De heer JOOSTEN: De inrichting en alles wat daar verder bijhoort is gebeurd in overleg met bouw- en woningtoezicht, De VOORZITTER: Er is een bouwvergunning afge geven voor een veestal en die veestal is ingericht E>e heer JOOSTEN: Dat begrijp ik. Een veestal ziet er anders uit dan een varkensmesterij. De tekening waarop de bouwvergunning is verleend verschilt van hetgeen is uitgevoerd. Dat is zeker. De VOORZITTER: Dat is dan niet zo mooi. De heer JOOSTEN zegt geen ambtenaren aansprake lijk te willen stellen De betrokkene moest in 1969 het Soesterveen verlaten. Omdat er nogal haast was bij de verplaatsing is het mogelijk dat men de bouw op het nieuwe terrein niet al te nauw heeft genomen. Dat is voorstelbaar, want iedereen maakt wel eens fouten. De vraag is echter wel of de betrokkene daarvan de dupe moet worden. De heer DE GROOT zegt dat het beter is te voorko men dan te genezen. Door het opnemen van bepalin gen in de hinderwetvergunning kan narigheid voor de omgeving worden voorkomen. Wanneer de situatie bij een rundveehouderij de spuigaten uitloopt, kan erger lijke hinder worden genezen, maar het lijkt hem be ter, nuttiger, veiliger en zinvoller om eventuele hinder te voorkomen door de Hinderwet. Nog steeds meent spreker dat burgemeester en wet houders er niet goed aan doen de raad voor te stellen de gevraagde ontheffing te weigeren. De heer VAN POPPELEN merkt op het met het on derhavige voorstel nog moeilijker te hebben dan met het vorige voorstel. Het gaat om hetzelfde gebied. Terecht heeft de heer Joosten gesteld, dat er een fout is gemaakt. Het verdient aanbeveling om in de toekomst bouwvergunning en hinderwetvergunning tegelijk te verlenen. Dan wordt de narigheid waarme de de raad thans wordt geconfronteerd, voorkomen. Wanneer dat werkelijk niet mogelijk is is het van be lang dat daarop wordt gewezen Het is spreker be kend dat er momenteel vrij veel instanties zijn die de gemeentebesturen adviseren bouwvergunning en hin derwetvergunning tegelijk af te geven, De VOORZITTER zegt dat er sprake is van twee pro cedures, waardoor het er in de praktijk dikwijls op neerkomt dat de bouwvergunning reeds wordt ver leend, terwijl de hinderwetvergunning nog moet ko men. Bij het verlenen van een bouwvergunning wordt de aanvrager er wel steeds op gewezen, dat een hin derwetvergunning vereist is De hinderwetproceduie duurt meestal nogal lang. Iemand die wil bouwen, hangt vaak iedere dag aan de telefoon. In die geval len is het gemeentebestuur geneigd de bouwvergun ning vast af te geven, opdat er kan worden gebouwd. Bovendien moet een bouwvergunning binnen drie maanden worden afgegeven, wanneer alles rond is De heer De Groot zij erop gewezen dat er ook in het geval dat een hinderwetvergunning is verleend eerst moet worden gecontroleerd of de bepalingen wor den overtreden. In de praktijk is er derhalve niet zo verschrikkelijk veel verschil tussen het hanteren van de ene en de andere bepaling, Burgemeester en wethouders menen dat zij het enig mogelijke voorstel hebben gedaan in het onderhavige geval. De VOORZITTER geeft gelegenheid tot stemmoti- vering, De heer JONKER zegt het voorstel van het college te zullen steunen. Niettemin meent hij dat er de nodige consideratie moet worden betracht ten opzichte van de aanvrager, te meer daar duidelijk is, dat de zaak van de gemeentelij ke kant niet vlekkeloos is verlopen De betrokkene heeft de indruk kunnen krijgen dat de zaak wel goed zat. Het zou bijzonder naar zijn, wanneer de betrokkene in fi nanciële zin wordt gedupeerd. Het verdient dan ook aanbeveling om de uitvoering van het door het colle ge voorgestelde op een wat soepele wijze te regelen, De VOORZITTER begrijpt dat de heer Jonker ervan uitgaat dat er op het ogenblik reeds var kens in de vee stal zitten. Er wordt echter een vergunning aange vraagd voor het houden van een varkensmesterij. In dat geval wordt verondersteld dat er op het ogenblik nog geen varkensmesterij aanwezig is. De heer JONKER zegt dat dat een zeer formele be nadering van de zaak is. In feite is er sprake van een aanvraag voor legalisering van een varkensmesterij die er reeds jaren is. Soortgelijke zaken komen voor on der de agendapunten 4a en 4b, Het is vervelend dat de raad steeds van die afzonderlijke voordrachten te behandelen krijgt. Spreker zou graag door middel van een totaaloverzicht willen vernemen wat er op dit gebied allemaal nog aan de hand is in de gemeen te Soest. In alle gevallen is er sprake van varkensmes- terijen die er reeds zijn Wat dat betreft moet helaas worden gezegd, dat de opmerking van de voorzitter niet erg met de praktijk klopt. De heer DE GROOT zegt dat het beslist niet zo is dat varkensmesterijen zonder hinderwetvergunning illegaal werken, want pas sinds zeer kort (1 januari 1973) zijn de varkensmesterijen hinderwetplichtig ge worden. Na 1 januari geldt nog een generaal pardon, waardoor nog geen sprake is van een in strijd met de Hinderwet zijnde bedrijfsvoering. Pas over enige tijd - niemand weet nog precies wanneer zal de Hinder wet ten volle van kracht worden voor de varkensmes terijen. De VOORZITTER: Dat wist ik echt niet. De heer VAN POPPELEN zegt dat men in de land bouw altijd voetstoots heeft aangenomen dat land bouwbedrijven niet hinderwetplichtig zijn. Als gevolg van een bepaald rechtsgeding is bepaald dat alle be staande bedrijven onder een totaal generaal pardon zullen vallen of stuk voor stuk zullen worden gelega liseerd. De VOORZITTER: Dan is enige soepelheid van onze kant wel gewenst Het voorstel wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen met 19 tegen 4 stemmen. Voor hebben gestemd de leden: Hoekstra, Olden- boom, Blaauw, Van Ee, mevrouw Korthuis-Elion, Jonker, Smits, Ebbers, Verheus, De Haan, Pieren, Grift, Detmar, mevrouw Oranje-Entink, Smit, me vrouw Alting Ambrosius, Logtenstein, Levinga en Dijkstra. Tegen hebben gestemd de leden: De Groot, Van Poppelen, Storimans en Joosten. 74 Voorstel tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet ten behoeve van: a. een agrarisch bedrijf met o a, een varkensmesterij op/in het perceel Keikpad ZZ. 3; 52

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 53