heten. Dan weet iedereen wat eronder wordt verstaan. Als men de naam van de commissie verandert in com missie welzijn, dan moet men ook inhoud geven aan het begrip „welzijn", maar dat is tot heden helemaal niemand gelukt - laat staan dat dit in de raad van Soest zou lukken. Spreker vraagt zich af wat mevrouw Korthuis precies onder welzijn wil verstaan. Zij mag wat hem betreft proberen dat te omschrijven. Mevrouw KORTHUIS-ELION meent dat wat de naam van de commissie betreft inderdaad een wat ruimere opsomming zou kunnen worden gegeven, bijv. zodanig dat ook de gezondheidszorg en de jeugd, die niet zijn vermeld in punt 5 van artikel 1 van de concept-veror dening, eronder vallen. Wethouder DE HAAN kan zich voorstellen dat de voor steller van het stukje tekst in punt 5 van artikel 1 van de concept-verordening, werkende met het instituut maatschappelijke dienstverlening, waar direct of indi rect ook gezinsverzorging en de kruisverenigingen bij betrokken zijn, heeft gedacht: Met dit begrip ben ik er. Spreker deelt evenwel de opvatting dat de gemiddel de burger er nog een beetje moeite mee heeft. Het is voor hem overigens de vraag of men al op het terrein welzijn kan terechtkomen. Wat dat betreft is hij het met de heer Oldenboom eens. Welzijn is op dit mo ment toch nog wel een zo veelomvattend begrip, dat bepaalde optimistisch redenerende mensen daar bijv. ook onderwijs, cultuur en nog veel meer onder willen brengen. Dan zou men weer een soort van drieëenheid moeten gaan vormen van een commissie zus en een commissie zo en zo, te zamen omvattende het terrein van het welzijn. Vandaar dat het misschien zinvol is dat, nu toch is besloten dat de volgende keer aan de orde komt de vraag of er nog wat meer openbaarheid in bepaalde commissies zal worden ingevoerd en op welke wijze die openbaarheid kan worden opgeheven, de volgende keer ook het vorenbedoelde stukje tekst in de beschouwingen wordt meegenomen op basis van de vraag of er niet toch een wat strakkere formulering kan worden gevonden waardoor men, vooral wat com petentiekwesties betreft, niet op glad ijs komt. De VOORZITTER zou willen voorstellen dat er nu een dergelijke formulering wordt vastgesteld, zodat de verordening kan worden vastgesteld en de secretaris een zucht van verlichting zal kunnen slaken. Mevrouw KORTHUIS-ELION vraagt wat er tegen de oude benaming commissie sociale zaken en volksge zondheid is. De VOORZITTER zegt dat daar niets tegen is. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Waarom moet die be naming dan worden veranderd? Wethouder DE HAAN: Dat wil ik u wel vertellen. Dat is gekomen na het instellen van een apart departement van maatschappelijk werk in 1952. Voordien was nl. het toen nog in opbouw zijnde maatschappelijk werk ondergebracht bij het ministerie van sociale zaken. Maar het maatschappelijk werk in zijn dienstverlenen de kanten heeft sedertdien een dusdanige vlucht geno men, dat er ook plaats is voor het begrip maatschappe lijk werk. Men is zelfs in vele gemeenten indertijd van uit de oude instellingen al in de richting van maatschap pelijk werk, maatschappelijke zorg en dergelijke gegaan. In het begripsvermogen van de gemiddelde burger om vat het begrip sociale zaken zo'n beetje de sociale ver zekeringen in hun uiterste vomen. Maatschappelijk werk is weer wat anders. Vandaar dat ik geloof dat je er met sociale zaken net niet bent. De heer OLDENBOOM: En met sociale zaken, maatschap pelijk werk en volksgezondheid? Wethouder DE HAAN: Daarmee kom je een heel eind verder. De heer VAN POPPELEN: Ja, dat spreekt wel aan. Wethouder DE HAANInderdaad, het is wel strakker omschreven. De VOORZITTER: Kan iedereen zich ermede vereni gen dat de raadscommissie in kwestie commissie socia le zaken, maatschappelijk werk en volksgezondheid gaat heten? De heer JONKER: Ik vind het zo'n mond vol De VOORZITTER: Somavo, zegt mevrouw Walter. De heer JONKER: en ik vond de charme van het voorstel dat het allemaal van die lekker korte namen waren. Die namen hoeven naar mijn gevoel niet alles te dekken. Ik zou „sociale commissie" al duidelijker vinden, maar ik weet niet of dat in dit speciale vak de zaak dekt. Dan zouden we in de omschrijving de an dere begrippen kunnen toevoegen. De VOORZITTER: Dit is heel slim. Ik stel voor dat wij in punt a. 1 op pag. 1 van het ontwerp-besluit de naam „commissie maatschappelijk werk" handhaven en dat wij lid 5 van artikel 1 van de ontwerp-verorde- ning doen luiden als volgt: het beleid ten aanzien van sociale zaken, maatschappelijk werk en volksgezond heid door de commissie maatschappelijk werk". Mocht in de toekomst iemand iets verzinnen dat het veel mooier maakt, dan is altijd een wijziging van de verordening mogelijk. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van de voorzitter besloten. Vervolgens wordt het gewijzigde voorstel van burge meester en wethouders zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Daarna wordt overgegaan tot het benoemen van de leden van de vaste commissies van advies en bijstand. De VOORZITTER verzoekt de heren Storimans en Van Vloten met haar het stembureau te vormen. Met algemene (24) stemmen worden benoemd tot lid van de 1. agrarische commissie: de heren P. Grift, M. de Groot en J.R. van Poppelen; 2. brandweercommissie: de heren J.A. Detmar, A.J. van Vloten, H.M. Jonker, A.H.F. Smit en C. Verheus; 3. financiële commissie: de heer W.A. Blaauw, me vrouw E. Korthuis-Elion en de heren M. de Groot, H.M. Jonker, J.C. Korte, K. Levinga, R.A. van Logten- stein en G. Stam; 4. gascommissie: de heren D. Hoekstra, R.A. van Log- tenstein, mevrouw P.J. Oranje-Entink en de heren K. Levinga en P.L.J.M. Storimans; 5. commissie maatschappelijk werk: de heren J.A. Detmar, J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion en de heren G. Stam en B. Joosten; 6. onderwijscommissie: de heer A.J. van Vloten, me vrouw P.J. Oranje-Entink en de heren P.L.J.M. Stori mans, C. Verheus en B. Joosten; 7. commissie openbare werken: de heren M.A. van Ee, P. Grift, D. Hoekstra, J.C. Korte, mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius en de heren J.R. van Poppelen en C. Verheus; 8. politiecommissie: de heren W.A. Blaauw, H.M. Jonker, A.H.F. Smit, C. Verheus en A.J. van Vloten; 1 142

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 143