Nr. 2 Soest, 15 februari 1973.
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 15 februari 1973 te 19.30
uur.
VOORZITTER: de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Cor-
ver-van Haaften.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius,
W.A. Blaauw, J.A. Detmar, L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, M.A.
van Ee, P. Grift (later), K. de Haan, D. Hoekstra, H.M. Jon
ker, B. Joosten, J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion,
K. Levinga, R.A. van Logtenstein, G.H. Oldenboom, me-
j vrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, J.R. van Poppelen,
A.H.F. Smit, J.C. Smits, C. Verheus en mevrouw M.C.P.
Walter-van der Togt.
Afwezig met kennisgeving-het-lid-t P.L.J.M. Storimans. en
I Afwezig zonder-kennisgeving het -lidnM, de Groot.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats,
j Vervolgens deelt zij mede, dat er van de heer Storimans
bericht van verhindering is ingekomen en dat de heer Grift
wat later ter vergadering zal komen.
Hierna heet zij in het bijzonder welkom de aanwezigen op
de publieke tribune, die bijzonder goed gevuld is en waar
van de meeste stoelen in beslag worden genomen door leer
lingen van de Groen van Prinstererschool, tot wie zij de
volgende woorden spreekt:
I Jongelui! Ik hoop dat jullie vanavond een prettige avond
1 zullen hebben en dat jullie er wat van zullen leren,
Wij zijn in deze vergadering gewend om allemaal muisstil
te zijn, behalve degene die het woord heeft. Ik heb de hoop
I en de verwachting, dat jullie je daaraan zullen houden.
I 21. Beëdiging van de heer B. Joosten te Soest als lid van
de raad.
De heer Joosten legt in handen van de voorzitter de
in de gemeentewet voorgeschreven beloften en verkla
ring af.
De VOORZITTER spreekt daarop de volgende woor
den:
Mijnheer Joosten! Ik wens u geluk met uw benoe
ming. Ik ben niet de enige die dit doet, want ik heb
vanmiddag een aan mij gericht telegram ontvangen
met deze inhoud:
„Ben Joosten een raadzame tijd toegewenst.
Wil Willemse."
Ik wens u nogmaals van harte geluk en verzoek u uw
plaats in ons midden in te nemen.
(De heer Joosten neemt de voor hem bestemde zetel
in).
I 22. Notulen van de vergaderingen van 11 en 13 december
1972.
Op voorstel van de VOORZITTER wordt in de notu
len van 11 december 1972 op pag. 160, linkerkolom,
regel 5 van boven, „f. 700.000,—" vervangen door:
f. 7.000,-.
De notulen worden, met inachtneming van de aange
brachte wijziging, zonder hoofdelijke stemming vast
gesteld.
23. Ingekomen stukken.
a. Verzoek van het bestuur van de „Stichting Bouwac
tiviteiten in de Bejaardensector Soest" om goedkeu
ring voor de overdracht van de eigendom en de exploi
tatie aan de N. V. Levensverzekering Maatschappij
„De Nederlanden van 1870", gevestigd te Amsterdam,
van het in het flatgebouw „Honsbergen" op te ne
men winkelcentrum en daarboven gelegen entre-sols
en de in verband daarmede vereiste splitsing van de
grond en opstallen in appartementen als bedoeld in
artikel 875a e.v. van het Burgerlijk Wetboek en ont
heffing van de verplichting tot het verlenen van het
recht van eerste hypotheek aan de gemeente op het
over te dragen gedeelte.
Besloten wordt de gevraagde goedkeuring en onthef
fing te verlenen.
b. Brief d.d. 20 oktober 1972 van mevrouw L.H. van
Brakel-Van Raait, inzake zomerwoning aan de Barto-
lottilaan te Soest.
Besloten wordt te antwoorden overeenkomstig de bij
de stukken ter inzage liggende concept-brief.
(De heer Grift komt ter vergadering.)
c. Brief van de Wijkraad Soesterberg d.d. 10 januari
1973 inzake de aanbesteding van de brandweerkazer
ne te Soesterberg, met voorstel deze brief te beant
woorden conform de concept-brief.
De VOORZITTER deelt mede dat de commissie
openbare werken zich met de concept-brief kan vere
nigen, doch de voorlaatste zin zou willen doen luiden
als volgt:
Overigens achten wij het ondoenlijk en niet juist om
de wijze van gunning casu quo aangelegenheden ron
dom openbare aanbestedingen in het openbaar te be
handelen.
Spreekster deelt mede, dat het college deze wijziging
gaarne overneemt.
De heer SMIT zegt dat hij met de door het college
voorgestelde beantwoording van de brief van de Wijk
raad Soesterberg een heel eind kan meegaan, en wel
tot de zin: „Onder deze bedrijven bevond zich een
tweetal Soester bedrijven". Hierna wordt het voor
spreker een enigszins moeilijke zaak.
Wat is er gebeurd? Er is een publicatie in de krant
verschenen waarin stond, dat gegadigden zich kon
den melden om voor de bouw van de brandweerka
zerne te Soesterberg eventueel in aanmerking te
kunnen komen. In de publicatie is gesuggereerd, dat
het om een op een later tijdstip te houden inschrij
ving ging. Dat heeft een rij van 42 gegadigden opgele
verd. Spreker begrijpt de moeilijkheden die zo'n rij
kan en zal opleveren. Maar wat is er vervolgens ge
beurd? Er heeft een interne selectie plaatsgevonden,
waarbij een Soester bedrijf het bouwwerk is gegund
en waarna een aantal andere Soester en niet-Soester
ondernemers is bericht, dat zij niet voor inschrijving
in aanmerking kwamen. Spreker, die begrip kan heb
ben voor de wijze waarop de selectie heeft plaatsge
vonden en die te dien aanzien beslist geen twijfels
heeft, constateert dat dit betekent, dat ondanks het
feit dat er in de zin van openbare aanbesteding publi
catie is gegeven, de Soester bedrijven is bericht dat er
geen gelegenheid tot inschrijving was.
De bijlagen bij de aan de orde zijnde stukken hebben
spreker enige verduidelijking gegeven. Toch is bij
hem nog de vraag gerezen of het college de aanneme
lijke zekerheid heeft, dat de beste bouwer is uitgeko
zen.
Nadere informaties hebben spreker in dezen wel gerust
gesteld.
19