deel zou moeten zijn van een samenspraak over de vraag hoe het beheer van de bossen zal moeten worden gevoerd, want op het ogenblik is dat beheer geheel opgedragen aan de Heidemij. De gemeente heeft daarmede een contract en de Heidemij moet het werk doen dat volgens het werkplan voor het desbetreffende jaar is gepland. In ieder geval is de gedachte van de heer Grift het overwegen waard, want voor een bepaalde categorie van degenen die op sociale werkplaatsen werkzaam zijn is het werken in de bossen heel goed werk. De heer DETMAR memoreert dat in het afdelingsonderzoek de vraag is gesteld of maatregelen zouden kunnen worden getroffen om de zandbakken aan de Smitsweg tegen vervui ling door huisdieren te beschermen. Het zand zou misschien vaker kunnen worden veryerst, terwijl de bakken wellicht zouden kunnen worden afgesloten. Gezegd is dat het treffen van die maatregelen alleen mogelijk is tegen zeer hoge kos ten. Is het echter niet mogelijk dat de ouders van de kinderen die in die zandbakken spelen voor een en ander zorg gaan dragen De VOORZITTER: Ik vind het een optimistische gedachte. De heer DETMAR: Ja, maar die ouders klagen er over dat hun kinderen vaak bijzonder vuil thuis komen. De heer VERHEUS constateert dat op bladz. 112 bovenaan onder 6.24 letter n bijna f. 5.000,- wordt uitgetrokken voor het onderhoud van drie schaftwagens, terwijl het on der 6.32 vermelde onderhoud van abri's op de begraaf plaats ruim f. 1.000,- kost. Hij weet niet wat dit onderhoud precies inhoudt, maar vindt dit toch wel vrij hoge bedragen. Graag zal hij hierop een toelichting ontvangen. De heer VAN VLOTEN denkt het toch iets beter te begrij pen dan de heer Oldenboom denkt. Hij zal trachten het nog iets duidelijker te zeggen. Als een bedrijf alleen voor de ge meente werkt en men vestzak-broekzak-politiek gaat bedrij ven, is dat geen probleem. Wat de scholen betreft, is de zaak echter geheel anders. De openbare scholen hebben vrij hoge kosten door de omslagberekeningen en de berekeningen van leveringen door derden. De waterleidingrekening wordt niet gewoon betaald; er komt 2% op voor gemeentewerken. Voor het elektriciteitsverbruik geldt het zelfde. Een en an der betekent dat het bedrag per leerling extra hoog wordt, onder invloed van gemeentewerken. Volgens de wet moet het bijzonder onderwijs het zelfde bedrag per leerling krij gen, maar dat is nu niet eerlijk, want de gemeente gaat zelf dat bedrag extra verhogen. In gevallen als waarop spreker doelt, zou de dienst van gemeentewerken dus toch op een andere manier moeten rekenen. Hij hoopt dat de heer Ol denboom het nu begrijpt. De heer OLDENBOOM heeft het begrepen. Hij was daar straks wat te persoonlijk, omdat hij er van uitging dat de heer Van Vloten een bedrijfseconomische opleiding had ge had en dus een vakbroeder van hem was. Deze is dat echter duidelijk niet. De heer LEVINGA: Moet dat dan? De heer OLDENBOOM zegt niet dat dit moet, maar dit verklaart zijn opmerking dat de heer Van Vloten beter moest weten. De bedoeling is dat men zo objectief moge lijk de kosten toerekent; daar zit een hele bedrijfsfilosofie achter. Men kan dat niet even aan de kant zetten omdat het op een bepaalde plaats wat slecht aankomt. De heer VAN VLOTEN: Dat is het punt helemaal niet! De VOORZITTER: Ik geloof inderdaad dat de heer Van Vloten en de heer Oldenboom op het ogenblik niet op één lijn zitten. De heer VAN VLOTEN: Wij zijn ook geen collega's! De heer HOEKSTRA zit wel op de zelfde golflengte als de heer Van Vloten. Deze sprak over de kostenvergoeding en betrok daarbij het bijzonder onderwijs. Bij het bijzon der onderwijs wordt door een heleboel mensen gesjouwd en gesjouwd zonder dat zij daarvoor iets krijgen. Als men een en ander gelijk wil trekken, zal die situatie ook bij het open baar onderwijs moeten ontstaan. Men kan dat geld dan zelf verdienen. De heer VAN VLOTEN: Daarvoor hebben wij nu juist de dienst van gemeentewerken,! De heer HOEKSTRA vervolgt dat men niet met twee ma ten kan meten en de wet maar opzij kan zetten. De wet spreekt over gelijkstelling van onderwijs, gelukkig wel. Het geld dat men krijgt, kan men besteden zoals men meent dat het het beste is. Dit kan men nu niet gaan terugschakelen. Anderzijds wordt bij het bijzonder onderwijs wel eens ge zegd - spreker zegt het niet -: Wat verkeren openbare scho len in een voordelige positie, want als daar wat aan de hand is, komt de dienst van gemeentewerken even langs, ter wijl wij maar moeten zien er een mannetje voor aan te trekken. Laat men nu alstublieft niet verder over deze zaak beginnen, want dan zou men terug moeten naar 1920. De heer DE GROOT vindt op bladz. 114 onder volgnr. 7.16 weer iets over de bossen, nl. een bedrag van f. 4.955,60 voor onderhoud van het gemeentelijk bosbezit door de dienst van gemeentewerken. Nu meent hij dat dit onderhoud volledig is uitbesteed aan de Heidemij. Heeft toch de gemeente dan nog zo veel bemoeienis met dat on derhoud dat deze post daarvoor nodig is, en zo ja, waaruit bestaat die bemoeienis? Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT stelt de vraag wie nu eigenlijk de zandbakken vervuilen. De heer DETMAR: Niet de mensen, maar de honden en de katten. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Ja, maar van wie zijn die honden en katten? Die zijn van de zelfde ouders wier kinderen in de zandbakken spelen. De heer DETMAR: Ja, maar natuurlijk altijd van een an der! Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zou in eerste instantie een beroep willen doen op de bezitters van honden en katten om hun dieren bij zich te houden. Men mag een hond niet eens los laten lopen; men moet een hond aangelijnd houden en alleen in de goot zijn behoefte laten doen. Het is inderdaad bijzonder duur om zandbakken te verschonen. Voorts kan er aanvankelijk bij bewoners nog zo'n bereidwilligheid zijn om er zelf iets aan te doen, maar in de praktijk blijkt dat bijzonder moeilijk te concretise ren. Het afdekken van zandbakken is ook een bijzonder kostbare geschiedenis. Wie zou trouwens telkens die bijzon der grote deksels er op moeten leggen? Bovendien krijgt men dan ongewenste bacterievorming. De heer Hoekstra heeft de heer Van Vloten eigenlijk al ge antwoord. Misschien zou men een hoofd van een school een zogenaamde kleine kas kunnen geven voor reparaties van ruiten en vloermatten en dergelijke. Het is echter de vraag of schoolhoofden dit op prijs zullen:stellen. De heer VAN VLOTEN: Is die omslag op elektriciteit en water nodig? Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Laten wij bezien of het eerlijk is om het anders te doen. De VOORZITTER: Wij moeten er natuurlijk wel voor op passen dat het verificatiebureau niet moeilijk gaat doen over allerlei kassen. De controlekosten van dat bureau, die toch al hoog zijn, zouden de besparingen dan wel eens kunnen overtreffen. 194

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 197