Spreker wil uitdrukkelijk stellen dat de fracties namens wel
ke hij spreekt, niet propageren in het gemeentelijk apparaat
tot organisatie-onderzoeken over te gaan. Wanneer er al
organisatie-onderzoeken nodig zouden zijn, zouden zij vol
gens zeer moderne methoden moeten worden uitgevoerd -
zoals het verbeteren van communicatievlakken -, omdat het
niet zinvol is om van buiten kennis in het apparaat te ha
len, daar men een en ander binnen dat apparaat ook weet,
zo niet beter.
Gezien de grote autonome kostenstijgingen zou spreker
graag een nadere toelichting op enkele concrete punten ont
vangen. Uit het personeelsoverzicht, dat zijn fracties graag
ieder jaar bij de aanbiedingsbrief gevoegd zouden zien, valt
af te leiden dat het personeel van het gasbedrijf met twee
man zal worden uitgebreid en dat het personeel van de soci
ale dienst met drie man zal toenemen. Kan het college aan
geven welke vergroting van taken hiermede te maken heeft?
Zoals het college zelf ook in de aanbiedingsbrief opmerkt,
hebben de meer dan evenredig gestegen uitgaven in de secto
ren volksgezondheid en cultuur, recreatie en maatschappe
lijk werk - de uitgaven in de twee laatstgenoemde sectoren
zijn met respectievelijk 22 en 25% gestegen - twee gevolgen
gehad, nl. een beperking van de uitgaven op het gebied van
wegenonderhoud en andere openbare voorzieningen, alsme
de aanzienlijke belastingverhogingen, waartoe spreker ook
de leges wil rekenen. Bij de algemene beschouwingen van
verleden jaar stelden sprekers fracties letterlijk het volgen
de:
„Het is moeilijk te voorzien in hoeverre reeds nu de accent
verschuiving voltooid is, of in hoeverre een verdergaande
verschuiving in het gemeentelijk kader gewenst is, waarbij
uiteraard het financieel haalbare de grenzen vormt."
Men heeft gezien dat het „financieel haalbare" nogal wat
elasticiteit vertoont. Toch heeft spreker de indruk dat de
gemeente dit jaar is doorgeschoten. Hebben bezuinigingen
in de sector openbare werken, voor zo ver zij onderhouds
werkzaamheden betreffen, niet een tijdelijk karakter, en
ontstaat daarna niet zelfs een inhaalvraag, waardoor er in
feite een schommelende begroting ontstaat, zodat de ge
meente in het ene jaar méér in andere sectoren moet bezui
nigen dan in het andere jaar? Gaat ten aanzien van kapi-
taalswerken het opschuiven niet ten koste van het verzor-
gingspeil van de gemeente op langere termijn?
Op pag. 14 van de aanbiedingsbrief zegt het college:
„Uit dit alles blijkt, dat de uitgaven in de consumptieve
sfeer een groter beslag blijven leggen op de algemene midde
len dan gepland is".
Bij een analyse van deze zin hebben spreker en de zijnen
zich over de bedoeling er van het hoofd gebroken. Wat be
doelt het college hiermede precies? Wat is eigenlijk precies
„gepland"?
Ten aanzien van de belastingverhogingen kan nog worden
opgemerkt dat de kans bestaat dat in onverantwoorde mate
voorzieningen in de recreatieve sfeer en in de welzijnssfeer,
die slechts door een gedeelte van de bevolking worden be
nut, door de gehele bevolking moeten worden betaald.
Aansluitend vraagt spreker zich af of de geheven bijdragen
voor de genoten voorzieningen op het gebied van cultuur
en recreatie wel voldoende snel worden aangepast. Het is
zijns inziens een wat vreemde zaak dat de opname van een
particulier klasje in het gesubsidieerde cultuurgeheel tot
contributieverlaging aanleiding geeft. Dit is een praktijk
voorbeeld.
Een algemene beschouwing naar aanleiding van de begro
ting dient aandacht te besteden aan de toekomst van de ge
meente. Het is jammer dat de huidige automatiseringsgraad
van de gemeente nog niet in staat stelt met moderne plan
ningstechnieken te werken. Spreker denkt hierbij aan stra
tegisch plannen via modellen, waarbij verschillende alterna
tieven gemakkelijk kunnen worden onderzocht en de con
sequenties van zich voortdurend wijzigende omstandighe
den snel kunnen worden doorgerekend.
Is het automatiseringscentrum waarvan de gemeente lid is
en waaraan zij een voortdurend stijgende bijdrage levert,
hiermede al bezig?
Een concreet advies ten aanzien van de toekomst is niet al
te terughoudend te zijn met grondaankopen. Een actieve
grondpolitiek blijft noodzakelijk. Telkens bij het maken
van plannen stuit men weer op moeilijkheden ten aanzien
van grondeigendommen. Voorts zouden sprekers fracties
er voor willen waken pas op de plaats te maken voor wat
de woningbouw betreft, zeker met betrekking tot de socia
le woningbouw. De woningnood is in deze gemeente nog
groot en schrijnend, en ook in de regio bestaat nog veel
misère. Stellingen als die, dat er in Nederland huizen leeg
staan en dat er daarom in Soest geen huizen meer moeten
worden gebouwd, raken kant noch wal en horen thuis in de
categorie volksmisleiding c.q. domheid. Wie zou Soesters
willen veroordelen te verhuizen naar Tietjerksteradeel, om
vervolgens naar Soest te forensen en hier te komen wer
ken?
De heer JONKERS: Van de N.S. mag het wel!
De heer OLDENBOOM vervolgt dat de wijze waarop in
Soest de uitbreidingsplannen tot stand komen, in ieder ge
val het voordeel heeft dat men ten gevolge van de relatieve
kleinschaligheid van die uitbreidingsplannen niet spoedig
zal doorschieten. Uiteraard zijn aan deze kleinschaligheid
in verband met het afronden van het geheel en het treffen
van centrale voorzieningen ook nadelen verbonden, maar
daarover kan men misschien in een later stadium nog iets
zeggen. Is er overigens al iets bekend over de tweede bouw-
stroom in Overhees?
Geleidelijk komt spreker zo tot enige andere facetten van
de planologie in Soest. Op korte termijn zou hij aandacht
willen vragen voor de zelfbouwers. Hij doelt hiermede op
particulieren die op een eigen stukje grond een huis willen
neerzetten. Dit onderwerp is al jaren een belangrijk punt in
de algemene beschouwingen van de beide fracties geweest.
Zowel op bijeenkomsten van de C.D.A -partijen - de poli
tieke soos - als op recente openbare voorlichtingsbijeen
komsten is weer duidelijk gebleken dat er veel behoefte
bestaat aan kavels waarop particulieren naar eigen inzicht -
uiteraard in overeenstemming met de schoonheidscommis
sie - kunnen bouwen. Is hier met artikel 19 iets te begin
nen? Gaarne zal spreker van het college vernemen wanneer
zich de eerste mogelijkheden zullen voordoen
Een probleem van niet zo verre toekomst en een zeer emo
tioneel probleem is dat van de Molenstraat. Het is begrij
pelijk dat op dit moment nog niet met zekerheid is te
zeggen wat wel en wat niet realiseerbaar is. De gezamenlij
ke fracties van de K.V.P en de protestants-christelijke
partijen zouden graag zien dat het zuidelijke deel van de
Molenstraat een semi-permanent bebouwingskarakter
krijgt, dus dat er een oplossing wordt gevonden in die zin
dat de bestaande bebouwing nog enige decennia kan blij
ven staan. Voor het noordelijke deel zijn misschien oplos
singen voor kortere termijn mogelijk. Graag wil spreker het
college de vraag voorleggen of het verstandig is hiertoe de
bestaande bestemmingsplannen te wijzigen of dat het beter
is een overgangsrecht te hanteren,
Bij de planologie speelt het verkeer uiteraard een belangrij
ke rol Het is min of meer „in" te schelden op het autover
keer en alles wat daarmede samenhangt. Zelfs in deze raad