bestuur van het C.O.G.V.O. en het centraal bestuur van de samenwerkende rooms-katholieke scholen voor voortgezet onderwijs. Zij kunnen, doordat zij verbin dingen hebben met het ministerie van onderwijs, zeg gen of er voor een gecombineerde aanvrage enige kans op slagen is. Als dit het geval blijkt, komt er, als de gemeente bereid is mee te doen, voor 1 februari een aanvrage op tafel. Indien genoemde instellingen het groene licht met geven, dan zou men met het indienen van een enkelvoudige aanvrage een schimmenspel op voeren. Het woord „statussymbool" is niet gevallen, maar spreker krijgt soms de indruk dat men vindt dat Soest pas dan volwaardig is als hier een lyceum, gym nasium, atheneum met latijn en atheneum zonder la- tijn en een havoschool aanwezig zijn. Hij hangt be slist niet aan zo'n statussymbool, vooral niet omdat men in regionaal verband moet denken en heel veel samen met Baarn en Amersfoort moet doen. De prog nose van het rijk ten aanzien van de regio Amersfoort heeft gesteld dat het aanbod van leerlingen overeen komt met de aanwezige capaciteit, dat er iets te wei nig havo is - daarin is intussen voorzien - en dat er een teveel aan gymnasium is. Tot 1980 is het leerlingen aanbod globaal genomen echter in overeenstemming met de capaciteit. Het ziet er dus niet naar uit dat men optimist kan zijn, al zal het aan spreker bepaald niet liggen. Als er een actiegroep voor wordt opge richt, vindt hij dat prachtig en hoopt hij dat zij succes zal hebben. Met betrekking tot de planning van scholen is het college bijzonder voorzichtig. In Overhees zal zeker niet voor elke zuil en voor het openbaar onderwijs een geïntegreerde basis- en kleuterschool worden neergezet, want ook daarin moet terughoudendheid worden betracht De inspectie gaat nog steeds uit van een bezetting van 0,35 per huis. De gemeente gaat echter al uit van ten hoogste 0,3 per huis. Mevrouw Oranje heeft gevraagd of de gemeente met betrekking tot schoolgrenzen soepel wil zijn ten op zichte van ouders die bezwaar hebben tegen een school met een uitgesproken experimenteerrichting. Spreker kan dit zeker toezeggen. Er is tot nu toe maar één geval geweest van ouders die bezwaren hadden tegen een sy steem als thans op een van de openbare scholen wordt gehanteerd. Hij heeft de moeder van het desbe treffende kind uitgenodigd op zijn spreekuur te ko men, maar zij is niet verschenen. Ten aanzien van de schoolgrenzen kan spreker zeggen dat men schuift wat men kan, maar dat men daarmede niet alles kan opvangen De grootste zorgen baart hem in dit opzicht de Margrietschool, omdat die geheel Zuid als district heeft. Men zou de grens aldaar alleen kunnen verschuiven tot over de spoorbaan, en dat doet hij vanwege de verkeersveiligheid liever niet. In het Veen schuift men wel jaarlijks op. Het is gelukt de Willem-Alexanderschool op zes leerkrachten te hou den. De Ingenhofschool zal mogelijk weer een zesde leerkracht kunnen krijgen. De openbare school in Soesterberg heeft zeven leerkrachten, terwijl ook de scholen in het Veen zeer bevredigend met leerkrach ten zijn bezet Ook de school in Klaarwater, waar over spreker bezorgd was, vertoont nu een aanwas van leerlingen Er zijn al meer dan 40 kleuters bij, zodat men het volgend jaar twee eerste klassen kan verwach ten. Van de opmerking van de heer Jonker dat zijn fractie een aanvrage voor een openbare vwo-havoschool zal steunen, heeft spreker goede nota genomen. Hij hoopt dat hij in staat zal zijn de raad iets aan te bieden waar aan men inderdaad zijn steun kan geven. De heer Jonker heeft zich voorts beklaagd over het wat magere antwoord op zijn vraag inzake de partiële leerplicht Daarin heeft hij wel wat gelijk. Spreker heeft deze zaak intussen nog eens laten uitzoeken en kan op grond daarvan zeggen dat in dezen in Soest bijzonder weinig problemen bestaan. In het algemeen is er geen leerplichtdwang met betrekking tot de twee jaren die aan de leerplicht zijn toegevoegd. Indien men al dwang zou willen toepassen, dan zou dat nog niet kunnen en niet mogen. Gelukkig is dit echter ook nauwelijks no dig geweest. De gemeente behoeft niet te zorgen voor inrichtingen of instituten voor opvang; dat wordt door het rijk gedaan. De gemeente heeft alleen tot taak er op toe te zien dat een en-ander wordt uitgevoerd. De praktijk tot dusverre vertoont slechts drie gevallen van leerlingen die er met de pet naar gooien en van ouders die er niet in geïnteresseerd zijn. Die drie geval len zijn in behandeling; getracht wordt om in een ge sprek deze mensen van het belang er van te overtui gen. In Soest heeft men een gering aantal buitenlandse leer lingen. Er zijn 8 Turkse kinderen, van wie één een moeilijk geval is. Het gaat om een meisje van 13, dat bijzonder slecht Nederlands spreekt en geen aanpas sing kan vinden. Voorts heeft men een aantal Engel se en Engels-sprekende Hollandse kinderen, die nauwe lijks aanpassingsmoeilijkheden hebben, omdat zij in staat zijn het Nederlands zeer snel zodanig te beheer sen dat zij het onderwijs kunnen volgen. De Turkse kinderen zijn in hoofdzaak op één school geplaatst en volgens het hoofd van die school kan deze die kinde ren redelijk opvangen. Er is een aanvraag in zee voor een extra leerkracht ten behoeve van de Turkse kin deren, die dan zowel voor het openbaar als voor het bijzonder onderwijs zal moeten dienen. Of deze er inderdaad zal komen, kan spreker op dit moment nog niet zeggen. De cursus e.h.b.o voor leerkrachten, waarnaar de heer Hoekstra heeft gevraagd, was al geruime tijd geleden gereed, maar van de zijde van het hoofdenconvent werd het grote bezwaar gemaakt dat de gemeente te veel cursussen organiseerde. Men is hiermee dus moeten stoppen. Op het ogenblik is er naast de pedagogische bijscholing alleen een cursus muzikale vorming. De overgebleven vrijwilligers hebben zich opgegeven voor de cursus sexuele voorlichting. De heer VERHEUS heeft bij het afdelingsonderzoek geinformeerd naar het schooleindonderzoek; zijn vraag is in het verslag opgenomen onder nr, 102 Misschien is die vraag toen niet goed overgekomen, maar het ging hem eigenlijk om het volgende. Er zijn twee soorten eindonderzoek. Een groot deel van de scholen maakt gebruik van het Amersfoortse'ëindonderzoek en verder is er het eindonderzoek vanQto. Nu is spreker uit het hoofdenconvent ter ore gekomen dat de openbare scholen verplicht zouden zijn aan het Amersfoortse eindonderzoek deel te nemen, terwijl de bijzondere scholen de vrijheid zouden hebben om of aan het één of aan het ander deel te nemen, of zelfs aan beide. On derwijsdeskundigen hebben hem laten weten dat het Cito-eindonderzoek beter aansluit op het voortgezet onderwijs dan dat andere eindonderzoek. Daarom wil hij van het college thans de toezegging hebben dat elk hoofd van een openbare school zelf zal kunnen uitma ken of aan het ene of aan het andere eindonderzoek zal worden deelgenomen 218

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 221