:n toekomst
ij heeft ge-
:1 taboes zijn
heel moei-
soms de
t er een sterk
uitvorming
lensweten-
zijn dan ik.
■n aanzien
is regelrecht
die besluiten
wij ons drie
dien wij
n die onze
it wij dus
ader invloed
dat nu al
dan degene,
en
ste vraag: Wie
ig gekozen,
foor die bur-
wil die bur-
>orzitter, is,
eworden. Hij
n meer infor-
iitvorming
;e wijze tot
gezien, door
nen, span-
de besluiten
wijsheid niet
dus eigenlijk
zij zelf ver
en genomen
ns het woor-
aansprakelijk
s je van je-
ebt om de
overzien? Je
tenarenkorps
Jicht slechts
ende team.
ichten. Dat werk
:en voorlich-
ïg gaat nemen.
:n van het
nemen" afge-
lgens - alweer
)e rekenschap
en. Die reken
en, voor wie
t nergens wet-
Dat hoefde
een commen-
:n wetten
wet, dat je
/ie is verant
woordelijk? Wat is verantwoordelijkheid? Wat is
verantwoording? zijn er geen duidelijke antwoorden
naar voren gekomen. Integendeel: slechts meer onze
kerheden die ons juist leren dat wij het probleem
niet met een simpele stellingneming kunnen afdoen.
Wij hebben dus gezien dat het raadslid zich zal laten
voorlichten alvorens zijn besluiten te nemen, omdat
hij daar anders niet de verantwoordelijkheid voor
kan dragen en dat er van hem wordt verwacht, dat hij
er achteraf verantwoording over aflegt. Daarmede zit
ten wij dus midden in een democratiseringsproces, en
wel één dat geleidelijk aan is gegroeid en dat ligt op het
vlak van informatie en hoorzittingen. Het terrein van
de inspraak en zeker van de medezeggenschap is er
één dat vaak wordt afgedwongen en waarvan de ge
leerden het er niet over eens zijn hoe je het moet doen
om alle partijen er zoveel mogelijk profijt van te laten
hebben en hoe het de minste tijd kost. Voor mij staat
vast dat, als je het niet doet, uiteindelijk meer span
ningen worden gekweekt en meer tijd nodig is.
De beleidsvoerende instantie moet in de huid van een
ander kunnen kruipen. Wederzijdse informatie is no
dig. Op de vele manieren waarop dit tot stand kan
worden gebracht wil ik hier nu niet ingaan. Ik heb
proberen aan te tonen, dat aan de besluitvorming
een fase voorafgaat, waarvoor het raadslid óók verant
woordelijk is, dat hij uiteindelijk de beslissing neemt
en dat hij daar desgevraagd verantwoording over aflegt.
Als de besluitvorming inderdaad op deze manier wordt
gewikt en gewogen, vind ik het een aantrekkelijke ge
dachte, dat juist niet zo deskundige - dat wil zeggen
„gewone" burgers - zitting nemen in vertegenwoordi
gende lichamen. Zij zouden alleen voor hun functie
meer tijd ter beschikking moeten hebben. Maar dat
wij over zouden moeten gaan op een speciaal daar
voor geschoold full-time raadslid, lijkt mij in het licht
van alle, veelal goede democratiseringstendenzen uit
den boze. Wederom zou dan een voor buitenstaanders
ondoorzichtig specialisme zijn gecreëerd.
Mevrouw de voorzitter. Ik hoop niet dat ik met dit af-
scheidsbetoog, dat aansloot bij dat van een voorgan
ger, een kettingdebat van afscheid nemende raadsle
den heb geopend. U weet ongetwijfeld, dat ik zeer te
gen mijn zin afscheid van u neem. Meestal heb ik dit
werk met zeer veel plezier gedaan. De standpunten
mochten dan wel eens uiteenlopen - er zijn onderling
ook wel eens diepgaande ruzies geweest -, maar toch
heb ik de verstandhouding over het algemeen als goed
ervaren. Ik wens u in de toekomst nog veel verschil
van mening toe, ter verlevendiging van de discussie en
een zo breed mogelijke opvatting van uw verantwoor
delijkheid.
Van de brandweer heb ik toestemming gekregen om u
allen direct uit te nodigen om een verfrissing op mijn
gezondheid te drinken in het zijlokaaltje. Deze uitno-
diging geldt ieder die in deze zaal aanwezig is.
De VOORZITTER zegt dat uit de woorden van me
vrouw Walma de conclusie kan worden getrokken, dat
de gemeenschap van Soest van mevrouw Walma in de
toekomst echt nog wel het een en ander zal horen.
Spreekster sluit hierna, te 22.20 uur, de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Soest d.d. 15 maart 1973.
De secretaris,
De voorzitter,
17