eze beeld-
:r, dat
n is.
oelaatba-
igebruik-
ilijk vast-
dat, ju-
1 gebruik
t.
es, ook
n onder
van de
ien maar
in de
staat:
k werd
;n cultu-
ipen.
voor een
iit gaan
iet een
s meest
en com-
entewet.
havige
ter inza-
ardiger-
stem-
dat was
ente gaat
ïgeno-
imen, dat
lee eens
worden.
de cursussubsidies en de honoraria voor een manager
en een portier waarvoor de gemeente subsidieert.
De oorspronkelijke nota van mei 1970 is uitgemond
in een beheerscommissie. Daarmede heeft de hele
raad zich indertijd akkoord verklaard. Er is door de
raad en door Artishock bij herhaling gevraagd om een
beheerscommissie. Thans ligt er een desbetreffend
voorstel van burgemeester en wethouders voor en
kan de raad tot het instellen van zo'n commissie be
sluiten.
Zwaar is de voorgestelde commissie bepaald niet.
Aangezien het een beheerscommissie moet zijn, kan
men niet uit onder de stringente bepalingen van de
Gemeentewet, die een vertegenwoordiging van ten
minste twee raadsleden eist. De belangen van de
hoofdgebruikster zijn in de commissie op royale wij
ze vertegenwoordigd.
De VOORZITTER deelt mede dat lid 5 van artikel 5
van de ontwerp-verordening door het college overeen
komstig de suggestie van de heer Hoekstra is gewij
zigd.
Het gewijzigde voorstel wordt hierna in stemming ge
bracht en aangenomen met 18 tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de leden: Levinga, Korte, Verheus,
Smit, Smits, mevrouw Alting-Ambrosius, Blaauw, Ol-
denboom, De Haan, mevrouw Walter-van der Togt,
Dijkstra, Hoekstra, Van Poppelen, Grift, Ebbers, Det-
mar, Van Logtenstein en Pieren.
Tegen stemmen de leden: Van Ee, mevrouw Korthuis-
Elion, mevrouw Oranje-Entink, Jonker en Joosten.
28. Voorstel tot het verpachten van een perceel grond in
1973, gelegen nabij de Koningsweg aan de heer
W.M. Berkhof.
De VOORZITTER deelt mede dat in het concept-be
sluit „5500 m2" is veranderd in: „55.000 m2".
Het gewijzigde voorstel wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
29. Voorstel tot ruiling van gronden, gelegen aan de Oude
Utrechtseweg met de heer J.H. Braber.
De heer HOEKSTRA vraagt of dit voorstel inhoudt,
dat na het tot stand komen van de ruiling ogenblikke
lijk wordt begonnen met de bouw van de in het ont-
werp-besluit bedoelde sportzaal.
Wethouder DE HAAN antwoordt dat de beletselen niet
alleen in de onderhavige grondruil, maar ook nog in
het bewoond zijn van een oud pand ter plaatse lagen,
doch dat dat pand aan het einde van deze maand ont
ruimd zal zijn en dat medio februari a.s. de eerste
schop in de grond wordt gestoken.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Voorstel tot het wijzigen van het raadsbesluit inzake
verkoop van grond aan de Nijverheidsweg aan de Ge
broeders Roest N.V.
De VOORZITTER deelt mede, dat in het ontwerp-be-
sluit „bepaling 4" is veranderd in: „bepaling 6".
Het gewijzigde voorstel wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Voorstel tot het garanderen van rente en aflossing
van een door de Sportvereniging „Hees" aan te gane
geldlening voor het plaatsen van een terreinafschei
ding en het subsidiëren van de rentelasten.
De heer LEVINGA merkt op dat het hier een ver
zoek van de sportvereniging „Hees" betreft, doch
dat in de kop van het voorstel staat: de voetbalvereni
ging „Hees".
De VOORZITTER zegt dat de heer Levinga gelijk
heeft. Het college heeft in de kop van het voorstel het
woord „voetbalvereniging" inmiddels veranderd in:
„sportvereniging".
Het gewijzigde voorstel wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
32. Voorstel tot verhoging van de krotopruimingsbijdra-
ge aan o.a. de bewoners van de oude woningen te
Soesterberg van de Woningbouwvereniging St. Jo-
seph.
De VOORZITTER verleent het woord aan wethou
der De Haan.
Wethouder DE HAAN merkt op dat er aan de raads
leden nog een brief is geschreven door de bewoners
commissie van St. Josephwoningen in Soesterberg en
dat het hem goed en voor de duidelijkheid gewenst
lijkt, dat hieraan op dit moment van zijn kant even
aandacht wordt geschonken alvorens met de mogelij
ke verdere ge dachten wisseling over het voorstel van
het college wordt begonnen,
In de bedoelde brief heeft men kunnen lezen een
pleidooi voor nog iets meer dan in het voorstel van
het college is voorzien. Het college heeft begrip voor
dit pleidooi. De centrale overheid maakt evenwel on
derscheid tussen de grote steden en de overige ge
meenten. Dat is te betreuren, maar daaraan heeft
men als gemeentebestuur van Soest weinig te veran
deren. Betreuren is het enige dat dit gemeentebestuur
in dezen kan doen.
De gemeente heeft toevallig ten aanzien van vroeger
beleid met betrekking tot tekorten van woningbouw
verenigingen een potje kunnen overhouden waaruit
wat extra's zou kunnen worden geput. De inhoud
van dit potje is echter van dien aard, dat op grond
van de te verwachten uitspraken het maximum zoals
het nu voorgesteld wordt, wel bereikt wordt. Bij
eventuele gedachten in de richting van meer dient
men te bedenken, dat ten aanzien van het bedrag
meer de vermenigvuldigingsfactor 260 zal gelden,
omdat het potje voor alle oude woningbouwvereni
gingen geldt en het niet zou aangaan om voor slechts
één categorie mogelijk rechthebbenden veel meer uit
te geven en straks nee te verkopen aan degenen die
aan de achterste bak zitten. Het is betreurenswaardig
dat deze vrij grote vermenigvuldigingsfactor zal moe
ten worden gehanteerd, maar dat is een keihard ge
geven. Naar de zienswijze van het college kan er uit
het potje niet meer worden gedaan dan het college
thans voorstelt Mocht eraan gedacht worden om op
een andere wijze meer te doen dan het college nu
voorstelt, dan zal men terechtkomen bij de gewone
dienst van de gemeentebegroting; te bedenken zij dan
dat uit de onder nr. 24 op de agenda vermelde begro
tingswijzigingen blijkt, dat daar bepaald niet zo heel
veel ruimte meer overblijft.
De heer PIEREN kan begrip hebben voor hetgeen
wethouder De Haan heeft gezegd. De door de wethou
der bedoelde, door het rijk gehanteerde verhouding
tussen de grote steden en de kleine gemeenten, waar
door het rijk de grote steden bevoorrecht boven de
kleine gemeenten, is natuurlijk een zeer vervelende
zaak. Voor goederen die men in het kader van wo
ninginrichting aanschaft, kan men in de grote steden,
doordat daar de concurrentie groter is, dikwijls veel
goedkoper terecht dan in kleinere gemeenten. Spre
ker betreurt het dat het rijk de vorenbedoelde verhou
ding hanteert, maar hij beseft dat men daaraan als
gemeentebestuur van Soest niets kan doen en dat dit
gemeentebestuur zich hierbij moet neerleggen.
29