gestie zal aan de orde komen in het college, wanneer de begroting 1974 wordt opgesteld. Het is zeker niet uitgesloten dat de gemeente hier en daar wat zal aankopen voor plaatsing in Klaarwater. Daarover kan op dit moment echter bepaald geen uit spraak worden gedaan. De suggestie van de heer Hoekstra ter zake is het overwegen zeker waard. Zij is in andere vorm reeds gedaan door de commissie culturele zaken. De heer JOOSTEN merkt op dat de gemeente de ko mende jaren wel zal blijven kampen met een moeilij ke financiële situatie. Daardoor ontstaat de vervelen de situatie dat regelingen als de 1%-regeling gewoon niet aan bod kunnen komen. Hij begrijpt dat een bedrag van f. 380.000,- niet haal baar is. Hij wil echter een zekere garantie verkrijgen d dat er geld wordt vrijgemaakt voor wijkverfraaiing. ,g Daarom zal hij in de commissie culturele zaken een regeling van wat bescheidener vorm aan de orde stel len. I De heer HOEKSTRA zegt dat wethouder Dijkstra zeer summier en heel erg voorzichtig toch wel iets heeft toegezegd. Spreker dringt erop aan dat serieus wordt bekeken of dat vaste bedrag van f. 15.000,-- kan worden verhoogd. Ook de kunstwerken worden jaarlijks duurder. Daarom moet dat bedrag, wanneer het even kan, meestijgen in de begroting. De VOORZITTER: De heer Hoekstra mag natuurlijk zonder meer verwachten dat het college zijn sugges ties serieus overweegt. Daaraan mag hij niet twijfelen. Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees ter en wethouders is voorgesteld, c. Brief d.d. 27 februari 1973 van de staatssecretaris van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk met toelichtend schrijven van burgemeester en wethou ders, inzake het ontwerp van een aanvullende monu mentenlijst, met voorstel te antwoorden overeen komstig de bij de stukken ter inzage liggende concept brief. De VOORZITTER deelt mede dat de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan zich kan verenigen met de concept-brief; één lid behoudt zich zijn stem voor. De heer JONKER zegt dat hij het lid was dat in de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan zijn stem heeft voorbehouden. In de tweede alinea van de toelichting schrijft het college: „Ingevolge artikel 9 van de Monumentenwet ont werpt de Monumentenraad voor elke gemeente een lijst van beschermde monumenten. Hiervan wordt ken nis gegeven aan de gemeenteraad, die de gelegenheid heeft de staatssecretaris van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk te verzoeken beschermde objec ten toe te voegen of te schrappen. Dat is hetgeen thans aan de orde is; de raad krijgt ge legenheid om toe te voegen of te schrappen. Er is geen aanleiding om de zaak overhaast af te doen. Spreker zou willen voorstellen de commissie culture le zaken om advies te vragen over eventueel toevoegen aan de monumentenlijst. Dat zou betekenen dat er niet reeds vanavond moet worden beslist. Van de boerderij Klein Middelwijk wordt gesteld: „De ligging van de boerderij in het niet-agrarische deel van de gemeente is niet fraai. Het gebouw wordt nl. grotendeels omsloten door bestaande woonbebouwing". Over de bestemming van percelen aan het Kerkpad wordt verschillend gedacht. Onder punt 4 (a en b) van de agenda wordt de raad bijv, weer voorgesteld een aantal varkensmesterijen aan dat Kerkpad te legaliseren. An derzijds wordt er ook aan woonbestemming aan het Kerkpad gedacht. In het geding is thans een boerderij met een woonbestemming. Over het omsloten liggen van de boerderij door woon bebouwing is in de raad reeds diverse malen gediscussi eerd. Er zijn mensen die meenden dat het zicht op de boerderij zelfs moest worden vergroot door er niet voor te gaan bouwen. Er is daarover nog steeds geen beslissing gevallen. Plaatsing op de monumentenlijst geeft een bescher ming tegen verbouwingen. Het lijkt de fractie van D'66 een zinnige zaak om te laten bekijken of de boerderij Klein Middelwijk op de monumentenlijst thuishoort. De heer VAN POPPELEN verenigt zich met het voorstel van burgemeester en wethouders. Enige jaren geleden heeft de raad een lijst aangebo den gekregen waarop een aantal bouwwerken staat vermeld die zouden moeten worden geplaatst op de monumentenlijst. Achteraf betreurt spreker het, ak koord te zijn gegaan met hetgeen werd voorgesteld. Hij heeft indertijd wel opgemerkt, dat er zeer omzich tig te werk moest worden gegaan bij het plaatsen van gebouwen op de monumentenlijst. De boerderij Klein Middelwijk is een opgeknapte oude boerderij. De vraag rijst echter of er moet worden ge sproken van een monument. Men dient de consequen ties van plaatsing op de monumentenlijst onder ogen te zien. De gemeente dient zeer voorzichtig te zijn met het plaatsen van gewone gebouwen of opgeknapte boerderijen op de monumentenlijst. De betrokken eigenaars zouden daarvan wel eens zeer veel last kun nen ondervinden. De VOORZITTER meent dat de heer Van Poppelen reeds het antwoord heeft gegeven op de opmerkin gen van de heer Jonker. Wanneer er sprake is van een mooi object, kan het voor een gemeente prettig zijn, wanneer dat object op de monumentenlijst staat. Men dient echter te bedenken wat er allemaal niet mag met een monument. Artikel 14 van de Monumenten wet luidt nl. „1. Het is verboden een beschermd monument te be schadigen of te vernielen. 2. Het is verboden zonder vergunning van onze mi nister of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorwaarden: a. een beschermd monument af te breken, te ver plaatsen of in enig opzicht te wijzigen; b. een beschermd monument te herstellen, te gebrui ken of te laten gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht." Wanneer het om duidelijk mooie dingen gaat die moe ten worden bewaard in hun huidige staat, is het waard die dingen op de monumentenlijst te plaatsen. De boerderij Klein Middelwijk zal vroeger een heel mooie boerderij zijn geweest, maar er zijn veranderingen aan gebracht. Alle raampartijen zijn bepaald niet meer zo als zij vroeger zijn geweest. Voor de eigenaar zal het op een goed moment niet zo prettig kunnen zijn, wan- 44

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 45