De heer OLDENBOOM wil wel duidelijk van de wet
houder vernemen dat de snelle stijging van de kosten
niet voortkomt uit het feit dat de tarieven niet hoog
genoeg zouden zijn en evenmin uit het feit dat de kos
ten te hoog zouden zijn.
Wethouder DE HAAN: Daarover behoeft u echt niet
ongerust te zijn. In de volgende vergadering komt een
voorstel tot het verlenen van een krediet voor de aan
schaf van een ambulance-auto aan de orde en dat is
een mooie gelegenheid om hierop met wat nadere ge
gevens terug te komen.
Hoofdstuk IV, Volksgezondheid, wordt zonder hoof
delijke stemming voorlopig vastgesteld.
Hoofdstuk V, Volkshuisvesting.
De heer LEVINGA heeft vernomen dat de huurprijzen
voor de huizen in de bouwstroom Eemland tot
f. 300,- per maand en zelfs hoger zullen bedragen te
gen de tijd waarin die woningen zullen worden opge
leverd. Dat noemt hij geen sociale woningbouw meer.
Welke werkman of welk jonggetrouwd stel met een in
komen van f. 800,- tot f. 1.000,- per maand kan in
feite zo'n huur verwonen? Hij hoopt dat de bouw van
Bredero door technisch kundige mensen van de dienst
van gemeentewerken nauwlettend wordt gevolgd. Dit
lijkt hem om bouwtechnische, maar vooral om finan
ciële redenen dringend gewenst. Hij moet een beetje
zijn eigen wethouder afvallen als deze stelt - zoals in
diens antwoord op de algemene beschouwingen - dat
er in deze gemeente voldoende goedkope woningen
zijn: Die zijn er niet, of in ieder geval nooit voldoen
de. Spreker begrijpt wel dat de wethouder bedoelt
dat er, als er maar flink wordt doorgestroomd, wonin
gen met lage huren vrijkomen, maar die doorstro
ming lukt nooit als zij niet min of meer wordt afge
dwongen. Spreker pleit dan ook voor de methode-
Baarn, waar men nieuwe aantrekkelijke woningen,
ook in de koopsector, met voorrang beschikbaar stelt
aan mensen die een huurwoning met een lage huur ver
laten. Dat werkt daar erg goed. Hij zal zich altijd
blijven verzetten tegen de verkoop van woningen als
het om woningen met een lage huur gaat, ongeacht of
zij nu aan de Bilderdijklaan of aan de Molenstraat
staan, want die huizen heeft men veel te hard nodig
voor de verhuur. Het venijn zit ook hier in de staart:
Het lijkt spreker dat wethouder Walter in de achter
liggende jaren ernstig in gebreke is gebleven wat de be
vordering van de zogenaamde sociale woningbouw be
treft. Overigens hoopt hij dat zij hem van zijn ongelijk
zal kunnen overtuigen.
De heer JOOSTEN acht het duidelijk dat men niet kan
voorzien in de behoefte aan sociale woningbouw. Men
zal van hem dan ook geen oplossing van dit probleem
verwachten, maar wanneer wordt beweerd dat de wij
ze van woningbouw in de behoefte voorziet, is hij
het daarmede niet eens. Mevrouw Walter heeft maan
dagavond gesteld dat er in Soest geen huizen leeg
staan, m.a.w. er wordt gebouwd voor een bepaalde be
hoefte. Langs de Vrijheidsweg staat echter een groot
aantal eengezinswoningen leeg; zij worden te huur
aangeboden. Daaruit blijkt toch wel dat het beleid in
dit opzicht niet juist is geweest, want er staan huizen
leeg, terwijl er een grote behoefte bestaat aan goed
kope woningen. Mensen die goedkope woningen no
dig hebben, kunnen die leegstaande woningen niet
betrekken, omdat die voor hen niet betaalbaar zijn.
Met betrekking tot de Molenstraat heeft de heer De
Groot maandagavond min of meer een pleidooi ge
houden voor het beleid dat vanaf 1960 is gevoerd.
Sprekers fractie heeft zich nooit uitgelaten over be
slissingen die in die jaren zijn genomen. Wel heeft zij
vanaf 1971 steeds bepleit deze woningen niet aan de
woningvoorraad te onttrekken, maar ze steeds ter be
schikking te houden. Zij is blij dat er thans sprake is
van een beleidsombuiging, die in Den Haag eerder
plaatsvond dan in Soest. Verder wil spreker er niet
veel over zeggen, omdat deze kwestie ook in de aan
staande raadsvergadering aan de orde komt.
De heer OLDENBOOM neemt aan dat mevrouw Wal
ter echt wel voor zich zelf kan spreken, maar toch wil
hij graag ook iets zeggen. Zo lang hij in deze raad zit,
heeft tegenover hem iemand gezeten die voortdurend
klaagde over de ontzettend hoge huren van de nieuw
bouw. Vóór de heer Levinga was het mevrouw Polet,
die ieder jaar bij de algemene beschouwingen zei dat
de huren van de nieuwbouw niet te betalen waren.
Toen het staartje van de Eng klaar kwam, werd dat ge
zegd en ook toen het eerste stuk van het Smitsveen en
van Klaarwater klaar kwam. Er werd schande gespro
ken over huren van f. 200,- en f. 280,- per maand. Al
deze dingen zijn op een gegeven moment wel waar,
maar als men een en ander wat meer in de tijd ziet,
zijn die rampen niet zo groot als zij zich op dat mo
ment voordoen. Bovendien gaat het hier niet om het
beleid van alleen mevrouw Walter, maar om het be
leid van de gehele gemeenteraad. Dat men nu in Soest
zou hebben gefaald in het bevorderen van de sociale
woningbouw, beschouwt spreker als een klein grapje
van de heer Levinga, want hij kan het zich haast niet
anders voorstellen. Meent de heer Levinga het toch in
ernst, dan leest deze zijn stukken niet goed of verstaat
hij onder sociale woningbouw iets anders dan wat
men er algemeen onder verstaat. Als men de stukken
leest, kan men zien dat Soest in vergelijking met ande
re Eemland-gemeenten voorop loopt qua percentage
sociale woningbouw. Er is dus geen enkele reden om
te stellen dat men hier in dit opzicht zou hebben ge
faald. Er is hier integendeel méér sociale woningbouw
gepleegd dan in de omringende gemeenten. Mis
schien zou een vergelijking met geheel andere plaat
sen in het land wat anders uitwijzen, maar spreker
meent dat zo'n vergelijking niet zinvol is. Zijns in
ziens is op goede wijze voorzien in de te voorziene
behoefte aan sociale woningbouw. Dat men nu met
zijn allen achter de doorstroming blijft aandraven zon
der haar te pakken te krijgen, heeft diverse moeilijk
voorzienbare oorzaken. Zo was de enorme gezinsver
dunning niet voorzienbaar, evenmin als de snelle da
ling van de gemiddelde huwelijksleeftijd. De tijd dat
men op 24-jarige leeftijd huwde en dan nog een aantal
jaren inwoonde, is voorbij. Men komt thans als 21-ja-
rige meteen op een lijst te staan en men moet dan in
derdaad nog even wachten.
De VOORZITTER: Op 17- en 18-jarige leeftijd!
De heer OLDENBOOM: De mensen worden op die
leeftijd zelfs al geacht een gezinnetje te vormen, ook
al zijn zij niet gehuwd.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Zonder geld!
De heer OLDENBOOM: Dat zijn allemaal factoren
die in deze problematiek meespelen. Het is dan ook
een aperte onjuistheid om ongenuanceerd te zeggen
dat de sociale woningbouw heeft gefaald.
De heer HOEKSTRA veronderstelt dat men bij wo
ningbouw niet zonder het welstandstoezicht zal kun-
206