de wethouder van onderwijs (eventueel aangevuld met de chef van de afdeling onderwijs) vloeit de ont- werp-voordracht voort. Aan deze wettelijke procedure wil het college per se vasthouden. Vervolgens komt de zaak met een beoordeling van de wethouder van onder wijs en met een beoordeling van de inspecteur in de onderwijscommissie en de schoolraad. De heer LEVINGA: De schoolraad dient te worden gehoord over de voordracht tot benoeming. Nu gaat het er maar om in welk stadium dat horen geschiedt. Dat horen dient in het allervroegste stadium te geschie den. Wethouder DIJKSTRA: Dat gebeurt ook. Maar niet bij het terreinonderzoek. Ik houd mij aan hetgeen zeer duidelijk door de belangenorganisatie van de schoolraad werd gesteld. Uitgebracht worden 23 stemmen, waarvan 1 ongel dig, 3 op de heer W.A. de Bruin en 19 op de heer J.Ph. Uittenbogaard, zodat deze is benoemd. De voorzitter stelt vervolgens allereerst aan de orde: Voorstel tot het benoemen van een hoofdleidster aan de openbare kleuterschool in de wijk Klaarwa- ter. De heer LEVINGA vraagt of er werd getwijfeld aan de politieke betrouwbaarheid van de kandidate. Voor haar moest nl. een ander formulier worden in gevuld dan voor de andere drie sollicitanten. In be doeld formulier stond nog de vraag „Welk standpunt neemt sollicitante in tegenover het overheidsgezag; is sollicitante politiek betrouwbaar? Vermoedelijk is het formulier minstens 25 jaar oud. Het verdient aanbeveling deze formulieren onmiddel lijk te vernietigen en niet meer te gebruiken. De VOORZITTER: Dat lijkt mij ook. Wethouder DIJKSTRA zegt dat er blijkbaar nog oude formulieren zijn. Die oude formulieren zullen thans buiten gebruik worden gesteld en worden vernietigd. Er is ook thans sprake van een enkelvoudige voor dracht. Er zijn zestien sollicitanten geweest. Er zijn drie sollicitanten opgeroepen. De secretaresse van de schoolraad is aanwezig geweest. Degene die de beste papieren had bleek onmiddellijk het minst geschikt te zijn. Zij kwam derhalve niet voor de functie in aan merking. Van de beide overgeblevenen was mevrouw Couprie nummer 1 en mejuffrouw Van Os was met een haarlengte verschil nummer 2 Intussen is mejuf frouw Van Os benoemd in een andere school, zodat er slechts één kandidate overbleef. De heer LEVINGA merkt op dat op de voordracht aanvankelijk mejuffrouw Van Os als nummer 1 was gezet. Aangenomen mag worden dat dat een vergis sing is geweest. Wethouder DIJKSTRA zegt dat mejuffrouw Van Os niet op de voordracht als nummer 1 stond vermeld. In de brief van de inspectrice is een fout geslopen. Una niem waren inspectrice, schoolraad en de wethouder van onderwijs het eens over de volgorde van de voor dracht: 1. mevrouw Couprie-Prins, 2, mejuffrouw Van Os. Er heeft echter een verschrijving plaatsgevonden. Daardoor is enige verwarring ontstaan. De heer LEVINGA: Ik wil u complimenteren met het feit dat de schoolraad in het onderhavige geval is in geschakeld, terwijl dat niet nodig was. Met algemene (23) stemmen wordt benoemd mevrouw M. Couprie-Prins. De VOORZITTER dankt de leden van het stembu reau voor de verrichte werkzaamheden. Hierna wordt aan de orde gesteld: 79 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het aanschaffen van aanvullend spel- en ontwikke lingsmateriaal ten behoeve van de openbare kleuter school „De Blokkendoos", Albert Cuyplaan 200, al hier. De VOORZITTER deelt mede dat de onderwijscom missie en de financiële commissie zich kunnen vereni gen met het voorstel. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming aangenomen, 81 Voorstel tot verhoging van de bijdrage aan de centra le schoolbibliotheek over het jaar 1972. De VOORZITTER deelt mede dat de onderwijscom missie en de financiële commissie zich kunnen vereni gen met het voorstel. De heer JOOSTEN zegt dat een van de leden van de onderwijscommissie tijdens de behandeling van het onderhavige voorstel in deze commissie aan een lid van de schoolraad om nadere informatie heeft ver zocht. De wethouder van onderwijs heeft het beant woorden van de vraag tegengehouden, omdat er spra ke zou zijn van strijd met de orde De motivering was dat de wethouder door het college op de vingers zou zijn getikt. De wethouder zou erop gewezen zijn dat de orde van de beraadslagingen in de onderwijscom missie strikt zou moeten worden gehandhaafd. Het schijnt dat het college van burgemeester en wethou ders niet helemaal aansprakelijk kan worden gesteld voor deze gang van zaken, want burgemeester en wet houders zouden op hun beurt door gedeputeerde sta ten zijn gewezen op het feit dat de beraadslagingen in commissievergaderingen overeenkomstig de veror dening dienen te verlopen Een en ander heeft spreker nogal verbaasd. De school raad heeft nl. krachtens artikel 2, lid c, tot taak het bevoegd gezag en de leden van het rijksschooltoezicht alle gewenste inlichtingen te geven. Verondersteld mag worden dat de onderwijscommissie kan worden gerekend tot het bevoegd gezag. De VOORZITTER: Neen, de onderwijscommissie is een commissie van advies en bijstand. Voortgaande zegt spreekster enige verduidelijking te willen verkrijgen. Zij begrijpt dat de heer Joosten een vergadering van de onderwijscommissie - een commis sie van advies en bijstand heeft bijgewoond. Deze commissie bestaat uit gemeenteraadsleden. Deze com missie vergadert in het openbaar. Het is niet de ge woonte dat niet-leden van de commissie aan het woord komen tijdens commissievergaderingen. Het is echter wel gebeurd dat de wethouder van onderwijs wel eens het woord heeft gegeven aan een niet-lid van de onderwijscommissie, omdat een bepaalde in lichting kon worden verstrekt Over deze gang van za ken is gesproken in het college, Burgemeester en wet houders menen dat het niet de bedoeling is dat ande ren dan de leden van de commissie van advies en bij stand het woord voeren tijdens commissievergaderin gen. Daarover is in het college een afspraak gemaakt Het is derhalve duidelijk niet de bedoeling dat tijdens openbare commissievergaderingen het woord wordt gevoerd door niet-leden van de commissie. Dat is een juiste handelwijze Een en ander is ook conform richt-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 57