laatste zin van de advertentie, waarin staat: Inzake de selectie is geen correspondentie of beroep mogelijk. Het is begrijpelijk dat er in een dergelijke zaak geen correspondentie of beroep mogelijk is. Het is on denkbaar dat je iemand vertelt waarom de een wel en de ander niet uitgekozen is. Het is ook onmogelijk om hierop in een openbare raadsvergadering in te gaan. Spreekster zou iedere suggestie of verdachtma king in dezen ongegrond achten en ten zeerste willen bestrijden. Na de selectie heeft er een inschrijving plaatsgevon den, waarbij de voor het doen van een prijsopgave uitgekozen bedrijven aan de hand van het bestek hun prijs hebben gevormd. Dat gebeurt ook volgens het uniform aanbestedingsreglement in aanwezigheid van de voor het doen van een prijsopgave uitgekozen be drijven, waarbij het werk wordt gegund aan degene die de laagste prijs heeft opgegeven. De heer De Goede, die begrijpelijkerwijze teleurgesteld was, heeft nadat was gebleken dat hij niet was uitge kozen, een brief aan burgemeester en wethouders ge schreven. Daarop heeft hij het, naar sprekers mening volkomen juiste, antwoord gekregen dat er over de aangelegenheid in kwestie niet gecorrespondeerd wordt. De zaak is bepaald niet uit de hand gelopen en het college is het dus wat dat betreft niet eens met de heer Smit. Het betreft hier een volkomen juiste en volledig goed gevolgde procedure. Bij een volgende gelegenheid zal in overleg met de commissie openba re werken wellicht weer tot de nu toegepaste vorm van aanbesteding, die tegenwoordig in den lande vol komen normaal is, worden overgegaan. Het college is uiteraard niet van plan de meerbedoel- de firma mede te delen om welke redenen zij niet is uitgekozen voor het doen van een prijsopgave. Dat is niet de bedoeling. Er is van tevoren gesteld, dat er geen correspondentie en geen beroep mogelijk zou den zijn. De heer SMIT verklaart met nadruk, dat zowel perso nen aan de zijde van de gemeente als personen in de aannemerij bij hem per se buiten het geding dienen te blijven. Spreker is het er met mevrouw Walter over eens, dat niet één aannemer, maar 37 aannemers teleurgesteld zijn. Hij verwacht helemaal niet dat het college aan perso nen tekst en uitleg gaat geven ten aanzien van de re den waarom zij niet uitgekozen zijn voor het doen van een prijsopgave. Hij is alleen tot zijn in eerste in stantie gestelde vragen gekomen, omdat er in de aan nemerswereld, niet alleen in Soesterberg, maar ook in Soest, veel verschil van mening over de onderhavi ge materie bestaat. Hij hoopt dat zijn vraagstelling er toe heeft bijgedragen dat het in die kring in ieder ge val wat meer duidelijk zal zijn geworden. Spreker zou graag antwoord ontvangen op zijn in eerste instantie gestelde vraag of er in de toekomst bij de teruggaande conjunctuur in het kader van de gunning van werken rekening zal kunnen worden ge houden met de werkgelegenheid in Soest. De heer VAN EE: Dat mag niet. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT meent dat de gemeente de zaak objectief moet bekij ken wanneer er ingeschreven wordt. Wanneer daarbij een Soester aannemer de goedkoopste blijkt, is het tant mieux. De gemeente kan niet zeggen bijv.: Hoe wel deze Soester aannemer wat duurder is dan de an dere gegadigden, gunnen wij hem het werk toch, want hij is zo'n aardige jongen en heeft zulke mooie ogen. Dat zou niet zakelijk zijn. De heer VAN EE meent dat de gemeente zelfs zou handelen in strijd met het E.E.G.-verdrag als ze dat zou doen. 24. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van bur gemeester en wethouders besloten de brief conform de concept-brief - met inachtneming van de door de commissie openbare werken gesuggereerde en door het college overgenomen wijziging - te beantwoorden. d. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, met voorstel deze voor kennisgeving aan te nemen. De heer OLDENBOOM heeft tot zijn verbazing moe ten constateren, dat het onderhavige bureau, waaraan naar zijn indruk de gemeente veel geld betaalt, niet met de te verrichten werkzaamheden gereed komt. Spreker zal graag vernemen wat daarvan de reden is. Voorts zal hij graag vernemen of de gemeente er bij haar betalingen rekening mee houdt, dat het bureau de werkzaamheden niet verricht. Onderaan brieven van het bureau staat: Wij zullen u er nader over infor meren. Men zegt er niet eens bij, dat men dit jaar nog zal controleren. Spreker neemt aan dat de gemeente zelfs niet de typekosten van dergelijke brieven ver schuldigd is. De VOORZITTER zegt dat het college hierop zal let ten. Wethouder EBBERS merkt op dat de heer Olden- boom ergens wel gelijk heeft en dat hij wel met hem meevoelt. De rapporten zijn alle op dezelfde datum gemaakt, misschien in een hurry. De procedure is nu, dat men eens in de drie maanden ofte wel vier keer per jaar komt. Men neemt dan, omdat men het erg druk heeft, bijv. alleen de kas op en gaat dan met de administratie en de rest van de controles in een vol gend stadium verder. De VOORZITTER zegt dat er met de heer Olden- boom wordt meegevoeld en dat er op de financiën wordt gelet. Met betrekking tot de stukken wordt besloten over eenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. e. Brief d.d. 16 januari 1973 van gedeputeerde staten naar aanleiding van het verzoek om vernietiging van een verleende bouwvergunning voor de bouw van een dakkapel, met voorstel deze brief voor kennisge ving aan te nemen. De VOORZITTER deelt mede dat dit punt behoort te luiden als volgt: Mededeling van de burgemeester naar aanleiding van de brief d.d. 16 januari 1973 van gedeputeerde staten naar aanleiding van het verzoek om vernietiging van een verleende bouwvergunning voor de bouw van een dakkapel, met voorstel deze mededeling voor kennisgeving aan te nemen. De brief van gedeputeerde staten is niet aan de raad, maar aan de burgemeester gericht. Spreekster stelde er evenwel prijs op de raad van de afloop van de zaak op de hoogte te stellen door de brief van gedeputeer de staten ter inzage te leggen. De heer PIEREN feliciteert de voorzitter met het win- 22

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 23