komst. Deze Algemene Maatregel van Bestuur, be trekking hebbende op de verfijningsregeling voor his torische stadskernen, zal de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten regelen. In deze Algemene Maatregel van Bestuur worden de dorpskernen niet genoemd. Enige Kamerleden, mevrouw Groensmit- Van der Kallen en de heer Fiévez, hebben de minister de vraag gesteld of de dorpskernen ook zullen worden aangewezen. Minister Geertsema heeft gezegd dat het met betrek king tot de beantwoording van die vraag op gang ge brachte interdepartementale overleg nog niet is be ëindigd en dat die vraag derhalve nog niet kan worden beantwoord. Dat betekent tevens dat het college op dit moment ook nog geen antwoord kan geven op de in de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan ge stelde vraag. Het gevoel bestaat dat die dorpskernen met een beetje drammen wel onder de Algemene Maatregel van Bestuur zullen worden gebracht, maar dat kan het college vanavond niet zwart op wit geven. Het college weet derhalve ook niet of het rijk een bij drage zal verlenen en hoe groot die bijdrage eventueel zal zijn. Er zal echter, wanneer het onderhavige voor stel wordt aangenomen, wel meteen een brief worden geschreven. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De heer LEVINGA krijgt op zijn verzoek aanteke ning in de notulen, dat hij zich met de genomen be slissing niet heeft verenigd. c. Voorstel tot aankoop van grond met opstallen, ge legen nabij de Ncorderweg van de heer W.B. Majoor. De VOORZITTER deelt mede dat de financiële commissie en de commissie grondbedrijf en uitbrei dingsplan zich kunnen verenigen met het voorstel. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof delijke stemming aangenomen. 73 Voorstel tot het weigeren van een ontheffing als be doeld in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet ten behoeve van: a. een varkensmesterij op/in het perceel Biltseweg 29 te Soest. De heer VAN POPPELEN zegt het bijzonder moeilijk te hebben met het voorstel. Een jaar of drie a vier geleden heeft hij in verband met een ander voorstel aan de raad een brief geschreven, waarin spreker zijn bezwaren heeft uiteengezet tegen het geldende be stemmingsplan landelijk gebied. Krachtens dat be stemmingsplan zijn alleen grondgebonden bedrijven toegestaan, hetgeen betekent dat veredelingsproduc- tie niet is toegestaan. Het bestemmingsplan landelijk gebied heeft onder meer betrekking op de gronden langs de Wieksloter- weg en de Biltseweg. De beperkingen komen in de huidige vorm praktisch niet voor in de gehele provin cie. Het verdient dan ook aanbeveling om het plange bied langs Wieksloterweg en Biltseweg opnieuw te bekijken. Bekeken zal moeten worden of het moge lijk is de bepaling van het niet toelaten van niet grond gebonden bedrijven te schrappen. Bovendien verdient het overweging om na te gaan of alsnog kan worden bepaald, dat er sprake is van agrarisch gebied zonder beperkingen. Het gaat om een beperkt aantal boerde rijen. Er zijn boerderijen die dicht bij een woongebied lig gen. Voor die boerderijen ligt de zaak heel anders. Maar in het onderhavige geval gaat het om het perceel Biltseweg 29. Bezien zal moeten worden of deze men sen alsnog een bouwvergunning kan worden verleend. Wanneer dat niet kan, verdient het aanbeveling om te bezien welke mogelijkheden er zijn om de mensen een tijdelijke bouwvergunning te verlenen. De remmingen komen voort uit het plan Wieksloterweg. Stel dat het nog tien tot vijftien jaar duurt voordat uitvoering kan worden gegeven aan dat plan. Dan wordt de jonge aanvrager gedurende al die tijd geremd in de ontwik keling van diens bedrijf. Wanneer er ook geen tijdelijke bouwvergunning kan worden verleend, verdient het aanbeveling de boer uit te kopen. Dan weet de jonge boer waaraan hij toe is. Welke perspectieven biedt de planschaderegeling eventueel? Formeel is er sprake van een agrarische bestemming. Als zodanig heeft het bedrijf geen recht op de bouw van een gebouw ten behoeve van de veredelingspro- ductie. Waar ligt nu eigenlijk de grens tussen al dan niet veredelingsproductie? Aan welke aantallen denkt het college? De heer DE GROOT zegt dat hetgeen hij naar voren wil brengen voor een groot gedeelte overeenkomt met hetgeen reeds is opgemerkt door de heer Van Poppe- len. Spreker heeft niet zoveel moeite met het weigeren van de aangevraagde ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet ten behoeve van een varkensmesterij in het perceel Biltseweg 29. Om een varkensmesterij in werking te brengen en te houden is nodig een veestalling, geschikt voor het huisvesten van varkens. Die stalling is op het bedrijf niet aanwezig. Er is een bouwaanvraag voor het plaatsen van een dergelijke veestal bij het college in gekomen. Het vigerende bestemmingsplan betekent echter een struikelblok voor het voldoen aan deze bouwaanvraag. Het is namelijk niet toegestaan om een veestal te bouwen voor een niet direct grondge bonden veehouderij. Spreker kan instemmen met het voorstel, wanneer burgemeester en wethouders willen toezeggen dat er zal worden gepoogd verandering te brengen in de be palingen die op het ogenblik een struikelblok vor men. Wanneer dat niet mogelijk is, zal er sprake zijn van planschade, die door de gemeenschap moet wor den gedragen. Het verdient aanbeveling dat het colle ge toezegt dat al het mogelijke zal worden gedaan om in de naaste toekomst de gevraagde bedrijfsuit- breiding mogelijk te maken. De heer OLDENBOOM merkt op dat er in de Neder landse samenleving door historische oorzaken nogal veel aandacht wordt besteed aan de problematiek van het inkomen van de boer. Men dient echter te bedenken dat Nederland bijzonder beperkt is in zijn uitbreidingsmogelijkheden. Er kan slechts wat land worden gewonnen op de zee. Het aantal Nederland- ders neemt nog steeds toe. Het gevolg is dat grond een bijzonder schaars artikel is, niet alleen voor dege nen die rechtstreeks hun inkomen van die grond ge nieten, maar ook voor degenen die op indirecte wij ze hun inkomen van die grond genieten. Er is geen enkele aanleiding om iemand die in de industrie werkzaam is of die een bedrijfje heeft in een ander perspectief te zien dan degene die zijn inkomen betrekt direct van de grond. Door de schaarste van de grond en door de grote woningconglomeraties zijn velen beperkt in de uit- 49

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 50