rif-
bij-
at
te
il,
in-
e
tra.
Joos-
vrouw
liet
met
lit
gen
ming
i.
:hoe-
er-
sente-
jt
3or
ing
n het
der
ten
wet-
e
ïl geen
maar
:rkin-
maar
de wet
gemeente Soest, in dezen de woningbouwverenigin
gen vertegenwoordigend, de overeenkomst sluit.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
gelooft dat het inderdaad beter zou zijn geweest om
in het voorstel te vermelden waarom de gemeente in
dit geval opdrachtgeefster is, zulks gelet op de bepa
lingen van de woningwet. Dit voorstel is weloverwo
gen opgesteld. Het is de woningbouwverenigingen en
ook de vertegenwoordigers van de woningbouwvere
nigingen die een commissie nieuwbouw hebben ge
vormd, bekend dat het met betrekking tot de bouw-
stroom in de regio moeilijk is om als drie woningbouw
verenigingen deel te nemen aan het gesprek dat in de
regio over deze materie plaats vindt. Daarom neemt
de gemeente aan dat gesprek deel; zij is als gespreks
partner opgetreden en treedt thans, in afwachting
van een verdeling van de woningen over de woning
bouwverenigingen, ook als opdrachtgeefster op.
Spreekster meent dat er geen bezwaar tegen is dat de
naam van de gemeente in dit voorstel staat, want af
gesproken is dat de woningen te zijner tijd - ook in
samenhang met de tweede bouwstroom die eventueel
tot stand zal komen - aan de woningbouwverenigin
gen zullen worden toebedeeld. Als echter aan het
voorstel een zin kan worden toegevoegd waarin dit
even wordt aangeroerd, gelooft ook zij dat dit beter
is-
De woningwet stelt inderdaad dat het verkieslijk is
dat de woningbouwverenigingen als opdrachtgevers
optreden, en dat, indien dit niet mogelijk is, de ge
meente zulks kan doen. In veel gevallen gebeurt dit
ook. Ook in Bunschoten is de gemeente opdracht
geefster, evenals nu in Soest.
De VOORZITTER lijkt het moeilijk om nog een zin
aan het voorstel toe te voegen. Zij meent dat van het
door de wethouder genoemde voornemen met be
trekking tot een verdeling van de woningen over de
woningbouwverenigingen, uit de notulen van deze
vergadering zal blijken.
De heer LEVINGA vraagt of mevrouw Walter hem
ongeveer kan zeggen welke huren deze woningen zul
len gaan doen wanneer zij gereed zullen zijn. De peil
datum is nl. 10 mei 1972 en het bedrag dat daarbij
is genoemd is f. 229,-. In de financiële commissie
heeft hij echter angstig hoge huurbedragen horen
noemen. Als die bedragen werkelijkheid zullen wor
den, schiet men zijn doel wederom voorbij.
De heer KORTE wil toch wel duidelijk vastgelegd
zien dat de te bouwen woningen uiteindelijk bestemd
zijn voor de woningbouwverenigingen.
De VOORZITTER: Dat staat nu in de notulen van
deze vergadering.
De heer KORTE vervolgt dat de desbetreffende wo
ningbouwverenigingen ook normaal aan de bouwver-
gaderingen zullen moeten kunnen deelnemen en daar
in de nodige inspraak hebben, want anders moeten
zij maar afwachten wat zij zullen krijgen. Het zal
prettiger zijn wanneer zij de gehele bouw kunnen vol
gen. Ook deze toezegging wil spreker graag van het
college krijgen.
Wethouder EBBERS zou een dringend beroep op de
raad willen doen om dit voorstel te aanvaarden. In
de vergadering van de financiële commissie heeft hij
een prijs genoemd van rond f. 240,-, maar op dat
moment ontbraken hem de exacte gegevens. Die ge
gevens hebben hem hedenochtend bereikt en daaruit
blijkt dat de huur op dit moment, doordat de rijks
bijdrage is verhoogd en wel zodanig dat zij iets ho
ger is dan de stijging van de stichtingskosten, nog
steeds op het peil ligt dat in het raadsvoorstel is ge
noemd.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
merkt op dat het de bedoeling is met de bouwer een
bouwteam te gaan vormen, waarbij in ieder geval ook
een vertegenwoordiging van de woningbouwvereni
gingen aan tafel zal zitten. De verkaveling zal binnen
kort waarschijnlijk wel bekend zijn, en het is de be
doeling de woningbouwverenigingen daarbij inspraak
te geven.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
109 Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst tot
pachtontbinding met de heer T. van Duinkerken.
110 Voorstel tot het verpachten van een perceel grond in
1973, gelegen nabij de Koningsweg aan de heer T.
van Duinkerken.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder
discussie en zonder hoofdelijke stemming aangeno
men.
111 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het aanbieden van enige muziekinstrumenten
aan de jubilerende Soester Muziekvereniging „Patiën-
tia Vincit Omnia".
De heer HOEKSTRA leest in het voorstel:
„Voor het werk van P.V.O. bestaat bij ons veel waar
dering."
Die „ons" zijn burgemeester en wethouders. Hij
meent nu namens de gehele raad te spreken als hij
zegt dat bij de gehele raad veel waardering voor deze
muziekvereniging bestaat. Vandaar dat hij van harte
instemt met dit voorstel tot het geven van een jubi
leumcadeau.
De VOORZITTER: Prachtig, maar u begrijpt dat wij
dat niet op voorhand konden schrijven.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
112 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
in verband met het deelnemen in het Samenwerkings
orgaan Eemland.
De VOORZITTER deelt mede dat de financiële com
missie tegen het verlenen van de gevraagde kredieten
is. De commissie wil eerst:
a. in kennis worden gesteld van de resultaten van de
tot op heden verrichte werkzaamheden, zoals is toe
gezegd in de vergadering van 5 september 1969;
b. vernemen wat voor het krediet van f. 75.000,-
wordt gepresteerd en
c. op de hoogte worden gesteld van wat men met het
rapport kan doen en hoeveel het verder nog gaat kos
ten.
De heer VAN POPPELEN gelooft dat het goed is
dat hij, ook als lid van het Samenwerkingsorgaan
Eemland, mededeelt welke gedachten in de Soester
afvaardiging in het samenwerkingsorgaan hebben ge
leefd Men weet nu dat de financiële commissie tegen
dit voorstel is, maar ook de vier Soester afgevaardig
den hebben heel wat bezwaren ingebracht tegen het
voorstel dat indertijd in het samenwerkingsorgaan
aanhangig is gemaakt. Spreker wil een en ander even
op een rijtje zetten. Op 5 september 1969 is het kre
diet van f, 150,000,- aangevraagd. Zowel in de ver
gadering van het samenwerkingsorgaan als in de
67