gen, doen wij het niet. Om welk bedrag gaat het nu
precies? Het gaat om f. 9.000,- voor twee bedrijfs
ruimten. Dat om zo'n bedrag een dergelijke onaardige
brief wordt geschreven, vindt spreekster erg jammer.
Wanneer de heren daarover nog eens nadenken, zullen
zij waarschijnlijk tot de conclusie komen dat zij een
wat prettiger brief hadden moeten schrijven.
De heer OLDENBOOM merkt op dat zijn wat fel uit
de hoek komen het gevolg is geweest van overwegin
gen, zoals die ook door mevrouw Oranje naar voren
zijn gebracht. Hij heeft op deze plaats op geen enkele
wijze kritiek op de tarieven willen uitoefenen. Hij
heeft slechts parallellen willen trekken.
De heer DE GROOT meent dat de heer Jonker als
goed democraat zal weten - en dat zullen ook de be
trokken medici als goede democraten weten - dat de
raad nog steeds het hoofd der gemeente is en uitein
delijk de beslissing neemt en dat de bij onderhande
lingen met het college genoemde prijs niet het
laatste woord kan zijn.
De VOORZITTER sluit zich aan bij de laatste opmer
king van de heer De Groot. Er is een voorlopig koop
contract. Dat is namens de gemeente door spreekster
getekend. Een dergelijk contract is niet geldig - dat
staat er ook in - zolang de gemeenteraad geen beslis
sing heeft genomen. De gemeenteraad heeft uiteinde
lijk het laatste woord.
Het college heeft onderhandeld op basis van f. 60,-
per m2. Het zou dan ook van het college niet juist
zijn om - als college dus - nu ineens over te springen
op een prijs van f. 7 5,— per m2.
De heer Van Poppelen heeft onderstreept dat hij
f. 60,- per m2 niet goed vindt. Hij zegt: Wij moeten
vooruitkijken en voor grond in de omgeving wordt
meer betaald. Nogmaals: een van de overwegingen
van het college is geweest, dat het hier het laatste
stuk grond in het betrokken plan betreft, terwijl men
daar in maart 1972 nog een prijs van f. 60,- per m2
berekend heeft. Wanneer men in december 1972 met
de onderhavige personen gaat onderhandelen, is het
niet onlogisch dat men dan dezelfde grondprijs aan
houdt voor een naastgelegen terrein. Zowel voor het
ene als voor het andere argument is wat te zeggen.
De heer Jonker verbaasde zich er over dat het college,
hoewel het de brief niet kende, zo vlot heeft kunnen
antwoorden. Het college is gewend zich op de ge
meenteraadsvergaderingen goed te prepareren. Het
had het gevoel dat hedenavond wel eens aan de orde
zou kunnen komen hetgeen zich aan onderhandelin
gen met de onderhavige beide heren heeft afgespeeld.
Tenslotte vraagt spreekster of een der leden een
amendement op het collegevoorstel indient.
De heren OLDENBOOM en VAN POPPELEN stel
len daarop voor in het voorstel de grondprijs te ver
anderen van f. 60,- per m2 in f. 75,- per m2.
De heer VAN LOGTENSTEIN wijst er op dat in het
voorstel geen prijs per m2, doch een totaalprijs
wordt genoemd.
De VOORZITTER: Inderdaad. Misschien wil men
het echter aan het college overlaten om bij aanvaar
ding van het amendement de totaalprijs te berekenen.
Bij het amendement gaat het echter om een m2-prijs
van f. 75,-, terwijl het college is uitgegaan van een
m2-prijs van f. 60,-.
Het amendement van de heren Oldenboom en Van
Poppelen wordt daarop in stemming gebracht en aan
genomen met 14 tegen 6 stemmen.
Voorgestemd hebben de leden: Smits, Van Vloten,
Grift, Oldenboom, Verheus, mevrouw Alting-Ambro-
sius, Levinga, Hoekstra, mevrouw Oranje-Entink, me
vrouw Korthuis-Elion, De Groot, Korte, Van Logten-
stein en Van Poppelen.
Tegen gestemd hebben de leden: mevrouw Walter-
Van der Togt, Ebbers, Detmar, De Haan, Dijkstra en
Jonker.
Het aldus gewijzigde voorstel wordt daarop zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
190 Voorstel tot ontbinding van een huurovereenkomst
met de heer E.K. van Leerdam terzake van het per
ceel Gen. Winkelmanstraat 91 te Soesterberg.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
191 Voorstel tot het nemen van besluiten, betrekking
hebbende op de bestemming van gronden in „Kercken-
landt".
De heer JONKER verzoekt in het toekomstige plan
duidelijk geargumenteerd aan te geven, waarom er in
dit gebied moet worden gebouwd bij een eindplan ge
richt op ruim 50.000 inwoners van Soest. Zijn fractie
is van mening dat daarvoor voldoende ruimte aanwezig
is in het Soesterveen en eventueel in Kortend. Door
het uitstel dat thans plaatsvindt, zal een betere toet
sing mogelijk zijn. Dat is een voordeel te noemen.
Verder wil spreker reeds nu het volgende onder de aan
dacht van het college brengen.
De uitbreiding van de l.t.s. zou zijn fractie gaarne aan
de overzijde van de Molenstraat zien.
Het rijtje huizen aan de Molenstraat tegenover biblio
theek en l.t.s. zou de fractie gaarne zien gehandhaafd.
Daardoor zou aan de bij de betrokken bewoners be
staande onzekerheid een einde worden gemaakt.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
192 Voorstel van de commissie voor de beroepschriften
tot het nemen van een beslissing op een namens de
heer H. van Asch ingesteld beroep tegen de aanhou
ding van een bouwvergunning.
193 Voorstel tot wijziging van de verordening op de hef
fing en invordering van slacht- en keurlonen en van
de verordening op de heffing van rechten voor repres
sieve keuringen.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder
discussie en zonder hoofdelijke stemming aangeno
men.
194 Voorstel tot wijziging van de tarieven voor de leve
ring van gas door het gemeentelijk gasbedrijf.
Mevrouw ORANJE-ENTINK merkt op dat de gas-
commissie noodgedwongen akkoord is gegaan met
de onderhavige verhoging van de gastarieven. Dit van
wege het feit dat de tarieven vele jaren laag zijn ge
weest. De laatste dagen verschijnen er in de pers ech
ter onrustbarende berichten over nog hogere tarieven.
Daarbij wordt gesuggereerd de noodzaak om het ge
bruik te beperken. Verder leest men dat hier en daar
zo veel haarscheurtjes in de buizen worden geconsta
teerd, dat versnelde vernieuwing noodzakelijk is.
Heeft ook Soest dit soort buizen? Zal men binnen
kort opnieuw een verhoging van de tarieven krijgen?
De onderhavige verhoging gaat in per 1 oktober. Dat
is wel erg spoedig. Wanneer daar nog een nieuwe ver-
hoging achteraan komt, rijst de vraag of men de ge
bruikers daarop niet nu reeds moet voorbereiden.
119