lenkt
ng op
:n zonwe-
t hij in
noe-
g van
voor
ie een
ïen,
en ma-
be-
met
:erin-
■iij ver-
ra toe
van de
ekking
van 14
en af-
r en
igerd
aanvul-
250.000,-
eker is
totdat
eek nl.
Wat de meergenoemde 64.000,- betreft is er spra
ke van een rekenslordigheid die het college bij het af
ronden heeft overgenomen. Dit betekent dat de even
tuele reservering niet f. 250.000,—, maar
f. 314.000,- bedraagt.
Spreker is blij met de door de heer Joosten uitgespro
ken waardering voor de all-round afwerking van het
geheel. Het college heeft zich inderdaad veel moeite
gegeven om het een en ander zo volledig mogelijk te
doen zijn.
Spreker vreest dat het oude gebouw van de openbare
m.a.v.o. zal moeten wijken voor de centrumweg. Dat
zou natuurlijk ook enige problemen voor de muziek
school opleveren. Het college is echter al doende met
oplossingen. Spreker zal hierover te zijner tijd inlich
tingen verstrekken. Hij laat het graag aan mevrouw
Walter over om te vertellen wat er met de rest van de
oude gebouwen gebeurt, aangezien dit meer op haar
terrein dan op het zijne ligt.
Het is spreker op dit moment niet mogelijk een ant
woord te geven betreffende door de heer Levinga be
doelde verduisteringsgordijnen. Als de heer Levinga
het graag wil, zal spreker zich hierin grondig verdie
pen.
De 1%-regeling is tot dusverre toegepast ten aanzien
van de uiteindelijke aanneemsom.
De heer JOOSTEN: Waarom rondt u nu dan
f. 970,- naar beneden af?
De heer HOEKSTRA: Ik ben het wat dit betreft met
de heer Joosten eens, mevrouw de voorzitter. Het col
lege rondt steeds naar boven af. Laat het dan met be
trekking tot de 1%-regeling ook naar boven, in dit ge
val op f. 14.000,- afronden.
De VOORZITTER: We kunnen natuurlijk altijd naar
beneden of naar boven afronden. Maar het zegt niets.
Want we praten steeds maar over begrotingen. Wan
neer de definitieve aanneemsom bekend is, is ook
wat de 1%-regeling betreft het definitieve bedrag be
kend. Ik heb hier niet zo'n moeite mee.
De heer JONKER: Maar de intentie tot het afronden
naar boven kunt u nu toch wel kenbaar maken, dacht
ik.
De VOORZITTER: Goed, dan doen we het gewoon
naar boven. Dan heeft u de intentie,
De heer JOOSTEN: Ik dank u wel.
De VOORZITTER: maar we wachten wel op de
uiteindelijke uitkomst.
De heer GRIFT: Ik zou nu nog wel even willen weten
welke wethouder gelijk heeft.
De VOORZITTER: Alle wethouders.
De heer GRIFT: Nee, dat is niet waar. Een heeft er
ongelijk. Wethouder Ebbers heeft de f. 64.000,- ver
antwoord. Vervolgens heeft wethouder Dijkstra ge
zegd, dat de afronding naar boven niet f. 250.000,-,
maar f. 314.000,- bedraagt. Wie van de twee heeft ge
lijk?
Wethouder DIJKSTRA: Wethouder Ebbers heeft ge
lijk als het over de financiën gaat.
De VOORZITTER: Mag ik nu aannemen dat de raad
het voorstel aanneemt?
De heer SMITS: Accepteert het college de aantekenin
gen die door de financiële commissie zijn gemaakt?
Dat hebben we nog niet gehoord.
De VOORZITTER: De meerderheid van de financiële
commissie heeft gezegd, dat ze de f. 250.000,- die be-
38.
39.
40.
41.
stemd is voor toekomstige prijsstijgingen beschikbaar
wil stellen als een vorm van reservering. Daar kunnen
wij natuurlijk mee akkoord gaan. Want nogmaals: het
is maar een begroting. Wij vinden het ook heel nor
maal dat men er, hetzij in de commissie, hetzij hier,
over wil worden ingelicht wanneer het zo ver komt.
De restrictie accepteren wij gaarne.
Wethouder DIJKSTRA: En we hopen dat we het nooit
nodig hebben.
De heer SMITS: De tegenzin van de financiële com
missie vloeide vooral voort uit het feit dat er twee
niet-vergelijkbare begrotingen waren en de directeur
van gemeentewerken zei: Ik kan het gewoon niet be
oordelen. Dan krijg je als leek, die afgaat op het advies
van de directeur van gemeentewerken, een onaange
naam gevoel. Zelfs de architect schreef een brief terug
waarin staat: Het is niet te bekijken,want het is niet
te vergelijken; er zijn werken eerst buiten het bestek
gelaten en er naderhand in opgenomen en er zijn pos
ten onder een ander hoofd opgenomen.
Dit alles maakt zo'n belabberde indruk, datje zegt:
Laat ons nu toch goed de vinger aan de pols houden.
De VOORZITTER: Laat ons dan allemaal afspreken,
dat we de vinger aan de pols houden, dat degenen die
er verstand van hebben en ook degenen die er geen
verstand van hebben toch wel goed en duidelijk bekij
ken hoe zo goedkoop en zo goed mogelijk deze scho
len van de grond komen,
De heer HOEKSTRA: Ik beluister hier bij een aantal
leden een opgewekte tegenzin, maar ik wil toch wel
een zeer opgewekt geluid laten horen. Wij zijn er nl.
verschrikkelijk blij mee, dat deze twee scholen, die in
zeer oude behuizingen zitten - de een in een noodbe
huizing, de ander in een zeer oud gebouw - een prach
tig terrein met goede voorzieningen krijgen. Ik hoop
dat dit alles prettig en keurig tot stand komt, dat ve
ler Soester jongelui er gebruik van zullen mogen ma
ken en dat wij aan het einde van het financiële debacle
mogen vaststellen dat wij met veel plezier dit besluit
nemen.
Het voorstel wordt, met inachtneming van de door
de meerderheid van de financiële commissie gemaakte
restrictie, zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De heer Levinga verkrijgt op zijn verzoek aantekening
in de notulen, dat hij zich met de genomen beslissing
niet heeft verenigd.
Voorstel tot verkoop van een strookje grond, gelegen
nabij de Foekenlaan aan de heer R. Starkenburg.
De VOORZITTER deelt mede dat het op dit voorstel
betrekking hebbende besluit in dier voege zal worden
herzien, dat er duidelijk uit blijkt, dat niet door de
koop van één vierkante meter grond door de heer Star
kenburg hij eventueel te eeuwigen dage het recht zou
hebben om de achteruitgang naar de gemeentebossen
te hebben.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Voorstel tot het vaststellen van een besluit als bedoeld
in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
(voorbereidingsbesluit).
Voorstel tot het garanderen van rente en aflossing
van een door de Stichting Jongerencentrum Soest te
sluiten geldlening en tot het verlenen van een subsi
die in de rente en aflossing.
Voorstel tot het aangaan van grondtransacties met de
Stichting Jeugdzorg en de Hervormd-Gereformeerde
Evangelisatievereniging.
33