raadsvergadering van aanstaande december aan de raad
een zodanig voorstel te doen dat de raad tenminste
een principebesluit ter zake van een waardig voortbe
staan van de woningen c.q. de Molenstraat kan nemen;
c. de burgemeester te verzoeken de raad toelichting te
geven over het gevoerde c.q, gevoerde beleid ten aan
zien van de krakers."
De heer JOOSTEN memoreert dat in de raadsvergade
ring van juni een concept-brief is voorgelegd als ant
woord op een brief van 18 april van de bewonerscom
missie van de Molenstraat. Hij heeft toen een ander
voorstel ingediend, waarop wethouder De Haan heeft
voorgesteld om de zaak, gezien de nieuwste ontwikke
lingen, aan te houden, daar het concept-antwoord
niet meer ter zake zou zijn. De wethouder heeft toen
toegezegd de raad in „de" volgende raadsvergadering
een concept-brief te zullen voorleggen. Helaas is dit
niet gebeurd en waarschijnlijk is dit een van de oorza
ken van de ontwikkelingen die zich de laatste tijd
hebben voorgedaan. In de juni-vergadering heeft spre
ker er bij wethouder De Haan op aangedrongen er
vooral voor te zorgen dat er nu eindelijk eens duide
lijkheid zou komen Helaas heeft de raad echter tot
nu toe geen andere concept-brief bereikt. Sprekers
eerste voorstel is dan ook dat de raad thans een beslis
sing zal nemen met betrekking tot de brief van de be
wonerscommissie, waartoe hij een concept heeft op
gesteld dat ongeveer de zelfde inhoud heeft als zijn
voorstel in de raadsvergadering van juni. Omdat niet
alle achtergronden hem bekend zijn, is zijn concept
waarschijnlijk niet geheel ter zake, maar in ieder ge
val heeft hij zijn best gedaan. De Molenstraat-com
missie vraagt in haar brief van 18 april er voor te zor
gen dat aandrang wordt uitgeoefend op de provinciale
directie volkshuisvesting en, indien nodig, op de rijks
overheid om de sloop en de verdere ontreddering van
de Molenstraat ongedaan te maken. Tevens doet zij
een beroep op de raad om er voor zorg te dragen dat
de nu door het ministerie renoveerbaar verklaarde
woningen niet verder aan de woonruimte zullen wor
den onttrokken.
Spreker betreurt het dat burgemeester en wethouders
zo lang hebben gewacht met de raad een andere con
cept-brief voor te leggen
Ten aanzien van punt b meent hij dat het daar ge
vraagde principebesluit niet langer kan worden uitge
steld, mede gezien de gebeurtenissen van de laatste
tijd, alsmede gelet op uitlatingen die door de voor
lichtingsambtenaar zijn gedaan en op een belofte die
de burgemeester zou hebben gedaan in een telefoonge
sprek met een bewoonster van de Molenstraat, Die be
lofte hield in dat men er op kon rekenen dat de Mo
lenstraatwoningen voor twintig a vijf en twintig jaar
zouden worden opgeknapt Spreker is hiervan niets
bekend, en hij neemt aan dat dit ook voor de overige
raadsleden geldt. Dit punt wil hij dan ook graag ver
duidelijkt zien.
Ten derde wordt in het voorstel gevraagd of de burge
meester een toelichting kan geven op het beleid dat
wordt gevoerd ten aanzien van kt akers. Er heeft zich
een aantal kraakgevallen voorgedaan. Enkele weken
geleden was het gevolg van een kraak dat de betrok
ken krakers na enkele dagen woonruimte is aangebo
den. Dat was dus een soepele oplossing. De vorige
week maandag is weer een woning gekraakt, waarbij
de krakers zijn gesommeerd de woning op woensdag
weer te ontruimen; zou dat niet gebeuren, dan zou
de sterke arm daarvoor zorgen. Krakers die op dins
dag een woning hadden betrokken, hebben een brief
gekregen waarin stond dat zij die woning op vrijdag
weer ontruimd zouden moeten hebben. Laatstgenoem
de krakers hebben voor de ontruiming dus een ruimere
termijn gekregen, en daardoor zijn zij in staat geweest
een kort geding aan te spannen. De kwestie-Pauw zit
spreker enigszins dwars; hij hoopt van de voorzitter
een duidelijke toelichting hierop te mogen ontvangen.
De heer Pauw heeft maandagavond van de politie een
brief gekregen, waarin hem werd gesommeerd de wo
ning op woensdag 12 uur te verlaten De heer Pauw
heeft onmiddellijk rechtskundig advies gevraagd, en
het gevolg daarvan is geweest dat de burgemeester op
6 november een brief heeft bereikt, waarin de raads
man van de heer Pauw nadrukkelijk verzoekt hem
enige tijd te gunnen, ten einde een kort geding aan te
kunnen spannen. De burgemeester heeft dit verzoek
om uitstel kennelijk niet willen inwilligen, waarna op
donderdag tot ontruiming is overgegaan. Voor zo ver
spreker de zaak nu kan overzien, kan hij daarvoor
weinig waardering hebben Zijns inziens moet iemand
in de gelegenheid worden gesteld zijn recht te zoeken;
in dit geval is dat niet gebeurd.
De VOORZITTER meent dat de vragen onder a en b
het beste kunnen worden beantwoord door de wet
houder van volkshuisvesting, hoewel de Molenstraat
ook stedebouwkundige aspecten heeft. Zelf zal zij
uiteraard de derde vraag beantwoorden.
Wethouder DE HAAN zou eerst een paar algemene
opmerkingen willen maken, ten einde een scheiding
aan te brengen tussen schijn en werkelijkheid. Ten
aanzien van de kwestie Molenstraat is al een hele tijd
sprake van het verschijnsel dat er, zoals spreker het
vanmiddag ook tot de rechter heeft gezegd, voor de
verkeerde deur wordt geblaft. Te veel politieke per
sonen en groepen roepen maar steeds in de richting
van Den Haag dat er zus en zo moet gebeuren, terwijl
de beslissingsbevoegdheid in dezen in wezen bij de
gemeenteraad van Soest ligt Velen miskennen dus
die beslissingsbevoegdheid van de raad, en dat vindt
spreker te betreuren. De raad zal er voldoende op
bedacht moeten zijn dat de beslissingsbevoegdheid
blijft waar zij hoort.
Een tweede aspect is dat er kortelings een actie op
touw is gezet, die eveneens anders schijnt dan zij is.
De schijn wordt gewekt dat ten bate van enige men
sen die in niet zulke prettige omstandigheden verke
ren, via kraken wordt getracht deze mensen aan on
derdak te helpen. In wezen hebben evenwel verschil
lende lieden achter de schermen enkele kandidaat
woningzoekenden aangezocht, waarbij zij uiteinde
lijk degenen over wie het thans gaat bereid hebben
gevonden in het spel als pion op te treden. Daarbij
komt dan nog dat iemand die niet werd gehinderd
door enige kennis van zaken inzake het woonruimte-
beleid, een hele mooie open brief meende te moeten
gaan schrijven, waarvan de inhoud alleen was geba
seerd op een aantal gevallen die deze man toevallig
was tegengekomen. Het is niet te hopen dat deze man
ook op andere terreinen waarop hij pretendeert ken
nis van zaken te hebben, met zo weinig inzicht zijn
adviezen uitbrengt, want dan valt voor degenen die
dat advies ontvangen het ergste te vrezen,
In dezen zijn enige mensen het haasje geworden van
een ondoordachte actie, die geheel een slag in de
lucht was, want de gehele zaak was en is in beweging.
156