gehele begroting anders op te stellen en hij zal dit dan ook
niet vragen.
De VOORZITTER: Er bestaan voorschriften voor.
De heer VAN VLOTEN zou toch willen vragen de begroting
van de dienst van gemeentewerken in de toekomst iets an
ders op te zetten. Hij denkt vooral aan de uit te voeren wer
ken met alle omslagen die worden doorberekend aan aller
lei bedrijven, scholen, de bibliotheek, enz. Door de algeme
ne omslagen van het gehele werk van gemeentewerken,
worden allerlei particulieren en bedrijven belast. Men zou
kunnen zeggen dat het niet veel uitmaakt, want wat ge
meentewerken zo meer krijgt, hebben die bedrijven dan
minder op hun begroting, maar dit is toch niet geheel waar.
Op deze manier gaat men andere begrotingen extra zwaar
belasten. Spreker denkt bijv. aan onderwijs. Alle werkzaam
heden aan openbare scholen worden op deze manier extra
duur. Dit houdt in dat ook het bijzonder onderwijs voor de
gemeente duurder wordt, terwijl men daar toch vaak goed
koper kan werken door het aan een particulier uit te beste
den. Stel dat er in een bijzondere school een ruitje kapot
is; dat wordt dan voor een tientje gemaakt. Dat zelfde ruit
je wordt, als het om een openbare school gaat, gemaakt
door gemeentewerken en met allerlei omslagen en contro
les gaat dat f. 60,- kosten. Een en ander betekent wel dat
het bedrag per leerling naar die f. 60,- wordt berekend,
waardoor de gemeente het ruitje vier keer in plaats van één
keer betaalt. Daarom wil spreker voorstellen in volgende
jaren met twee soorten bedragen te gaan werken, aan de
ene kant bedragen voor werkzaamheden die inderdaad moe
ten worden omgeslagen en aan de andere kant de werkelij
ke kostprijzen voor werkzaamheden verricht aan scholen
e.d.
De heer OLDENBOOM meent wederom dat de heer Van
Vloten beter moet weten. Dit is een methode van kosten-
verbijzondering uitgaande van bijzonder subjectieve maat
staven. De bedoeling van het toerekenen van kosten is de
kosten daar te brengen waar zij moeten worden gedragen.
Wanneer men gaat zeggen: „Die kan het wel dragen en die
niet", is het eind zoek. Bovendien is het nog helemaal de
vraag of gemeentewerken duurder is dan een particuliere
aannemer. Ook een particuliere aannemer heeft zijn winst
opslag. Dat in een gemeentelijke school meer geld gaat dan
in een bijzondere school, komt doordat in een bijzondere
school heel wat werk pro deo gebeurt. Degenen die toezicht
op bijzondere scholen houden, de bestuurders, krijgen de
tijd die zij daaraan besteden niet uitbetaald. Als ook voor
gemeentelijke scholen op soortgelijke wijze een bestuur
zou worden gevormd, zou het daar ook goedkoper kunnen
gaan.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT meent
dat hetgeen waar de heer Grift om vroeg in de praktijk al
gebeurt; bij kleinere werkzaamheden treden vaklieden zelf
standig op en behoeven zij niet pas op te draven nadat er
een opzichter is geweest. Het is denkbaar dat de heer Grift
gevallen ter ore zijn gekomen waarin het niet geheel duide
lijk is geweest wie de beslissing nam over wat er moest wor
den gedaan, maar in het algemeen bestaan te dien aanzien
toch geen problemen. Mocht het echter zijn dat hieraan
nog wat te verbeteren is, dan wil spreekster dit graag bekij
ken; misschien is de marge waarbinnen men zelfstandig kan
werken wat te verruimen, zodat men ook een wat groter
werk zelfstandig kan aanvatten zonder dat er eerst een an
der aan te pas is gekomen. Dit is te bezien; het zou natuur
lijk wel efficiënter werken.
De salarissen waarover mevrouw Korthuis sprak, zijn inder
daad op een bepaalde datum geprikt. De inkomsten stijgen
echter gelijkelijk met de salarissen. Die inkomsten kan men
ook niet ramen, want pas achteraf wordt medegedeeld
hoeveel zij stijgen. Gestegen salarissen en gestegen in
komsten houden elkaar echter wel in evenwicht.
Spreekster neemt aan dat ook de heer Ebbers nog wel iets
zal willen zeggen over de suggestie van de heer Van Vloten
om de begroting anders in te richten. Dit heeft natuurlijk
vooral consequenties ten aanzien van de begroting van de
algemene dienst. De omslag wordt in verschillende percen
tages toegerekend. De doorlevering van goederen wordt
met een omslag van 2% belast. Voorts heeft men bij het
geven van opdrachten aan particulieren te maken met
b.t.w. Men zou zich de situatie kunnen indenken dat er he
lemaal geen dienst van gemeentewerken was, dus dat ieder
onderdeel van het gemeentelijk apparaat zijn eigen boon
tjes dopte. Wie zou dan echter toezicht moeten houden en
wie zou met aannemers in contact moeten treden? Bij een
bijzondere school doet het schoolhoofd dit of het school
bestuur. Iemand zal dat moeten doen, terwijl er nu in
voorkomende gevallen een telefoontje naar gemeentewer
ken gaat om te vragen iets in orde te maken. Spreekster
gelooft dus niet dat het zo praktisch is om een en ander in
te richten op de wijze die de heer Van Vloten voorstaat.
Wethouder EBBERS bevestigt dat de salarissen van de
ambtenaren altijd per 1 april van het lopende jaar in de
begroting voor het volgende jaar worden opgenomen. De
uitkering uit het gemeentefonds wordt aan de trend aange
past. Bij de gegevens die ongeveer in juli kómen, is de uit
kering uit het gemeentefonds ook op de salarissen per
1 april gebaseerd. Wanneer deze stijgen, wordt de uitke
ring daaraan aangepast. Het is overigens wel interessant
dat de salarisindex in 1969 194 was en dat de uitkering uit
het gemeentefonds ook 194 was; het liep dus precies paral
lel
De heer Grift heeft een opmerking gemaakt over de boek
houding en over de machines die daarbij worden gebruikt;
•hij wilde de boekhouding eventueel onderbrengen bij de
afdeling comptabiliteit. Spreker kan hierover op dit mo
ment weinig zeggen. Hij heeft de indruk dat de gedachten
van de heer Grift uitgaan naar een centrale boekhouding.
Daarover kan men thans geen uitspraak doen, want men zal
dit eerst in al zijn facetten moeten bekijken.. Spreker kan
zich voorstellen dat dit voordeliger zal werken, maar er zijn
ook gevallen bekend van gemeenten waar de centrale boek
houding erg duur is geworden. Een en ander houdt natuur
lijk verband met de organisatie van de diensten zelf. Spreker
weet niet in hoeverre in het kader van taakomschrijving en
functiewaardering mogelijkheden in dit verband aanwezig
zijn.
Ten aanzien van de opmerking van de heer Van Vloten
over doorberekening van kosten, is de heer Oldenboom al
vrij duidelijk geweest. Spreker heeft er weinig aan toe te
voegen; hij meent dat op dit moment echt niet mogelijk is
wat de heer Van Vloten wil.
De VOORZITTER kan de heer Grift met betrekking tot
diens opmerking over de noodzaak, vacatures in de afde
ling die zich met de riolering bezig houdt kritisch te be
zien, zeggen dat alle vacatures bij de gemeente kritisch
worden bekeken. Wanneer men wat verder is met functie
waardering en functie-omschrijving zal daaruit naar haar
mening iets nuttigs kunnen voortkomen, want men weet dan
precies wat iemand doet. Zij kan zich voorstellen dat dege
nen op wie de heer Grift doelt, ook nog andere bezigheden
hebben dan alleen het aanleggen van rioleringen. Een en an
der dient echter te worden bekeken in het gehele perso
neelsbeleid.
Met betrekking tot de bossen vroeg de heer Grift of mensen
die werkzaam zijn in sociale werkplaatsen een taak in de bos
sen zouden kunnen vinden. Spreekster meent dat dit onder-