meenten op de markt, zoals Leusden, maar zij denkt
niet dat men elkaar ernstig in de wielen zal rijden.
Het is een goede stelregel zo min mogelijk in te gaan
op oorzaken die in het verleden een goed samenspel
hebben tegengehouden. Daarom stelt spreekster nog
maals de vraag wat het gemeentebestuur voor het
voortgezet onderwijs in Soest doet. Wil men een eiland
zonder deze goede voorzieningen blijven, temidden van
plaatsen die misschien een te grote toevloed van leer
lingen van elders gaan afremmen en die wellicht leer
lingen uit Soest niet of nauwelijks zullen toelaten, of
alleen de besten van hen? Men wil zijn kinderen toch
gelijke startkansen geven en ze, voor zo ver zij daartoe
de capaciteiten hebben, naar het voortgezet onderwijs
laten gaan.
In dezen is een stuurgroep zeer actief geweest, maar
soms bekruipt spreekster wel eens de gedachte dat een
actiegroep misschien nog wat harder zou hebben ge
duwd. Zij wil niet pleiten voor harde acties en zal bij
een betoging niet vooroplopen met een spandoek met:
„Wij willen een school voor havo en vwo", al is dat wel
hetgeen haar fractie wil. Haar vraag is nu of men nu
eindelijk tot daden zal kunnen overgaan. De fatale ter
mijn in dezen is 1 februari 1974; voordien moet een
aanvrage zijn ingediend. Daarna zullen vele jaren ver
strijken voordat eindelijk wordt bepaald in welk jaar
de desbetreffende school zal moeten worden bekos
tigd. Als men de aanvrage heeft ingediend, kan men
wel weer verder gaan met praten, met opbouwende kri
tiek, met overleg enz. Thans moet men echter einde
lijk eens iets gaan doen.
De heer HOEKSTRA merkt op dat allerlei cursussen
op het gebied van onderwijsvernieuwing in het bijzon
der op het vlak van de pedagogische centra liggen.
Mevrouw Oranje heeft in het bijzonder gedoeld op
in Soest gegeven cursussen voor de bijscholing van
leerkrachten. Nu is al enkele keren gevraagd te komen
tot de organisatie van een e.h.b.o.-cursus voor leer
krachten; verschillende leerkrachten hebben zich
daarvoor al opgegeven. Men heeft hiervan echter niets
meer vernomen. Kan de wethouder hierover wat mede
delen?
De kwestie van de schoolgrenzen is een zaak die al
vaak aan de orde is gekomen. Zij heeft natuurlijk niet
betrekking op de nieuwe wijken, want daar groeit
iedere school, maar op oudere wijken, waar de scho
len in leerlingenaantal wat achteruit lopen. Mevrouw
Oranje vindt het een verheugend verschijnsel dat het
gemiddelde aantal leerlingen per klas naar beneden
gaat, maar men moet wel bedenken dat dit wettelijk
nog moet worden aangenomen. Waarschijnlijk zal dat
wel gebeuren, maar als de overheid gaat bezuinigen,
weet men wel dat het onderwijs altijd haasje nr. 1 is.
Wat is gemakkelijker dan het klassegemiddelde te laten
zoals het is?
Bovendien bestaat er in verschillende streken van het
land nog een tekort aan leerkrachten bij het basison
derwijs. Zo lang dat tekort er is, ziet spreker een verla
ging van het klassegemiddelde niet zitten. Men zal dus
andere wegen moeten zoeken om te proberen de
scholen zesmansscholen te laten blijven, bijv. door de
schoolgrenzen te wijzigen. Dit is van bijzonder grote
betekenis, ook in verband met de onderwijsvernieuwing.
Met betrekking tot de school voor havo en vwo is
maandagavond gezegd dat door de minister een pro
testants-christelijke school voor havo en vwo op het
scholenplan is gezet. Persoonlijk is spreker daarmee
zeer blij. In tegenstelling tot anderen is hij van me
ning dat men het in de regio Baarn Soest moet zoeken.
Dat doet men op meer gebieden van het onderwijs.
Men heeft hier voor het lager beroepsonderwijs de
scholengemeenschap Eemland voor leerlingen uit
Soest en Baarn. Men heeft hier verder de christelijke
huishoudschool, eveneens voor leerlingen uit Soest en
Baarn, terwijl ook het Baarns lyceum door leerlingen
uit Soest en Baarn wordt bezocht. Er zijn Soesters die
bestuurslid zijn van de Baarnse schoolvereniging. Per
soonlijk is spreker helemaal geen voorstander van een
samenwerkingsschool en zo zullen er meer zijn. Wat
zal er nu mooier zijn dan in deze omgeving ook een
protestants-christelijke school voor havo en vwo voor
Soest en Baarn te krijgen?
Een hele serie problemen zal dan zijn opgelost, want
de Baarnse schoolvereniging wil graag een aantal leer
lingen afstaan.
Wat mevrouw Oranje zei over het alleen toelaten van
de beste leerlingen is totaal onmogelijk, want de kin
deren moeten een toelatingsexamen doen en of zij
daarvoor slagen met een 6 of met een 8, doet er niet
toe.
Met betrekking tot actiegroepen gelooft spreker dat
een vereniging met vrijwilligers veel kan bereiken; dat
is de kracht van het particulier initiatief. Hij wil dan
ook lof toezwaaien aan de mensen die zo vlot de
stichting voor protestants-christelijk onderwijs van de
grond hebben gekregen. Zij vormen nu zo'n actiegroep,
al is het zonder spandoeken.
De heer LEVINGA geeft te kennen dat hij, als de wet
houder stelt dat deze van meet af aan heeft aange
stuurd op een samenwerkingsschool, durft stellen dat
de achterban van de wethouder van meet af aan heeft
aangestuurd op een protestants-christelijke school
voor vwo en havo In tegenstelling tot de heer Hoek
stra vindt spreker dit niet fijn, want hierdoor is de sa
menwerkingsschool voor Soest waarschijnlijk getorpe
deerd. Hij kan bijna niet geloven dat de wethouder
nooit iets van de plannen van diens geestverwanten
heeft gemerkt, want dit is toch al jaren aan de gang.
Spreker wil gelijke onderwijskansen voor iedereen,
voor rijk en arm en op het ogenblik is dit nog steeds
een fictie, zoals uit allerlei onderzoekingen blijkt. Hij
vraagt zich af hoeveel leerlingen die thans op een mavo-
school zitten, een vwo- en havoschool zouden bezoe
ken als er zo'n school in Soest was. Alles wat het be
zoeken van zo'n school ook maar enigszins duurder
maakt, kan een beletsel vormen. Wanneer de heer
Hoekstra de kinderen naar het Baarns lyceum wil stu
ren, moet spreker hem vertellen dat dit een particu
liere en dure school is, hetgeen voor vele ouders een
beletsel is om hun kinderen daar naar toe te sturen.
Willen zij naar Amersfoort, dan komt het punt van de
reiskosten aan de orde. Er behoeft dus maar iets te ge
beuren om ouders hun kinderen dan maar naar de
mavo te doen sturen.
De heer JONKER wil namens zijn fractie verklaren,
het op het punt van havo en vwo geheel eens te zijn
met het betoog dat mevrouw Oranje heeft gehouden.
Hij is het uiteraard niet eens met het betoog van de
heer Hoekstra, dat daarmede in strijd was. Als me
vrouw Oranje met haar actiegroep de straat op wil
gaan, is zijn fractie gaarne bereid de spandoeken te le
veren en daarin mee te lopen Spreker had graag ge
zien dat in dezen meer en sneller actie was gevoerd,
maar het is nog niet helemaal te laat.
216