242
c. een agrarisch bedrijf met varkensmesterij aan de
Lange Brinkweg 99.
De heer DETMAR zegt dat er op 6 juli jl. van werd
uitgegaan dat het bedrijf niet grondgebonden is. Thans
wordt gesteld dat het bedrijf wel grondgebonden is,
omdat er ook koeien en kalveren zijn. Om hoeveel
koeien en kalveren gaat het?
In voorstel 4a van de raadsagenda stelt het college
dat een varkensmesterij zeker niet grondgebonden is.
De indruk bestaat dat het ook in het onderhavige ge
val allereerst gaat om de varkensmesterij. Het college
schrijft in de voordracht dat deze varkensmesterij in
een toch nog vrij intensieve bebouwing ligt. Het is dan
ook voorstelbaar dat de aanwezigheid van deze var
kensmesterij voor de omwonenden niet altijd een
even groot genoegen is. Waren er op 6 juli jl. geen
koeien en kalveren?
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
merkt op dat de varkensmesterij een onderdeel is van
een compleet agrarisch bedrijf, waarin ook grondge
bonden elementen aanwezig zijn. In die zin is in het
betrokken gebied de vestiging van een varkensmesterij
als aanvulling op het totale agrarische bedrijf geoor
loofd. Dat is in het onderhavige geval de bedoeling.
Door het stellen van speciale voorwaarden kan hinder
voor de in de onmiddellijke nabijheid gelegen bebou
wing worden voorkomen.
De heer DETMAR zegt dat blijkbaar niemand weet
hoeveel koeien en kalveren er zijn. Hij blijft van me
ning dat de varkensmesterij hoofdzaak is. Een varkens
mesterij is echter niet grondgebonden. Dat was ook op
6 juli jl. de mening van het college met betrekking tot
het onderhavige bedrijf. Het is dan ook vreemd dat
het college plotseling van mening is veranderd.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT wijst
erop dat er sprake is van een nieuw bedrijf. Een nieuw
bedrijf kan alleen worden gesticht, wanneer er wordt
beschikt over een bepaald areaal grond, samenhangend
met de totale agrarische bedrijfsvoering. Anders had
de woning ook niet kunnen worden gesticht. In dat
kader is het ook geoorloofd een varkensmesterij erbij
te hebben.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De heren Jonker en Joosten krijgen op hun verzoek aan
tekening in de notulen, dat zij zich met de genomen
beslissing niet hebben verenigd.
d. een loodgietersbedrijf aan de Laanstraat 23.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
e. een agrarisch bedrijf, bestaande uit een veehouderij
en een varkensmesterij aan de Lange Brinkweg 56.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De heren Jonker en Joosten krijgen op hun verzoek
aantekening in de notulen, dat zij zich met de geno
men beslissing niet hebben verenigd.
Voorstel tot het weigeren van ontheffing als bedoeld
in artikel 1 van de „Zoneverordening Hinderwet" in
zake het oprichten, in werking brengen en in werking
houden van:
a. een varkensmesterij op/in het perceel Veenzoom 9
te Soest.
Dit voorstel is van de agenda afgevoerd.
De heer DE GROOT zegt dat het van de agenda af-
243
voeren van het voorstel het resultaat is van het advies
dat is uitgebracht door de commissie ruimtelijke or
dening en de agrarische commissie. Hij was het hart
grondig eens met dat advies. Wanneer aan deze com
missies in een eerder stadium advies was gevraagd, zou
het voorstel nooit in de openbaarheid zijn gekomen.
Hij heeft enorm veel bezwaren tegen de gevolgde
werkwijze. Deze werkwijze komt de doorzichtigheid
van het beleid beslist niet ten goede, Bovendien is de
ze werkwijze in strijd met het beginsel van de open
baarheid.
Het lijkt spreker een bijzonder goede zaak om met
ingang van 1 januari 1974 met de tot nu toe gevolgde
werkwijze af te rekenen. Het verdient aanbeveling dat
met ingang van die datum een andere werkwijze wordt
gevolgd, waarbij het niet meer zal voorkomen dat er
pas advies wordt gevraagd aan de commissies op een
moment dat het voorstel reeds in de openbaarheid is
gebracht. Te hopen zij dat het college ter zake positief
zal reageren.
De heer VAN POPPELEN meent dat de heer De Groot
volkomen gelijk heeft.
De VOORZITTER acht.de gemaakte opmerkingen
volkomen juist. De kwestie is reeds aangeroerd in het
seniorenconvent. Geprobeerd moet worden te komen
tot een werkmethode waarbij de commissies in een
eerder stadium om advies en bijstand wordt gevraagd,
Er zal geleidelijk moeten worden overgeschakeld op
deze nieuwe werkwijze. Het is niet mogelijk om de
datum van 1 januari 1974 als deadline te beschouwen,
want zo'n beslissing beïnvloedt natuurlijk ook de werk
wijze op het gemeentehuis. Er moet echter wel naar
een totale omschakeling worden gestreefd,
b. een constructiewerkplaats voor licht constructie
werk annex stalling voor paardetrailers op/in het per
ceel De Beaufortlaan 22a te Soest.
De VOORZITTER deelt mede dat de commissie
ruimtelijke ordening zich met het voorstel verenigt.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
Voorstel tot het aangaan van een rechtsgeding waarbij
de gemeente schadevergoeding wegens onrechtmatige
daad vordert.
De VOORZITTER deelt mede dat de financiële com
missie zich met het voorstel verenigt.
De heer VERHEUS meent uit de stukken te hebben
begrepen dat de beide ouderparen niet voor de helft,
maar voor het totale bedrag van de schade (f. 2.500,-)
zullen worden aangesproken, omdat het juridisch
niet mogelijk zou zijn ieder ouderpaar voor de helft
van de aangerichte schade aansprakelijk te stellen.
In een rapport van gemeentewerken wordt gesugge
reerd dat het muurtje niet erg stevig was als gevolg
van verkeerstrillingen e.d. Te betwijfelen valt of het
gestelde in dit rapport juist is. Het stuk muur dat er
nog staat is nl, op drie of vier plaatsen van boven naar
beneden gescheurd. De muur verkeert beslist in een
bouwvallige toestand. De toestand van de muur is nog
verergerd, omdat er op de muur een schuur is ge
bouwd. De bovenkant van de muur dient als vervolg
voor de muur die de schuur moet dragen. Het gaat
om een halfsteensmuurtje. Naast die schuur is over
een lengte van naar schatting 20 m een soort van loods
gebouwd die ook tegen de betrokken muur aandrukt.
Spreker neemt aan dat het ingestorte stuk muur mede
239