 9 december 1971 en 18 mei 1973 van T. v.d. Meulen, Leeuwerikweg 13 te Soest, met voor stel adressant te berichten overeenkomstig de brief van burgemeester en wethouders. De VOORZITTER stelt hierbij tevens aan de orde een brief van de bewoners van Leeuwerikweg 9 en 11 en een brief van diverse bewoners van de Leeuwerik weg, beide brieven gedateerd 17 september 1973. Het college stelt voor op deze brieven in dezelfde geest te reageren als is voorgesteld met betrekking tot de brief van de heer v.d. Meulen. De commissie openbare werken kan zich met de voor gestelde afdoening verenigen. Eén commissielid meent echter dat toch nog eens geprobeerd moet worden het pad te leggen via de buurpercelen. De buren zouden hiertegen geen bezwaar hebben. De heer HOEKSTRA zou het woord niet hebben ge vraagd, indien de door de voorzitter genoemde nadere brieven niet waren ingekomen. Er zouden ter plaatse 18 garages gebouwd worden. Er staan er nu zes. Voor zover spreker bekend, worden deze garages niet allemaal als garage gebruikt. Met an dere woorden: de overige twaalf garages zullen wel niet gebouwd worden. Daarom heeft hij in de commis sie gevraagd: Nu het maar drie of vier mensen betreft, kan dan niet met de betrokkenen worden gepraat, ten einde een oplossing te vinden waarbij aan hun wensen wordt tegemoet gekomen? Nu wordt door de nadere brieven de oplossing zo maar aan de hand gedaan. Is het niet mogelijk op deze wijze de zaak tot een oplos sing te brengen? De heer GRIFT merkt op dat ter plaatse zes garages zijn gebouwd, waarvan er twee als pakhuis worden ge bruikt, terwijl twee andere door buurtbewoners als knutselruimte worden benut. Spreker gelooft dat deze zaak zowel voor de gemeen te als voor de heer v.d. Meulen een prestigekwestie wordt. Nu de omwonenden zelf, in verband met de veiligheid, liever hun uitgang hebben op de bestra ting voor de garages, verzoekt hij aan het verlangen van de omwonenden tegemoet te komen. De heer VAN POPPELEN zegt dat er na de commis siebehandeling ook bij hem enige vragen zijn gerezen. In de eerste plaats is het hem opgevallen, dat de be woners allemaal voor het behoud van het kippenhok en voor het op een bepaalde wijze maken van de achteruitgang blijken te zijn. Alvorens zijn standpunt te bepalen, wil hij weten wat bij inwilliging van het verlangen van de bewoners de consequenties zijn als anderen ter plaatse komen wonen. Kan men dan als nog de stappen nemen, die men aanvankelijk van plan was te doen? Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT merkt op dat de gemeente voor het geld dat al het gepraat over deze zaak heeft gekost, een kippenschuur voor honderd kippen zou kunnen bouwen! Zij wil daarom thans niet veel woorden meer aan deze zaak wijden. Het verschil tussen de door de gemeente voorgestane oplossing en de andere oplossing is, dat die van de gemeente een objectief goede oplossing is, terwijl de andere misschien een subjectief goede oplossing is. De laatste kan door de toevallige aanwezigheid van bewoners misschien worden geaccepteerd. Maar hoe lang zullen deze mensen daar blijven wonen? De op lossing van de gemeente daarentegen is gewoon objec tief de beste oplossing. Spreekster stelt daarom voor de concept-brief te laten uitgaan. De heer GRIFT merkt op dat ook de heer v.d. Meu len het eeuwige leven niet heeft. Ook die kan volgend jaar zijn woning wel verlaten. Spreker ziet de zaak heel anders dan de wethouder en zou gaarne hoofdelijke stemming over het collegevoorstel hebben. De heer DE GROOT wil - niet ter wille van de heer v.d. Meulen, maar ter wille van de omwonenden, die ernstig verontrust zijn over de veiligheid met name van hun kinderen - er voor pleiten het kippenhok te laten staan waar het op het ogenblik staat. De heer VAN POPPELEN merkt op geen antwoord te hebben gekregen op zijn vraag, welke consequen ties het heeft als aan het verlangen van de betrokke- 112

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 113