De VOORZITTER gelooft dat de raad dit maar even
moet laten voorbijgaan. De heer Korte is niet erg
duidelijk. Hij moet natuurlijk niet de gemeenteraads
vergadering gebruiken om dergelijke dingen te zeggen.
Het verdient aanbeveling deze kwestie maar verder te
laten rusten.
Wethouder DE HAAN meent dat de heer Jonker be
zig was de onduidelijkheid te vergroten, terwijl de
onduidelijkheid juist kleiner werd.
De heer JONKER: Het is maar van welke kant je het
bekijkt.
Wethouder DE HAANIk ben nog niet uitgesproken.
Ik zou als ik u was nog even geduld hebben.
De heer JONKER: Ik interrumpeerde u dan ook
slechts.
De heer VAN POPPELEN: Goed luisteren is anders
wel verstandig, mijnheer Jonker!
De VOORZITTER: Ik constateer dat de kerstvrede
nog niet is doorgedrongen in de raad.
Wethouder DE HAAN zegt dat de heer Jonker meent
dat intrekking van het plan Weg over de Eng zal lei
den tot het door hem gewenste resultaat. De heer
Jonker gaat daarbij echter voorbij aan het feit dat
dan het oude plan (alle huizen weg) weer in werking
treedt. Dan komt de gemeente van de wal in de sloot.
Er kan beter worden gesproken over het opknappen
van de woningen voor een periode van acht jaar dan
over niets. Op dat punt was de heer Jonker derhalve
bezig de onduidelijkheid te vergroten.
In de concept-brief wordt duidelijk aangegeven wat
mogelijk is. Vanuit dat uitgangspunt is volledige
overeenstemming bereikt tussen de verschillende par
tijen.
Wanneer die 34 woningen voor een periode van acht
jaar worden opgeknapt, is er sprake van een bedui- -
dende tijdwinst voor het bezien van de verdere plano
logische ontwikkeling.
Terecht heeft de heer Van Poppelen gevraagd om een
positieve benadering van de zaak nu de verschillende
partijen overeenstemming hebben bereikt.
Vanzelfsprekend zullen de bewoners op de hoogte
worden gehouden. Wanneer de cijfers bekend zijn zal
er met iedere individuele bewoner worden gesproken.
Er was wel belangstelling om woningen te kopen,
maar die belangstelling was te klein en te veel verdeeld
over het complex. Op een gegeven moment zal de
bewoners worden medegedeeld wat aan de woningen
kan worden gedaan en wat de prijs is. Daarbij zal re
kening worden gehouden met hetgeen reeds aan de
woningen is gedaan. Er kan immers moeilijk worden
voorbij gezien aan reeds door de bewoners zelf aange
brachte verbeteringen. Deze verbeteringen kunnen niet
bij de bewoners in rekening worden gebracht. De ge
meente zal zich niet alleen met de planologie moeten
bezighouden, want van de gemeente zal op een gege
ven ogenblik ook een bepaalde bijdrage worden ge
vraagd.
Het wijzigen van de plannen betreft een zaak van lan
gere adem. Planologische veranderingen kosten tijd,
De raad dient zich dan ook goed af te vragen wat er
overhoop wordt gehaald, wanneer wijzigingen worden
voorgesteld.
De opmerking van de heer Korte dat het thans aanbe
veling verdient de betrokkenen ongestoord hun gang
te laten gaan zal waarschijnlijk meer slaan op bepaal
de publiciteitsmedia dan op discussies in de gemeen
teraad. De heer Korte dient diens uitspraak eventueel
zelf nader toe te lichten.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt dat in de commissie voor ruimtelijke ordening is
gesproken over het plan van de bewonerscommissie
om ter plaatse nog wat bejaardenwoningen te bou
wen..Wanneer de raad wat voor deze plannen zou
voelen, zou er op het betrokken gebied opnieuw een
woonbestemming moeten worden gelegd. Daarover
is vrij uitvoerig gepraat, omdat dat zou betekenen, dat
de in de voordracht genoemde woningen over een x
aantal jaren zouden kunnen worden vervangen door
nieuwe woningen. Dat is echter nooit de bedoeling ge
weest van de raad die het bestemmingsplan „Soester-
eng - Park en Centrum" maakte. Wel is het krachtens
dit plan mogelijk om een aantal woningen gedurende
een aantal jaren te handhaven. Dat staat ook in de
concept-brief van de raad aan de bewoners. Gesteld
wordt dat 48 woningen voor langere tijd zullen kun
nen worden gehandhaafd.
Het leggen van een woonbestemming op het betrok
ken gebied gaat naar de mening van het college veel
te ver. Een dergelijk plan past niet in de gedachte van
het openhouden van de betrokken flank van de Eng.
Daarom kunnen ook die 34 woningen niet worden
gehandhaafd. Die woningen vormen te zamen een
vreemd slurfje lintbebouwing. Het uiterlijk van de
woningen is niet erg interessant. Het is dan ook de
vraag of handhaving van deze woningen uit puur ste-
debouwkundige overwegingen zou zijn aan te beve
len. De betrokken 34 woningen liggen in een zowel
door de raad als de provincie goedgekeurd bestem
mingsplan. Dat mag niet worden vergeten. Stel dat
wordt besloten de huizen voor een periode van 25
jaar op te knappen en dat vervolgens blijkt dat het
plan Weg over de Eng kan worden uitgevoerd. Wat
zou de heer Jonker dan zeggen? Dat zou een hoogst
onverstandige gang van zaken zijn. Binnen het goed
gekeurde bestemmingsplan kunnen de betrokken wo
ningen voor maximaal acht jaar blijven staan. Het zou
heel onverstandig zijn om die woningen voor een lan
gere periode dan acht jaar te laten opknappen.
De overige 48 woningen staan in het groene gebied.
De typische landarbeidersarchitectuur toont een ze
ker karakteristiek element. Wanneer de raad besluit
de door het college van burgemeester en wethouders
voorgestelde brief uit te zenden, wordt krachtens het
overgangsrecht aanvaard dat die 48 woningen worden
gehandhaafd in het gedeelte van de Eng dat voor de
rest onbebouwd zal blijven.
De heer JONKER meent dat de opmerking van wet
houder De Haan dat de huizen krachtens het oude
plan weg moeten, wanneer het plan Weg over de Eng
wordt ingetrokken, niet zo verschrikkelijk relevant is.
Mevrouw Walter heeft daarna toegelicht dat die hui
zen toch weg moeten. Het doet dan ook niet zoveel
ter zake of die huizen krachtens het ene of krachtens
het andere plan weg moeten. Thans wordt gelukkig
gesproken over het laten staan van die woningen.
Wanneer men de Weg over de Eng wegdenkt, begrijpt
spreker niet wat het verschil is tussen het, krachtens
het overgangsrecht, voor 25 jaar laten bestaan van
een gedeelte van de woningen en het, krachtens over
gangsrecht, voor acht jaar laten staan van een ander
gedeelte van de woningen. Hij meent dat men dan
net zo goed alle woningen voor 25 jaar kan laten
staan. De huizen zijn allemaal van hetzelfde type, dat
233